Derde nieuwsbrief van Willem in Mali, ook alweer snel na de tweede, ook nu ging er iets mis bij het verzenden, waardoor u misschien deze nieuwsbrief ook tweemaal hebt ontvangen.
Wilt u op de verzendlijst komen, stuur me even een mailtje: wsnapper@mopti.nl

Zondag 7 januari
Ik krijg alweer allerlei mails terug als reactie op nieuwsbrief 2. Allen bedankt. Saskia en Peter belden me en wilden wel alles voor me doen. Maar ik zou het niet weten.
Een verdere tegenslag is dat toch een aantal belangrijke en grote hard disks in de container zaten en nu dus ook weg zijn. Er zat ook een hard disk bij van 120Gb met een heleboel films, daarvan heb ik geen backup. Allemaal films die ik van VHS en van het vroegere Video2000 naar de harde schijf had overgezet. Da's jammer. Voor de rest staan daar ook al mijn bestanden op en dat is wel een beetje vervelend, want daar zitten ook bestanden met wachtwoorden tussen en de gegevens van mijn credit-card. Ik ben de hele dag bezig geweest om overal mijn wachtwoorden aan te passen, bij banken enzo. De diefstal is naar alle waarschijnlijkheid vlak na de 15e november al gebeurd, tot nu toe, ook dus na anderhalve maand heb ik geen malversaties opgemerkt. Er is nergens geld afgeschreven. Dus ik denk dat ik die dans wel ontloop. Gelukkig was de internetverbinding vandaag uitstekend, dat was een meevaller. De andere hard disks die nu toch kwijt zijn waren ook flinke jongens: eentje van 320Gb en in elk geval 2 of 3 van 160Gb elk. Maar wees gerust, de backups daarvan heb ik wel in Sévaré.
Met andere woorden, een saaie dag, ik ben de deur niet uit geweest.
Voor de verandering kwam Moussa met een pan capitaine en frites. Capitaine is een vis die veel in de Niger wordt gevangen, een vis die geloof ik wel 2 meter lang kan worden en die in Frankrijk tot de delicatessen behoort. De grote jongens zijn meestal voor de export. Hier kopen de mensen de kleinere en de kleintjes. Moussa had voor mij toch een flink stuk, het zag er heerlijk uit. Maar ik heb hem in de koelkast gestopt. Ik had nog vlees van gisteren en dat dorst ik niet nog een dag te bewaren. Dus ik heb weer heerlijk gekookte aardappels, haricots verts en een stuk rundvlees gegeten. Taai als m'n zolen, maar het smaakt goed. Ik heb graag wat te kouwen.

Maandag 8 januari
De school is weer begonnen, dat betekent dat ik me daar vandaag ga melden. Ik ontbijt met opgebakken stokbrood in mijn Afrikaans oventje. Een soort koektrommel die ik bovenop een gaspit zet. Binnen een paar minuten is het weer ovenvers. Dat oventje heeft ook al twee eerdere lange reizen meegemaakt en doet het nog steeds, al is nu één oor afgebroken. Ik maak een piepklein blikje leverpastei open, van Albert Heijn. Niet te vreten eigenlijk, ik heb nog een kist vol. Miskoop. Tijdens het ontbijt check ik mijn mail. Weer heel veel hartelijke reacties, iedereen wil mij wel helpen om het verlies van mijn bagage te compenseren. Ik denk dat dat vooralsnog niet nodig is. Ik ga binnenkort naar Bamako en koop alles wat mijn hartje begeert.
Moussa komt mij halen om naar de transiteur te gaan. Hij kan advies geven over wat te doen met de verloren bagage. Ik maak foto's van de verwisselde loodjes. Daarna ga ik naar de school en heb een gesprek met Joseph, de directeur, en met Karim, de leraar informatica. Hij wil graag mee naar Bamako voor de computers. Misschien wel handig.
We hebben het ook over het proces verbaal dat gemaakt moet worden voor de verzekering. Moet echt wel gebeuren.
Daarna haal ik drie prachtige tafels op, waar mijn computers op hadden moeten komen te staan in de salle d'ordinateurs, die er niet meer zijn. Madou, de meubelmaker had van Bakary over de diefstal gehoord en was bang dat ik de tafels niet meer hoefde. Gelukkig voor hem, ik heb ze toch maar meegenomen. En ze zijn heel mooi. Ik ga er eentje in de huiskamer zetten, mooier dan wat ik nu heb.
Voor de lunch brood met capitaine, een meer dan uitstekende maaltijd.
Daarna ga ik naar Mopti en arriveer in een overvol internet-café van Bakary. Ik heb daar nog nooit zoveel mensen gezien. Toeristen die vertwijfeld proberen hun hotmail te openen, Bakary is bezig met de copieermachine, er zit een meisje patience te spelen en diverse mensen staan te wachten op een of andere service. Ik haal de post op: het blad Internationale Samenwerking, wordt gewoon gratis in Mopti bezorgd. En ik informeer in een winkel naar de prijs van airco's. In de offerte voor mijn verbouwing staan ze voor 500.000 CFA, daar in de winkel en nog zonder afdingen kosten ze 325.000 CFA. Vanavond heb ik een gesprek met Yacou de aannemer, daar moet dus over gesproken worden. Tillen is geen specifiek nederlands begrip.
Yacou en Bakary staan klokke zes op de stoep en onder het genot van Fanta en bier bespreken we de offerte. Rondom mijn torenkamer staat een afdak gepland met golfplaat. En dat verafschuw ik vanuit de grond van mijn hart. Het is ook erg duur. Dus dat wordt nu riet. Lijkt me heel wat beter. Het is wel jammer dat het karakter van het huis een klein beetje wordt aangetast, maar het zal in de hete tijd geen pretje zijn met de brandende zon op het platte dak, zowel binnen als buiten.

Dinsdag 9 januari
In de ochtend probeer ik nog wat te internetten, daarna vertrek ik naar de school, waar ik gelijk aan het werk wordt gezet door Karim. Twee computers worden weer tot leven gebracht, eentje simpel, de andere toch een beetje hogeschool. Ik ben het nog niet verleerd. Des-middags boor ik gaten voor mijn moustiqaire en doe ik wat huishoudelijke dingen. Om zes uur vertrek ik naar het huis van Bakary, die me te eten had uitgenodigd. Heerlijke kip met frites. Glaasje Calvados toe. We praten nog steeds over de container, Bakary (en Moussa ook) is nog steeds ontdaan en kan het maar niet vatten. Hij denkt serieus dat ik nog wel wat terug zie. Ik heb de moed al lang opgegeven, ik ga wel nieuw spul kopen, de wereld is niet vergaan. Maar de Afrikanen voelen zich een beetje beschaamd als ze horen dat zoiets mogelijk is op hun continent. Zij zijn blij als ik opper dat de diefstal mogelijk in Europa is gepleegd, misschien wel in Nederland. Er zijn aanwijzingen die dat aannemelijk maken.
Internet is vandaag verder schier onmogelijk. Ik hoor ook ruis op de lijn, krakende geluiden die doen vermoeden dat er iets mis is.

 
Woensdag 10 januari
Om te beginnen heb ik mijn muskietennet geimpregneerd met deltaméthrine een vergif voor muggen. Als straks de muggen zin hebben in mij, gaan ze alvast lekker op het net zitten. Het schijnt dat ze daar dan niet lang meer van genieten.
Prima muskietenvanger dus. Ik ben benieuwd of dat werkt. Volgens de apotheker moet ik gewoon pillen blijven slikken tegen de malaria, tot ik er bij neerval. Anders zorgt de malaria daar wel voor. Ik weet het nog steeds niet.
Op school repareer ik een volgende PC en help ik Joseph een beetje bij het scannen. Hij wilde een plaatje mailen van 17,5Mb, ik zou denken dat gaat niet lukken, maar gelukkig kan het ook anders. Voor een andere PC ontbreekt de juiste software. Misschien vind ik die op het internet.
Er zijn daar twee lokalen die vol staan met computers. Er wordt les gegeven in Word en Excel. En een beetje Windows.
In het ene lokaal staan redelijk moderne systemen, in het andere de oudjes, zoals ik ze vorig jaar had geinstalleerd. Een probleem is het stof. Alles zit onder een laag poussière, het is rampzalig. Gelukkig wordt alles wel afgedekt en dat scheelt, maar toch is het de pest voor de apparatuur. Bovenin de lokalen zitten beluchtings-gaten, daardoor komt het stof binnen. We moeten proberen daar een oplossing voor te vinden.
Tussen de middag ga ik naar huis, eet een broodje en maak een paar foto's van de bouwvakkers aan de overkant. Daar hadden ze om gevraagd. Ik heb ze maar meteen geprint, wat hebben ze er anders aan. Dolgelukkig. Aah en ooh.
Terug naar de school en met Joseph naar het commisariaat van politie om alsnog aangifte te doen van de diefstal. Nou de politie had nog nooit gehoord van het opstellen van een proces verbaal, maar als wij bij de mairie een zegel haalden, dan wilden zij wel een paar stempels zetten op het door Joseph zelf opgestelde document. Joseph had overigens ook nog nooit van een proces vebaal gehoord. Ze hebben de zegels op de achterkant geplakt, en op de kopie, niet het origineel. C'est l'Afrique. Achter op de binnenplaats kon ik een glimp opvangen van iets dat leek op het huis van bewaring. Twee ruimtes met aan de voorkant een stevig traliewerk. Beide cellen waren bezet. Ik dorst niet heel goed te kijken, maar ik benijd de gevangenen niet zo vol in de zon. Het leek een beetje op de kooien van de leeuwen in Artis.
Joseph had op de radio gehoord dat vanaf 1 februari het dragen van autogordels verplicht is en ook het dragen van een helm op de bromfiets. Ik ben benieuwd hoe zich dat in de praktijk gaat oplossen. Een helm bij 45 graden lijkt me geen pretje. En gordels in een Peugeot 404 van 45 jaar oud?? Straks mag ik ook hier mijn stratenboek niet meer op de achterbank leggen. Ik houd jullie op de hoogte van mijn observaties.
De nacht. Er zijn mensen die reageren met opmerkingen over fantastische nachten, stilte en diepe duisternis. De mooiste sterrenhemels, ik herinner mij die ook heel goed van mijn vroegere reizen. Maar ik moet u teleurstellen. Niks van dat alles. Stof in de lucht maakt de melkweg onzichtbaar. Op dit moment schijnt slechts een luttel aantal sterren, Orion en Cassiopeia zijn de duidelijkste. De helderheid heeft ook te lijden onder het schijnsel van de  straatverlichting. Dan wel niet mijn straat, maar niet veel verder zijn er twee nieuwe wijken met heuse lantaarns.  Mali organiseerde in 2002 de Afrikaanse voetbalcup. Er zijn toen nieuwe stadions gebouwd, wegen aangelegd, verbreed en geasfalteerd. En ook de straatverlichting deed zijn intrede. Weg duisternis, althans in de grotere plaatsen. Maar wel een enorme verbetering. En wat de stilte betreft, in het begin sliepen we (toen we nog met z'n vieren waren) op het dak van mijn huis in tentjes. Maar vanaf de dag dat mijn reisgenoten weg zijn, slaap ik gewoon binnen in mijn slaapkamer en hoor ik de kraaiende hanen, de honden-concerten, balkende ezels, blatende schapen, de guezzam van de moskee en het ochtendreveil van de militairen nog slechts ver weg op de achtergrond. Ach ook bovenop het dak is het best te doen en ik ga het daar in de warme tijd ook wel weer proberen. Alleen de honden kunnen mij echt wakker houden. Je hebt de indruk dat een hond zich vlakbij uitslooft, eindeloos reagerend op een hond honderd meter verderop. Die reageert weer op een andere en zo houden ze elkaar bezig. Wat zouden ze elkaar toch te vertellen hebben? Na een paar uur houden ze er mee op, waarschijnlijk de uitputting nabij. Maar beneden slaap ik uitstekend. Om zeven uur gaat de wekker en luister ik naar het wereldomroep-nieuws. Niet het nieuws dat ik wil horen eigenlijk, ik had daar vroeger al moeite mee. Een beetje populair en achtergrond. Ik wil gewoon weten wat in Nederland gebeurt.
 
Donderdag 11 januari
Ik kon vanmorgen bijna mijn bed niet uitkomen. Sékou is de cour al aan het vegen en de planten water geven. Ik ga even brood kopen. Bij mij aan de overkant is het nieuwe huis zo goed als klaar en de arbeiders die mij altijd zo vriendelijk groeten maken zich zorgen dat ze mij daarna niet meer zien. En ze vragen mij ook of ik niet een bewoner weet voor de twee huizen, of appartementen zoals ze ze noemen. Vreemd toch, nieuwe huizen, maar geen bewoners. En er staat veel te huur rondom. Waarom bouwen ze dan, is hier ook al speculatie? Hebben ze hier ook zwart geld? Is er hier wel sprake van wit of zwart geld? Er wordt voor zover ik weet nauwelijks belasting betaald. Ik geloof dat Bakary voor zijn internetcafé een vast bedrag betaalt van 50.000 CFA per jaar (75 euro). Het zou mij niet verbazen als men hier geen inkomstenbelasting kent, alleen directe belastingen. Voor de auto, voor allerlei officiële zaken. Er wordt hier veel met zegels gewerkt, die hoor je eigenlijk te kopen in het gemeentehuis. Maar omdat ze daar geen zin in hebben (of wat voor reden dan ook) verkopen ze alle zegels door aan een winkeltje ernaast, die ze dan met een toeslag van 50% weer doorverkoopt aan de mensen. Het kan natuurlijk ook zo gaan dat het slimme winkeltje gewoon de hele voorraad opkoopt in het gemeeentehuis.
Mijn brood koop ik in een klein winkeltje om de hoek. Het is een klein hokje van 2 meter in het vierkant en de achterwand staat volgestouwd met allerlei producten, zoals suiker, zeep, tomatenpuree, blikken doperwten, thee, pakken met onduidelijke inhoud, van alles. Achter de balie staat een allervriendelijkste jongen van ik schat een jaar of 20 en haalt een brood onder de toonbank vandaan. Op een tafeltje buiten heeft zijn vrouw(?) zg condiments uitgestald, alle mogelijke inheemse kruiden, voor in het eten, maar ook andere dingen, ik denk kleurstoffen en misschien medicamenten. Op bepaalde ogenblikken kun je ook een bord spaghetti halen of rijst. Ik begrijp geenszins hoe zo'n winkeltje kan blijven bestaan. Wie koopt daar dan en wat wordt er verdiend. Er komen best wel mensen, maar de winstmarges zijn volgens mij oh zo klein. Wat verdient hij op een brood, 10 cfa ofwel 1,5 eurocent. Het zal niet veel meer zijn. Hoeveel houdt hij per dag over, een Euro, twee? Op zich nog niet slecht misschien. De concurrentie is moordend, er zijn overal van die zaakjes, ze verkopen bijna allemaal hetzelfde. Bakary vertelde mij verder dat het belangrijk is dat die achterwand goed gevuld is. Als de eigenaar de voorraden niet direkt aanvult, blijven de klanten weg omdat ze denken dat de winkel niet goed loopt. Het heeft iets te maken met status, zoals met zo veel ook hier.
Daarom heeft Sékou vanmorgen mijn auto ook weer gewassen, van buiten en van binnen. Hij staat te hagelwit te blinken in de zon. Vol trots komt hij zeggen dat hij klaar is en ik sta de auto maar een beetje te bewonderen. En jullie kennen mij denk ik, het kan me geen biet schelen. Ik vond het zelfs een beetje jammer dat de auto direkt na onze reis meteen onder handen werd genomen, terwijl ik dat bereisde uiterlijk wèl interessant vond (dat toch wel dus).
Goed nieuws, slecht nieuws. Om met het laatste te beginnen. Sékou komt bij mij binnen, hij moet naar Sévaré, zijn petit-frère is overleden. Hij was al een tijdje ziek. Hij laat een vrouw met twee kinderen achter. Het begrip petit-frère wil nog niet zeggen dat het inderdaad zijn jongere broer is, bij navraag beaamt hij dat wel, maar of hij mijn vraag ook echt begrepen heeft weet ik niet. Op mijn vraag of ik iets kan doen vraagt hij 1000 CFA om benzine te kopen. Ik geef hem er maar 5. 1000 Cfa is nog niet eens twee liter, maar het gaat hier wel zo. Moet je 10 kilometer rijden en red je dat met 1 liter, dan koop je er ook maar 1. Niks tank maar vol. Daar is meestal geen geld voor. Taxi's doen het op dezelfde manier, als de auto vol is gaan ze snel even een of twee liter tanken. Ik zie Sékou verder de hele middag niet meer terug. Waarschijnlijk wordt de overledene wel direkt begraven, ik heb geen idee waar.
Het goede nieuws is een telefoontje van Moussa dat hij de eigenaar van de grond naast mij heeft gevonden en dat hij bereid is te verkopen. Vraagprijs 4½ miljoen, Moussa probeert de prijs naar 4 te krijgen. Bakary vindt het wel veel geld. Voor zijn terrein heb ik indertijd 3½ miljoen betaald en dat terrein was ook nog redelijk groter. We moeten nog maar even praten. Maar mijn huis staat wel in het de goudkust van Sévaré, dat wel. En eh, die speculatie. Ook hier schijnen de prijzen te stijgen.
Het internet is nu echt niet meer mogelijk. Er zit een hevige ruis op de lijn, ik kan ook bijna niet meer bellen. Ik probeer de Sotelma te bereiken om de storing te verhelpen, maar hun storingsnummer wordt vanmiddag niet opgenomen.
Stom verder, ik heb gisteravond zonder dat ik dat in de gaten had met een open deur gezeten. Daardoor zijn veel muggen binnengekomen, die beginnen nu om half zes toe te slaan. Mijn truc met het geimpregneerde muskietennet heeft niet geholpen. Ik had gehoopt rond mijn bed een verzameling dode muggen te vinden, maar helaas, die vlieger ging niet op.
Op het moment, het loopt tegen achten, zit Sékou naast mij en belt met familie in Ouagadougou. Zijn petit-frère is vanmiddag nog begraven. Wel triest, ik weet niet hoe oud hij was, maar niet erg denk ik. Hij was al een hele tijd ziek. Volgens Sékou had hij overal jeuk. Wat dat voor ziekte het kan zijn weet ik niet.
Ook Moussa komt langs. De eigenaar van het stuk grond wil wel verkopen, zij het wel een beetje duur. Ik heb te vroeg toegehapt. 6000 Euro. Hoewel de eerste vraagprijs 9000 was. Maar volgens Bakary had het maximaal 3000 mogen zijn. Maar M en B zijn een beetje concurrenten van elkaar, dus ik weet niet steeds of het reëel is wat ze beweren.
Het begint nu langzamerhand wat warmer te worden, overdag zo'n goeie dertig graden, 's-nachts is een deken niet meer nodig, in elk geval binnen niet. Nog steeds niet echt warm, ik heb het er in elk geval nog niet moeilijk mee.
Sékou blijft me vanavond een beetje te lang plakken, communiceren is niet zo makkelijk en dan vallen er van die stiltes. Hij is nu even naar buiten om te kijken of er volk is, hij is gardien of hij is het niet.
Hij liet me net ook een oud lijk van een brommer zien, die heeft hij gekocht en nu wil hij van mij geloof ik geld om hem te laten repararen. Maar heeft dat nog zin? Hij zal in elk geval informeren wat de kosten worden.
Het is nu kwart voor tien en we hebben nu toch best aardig met elkaar zitten praten. Hij was het er niet mee eens dat ik zelf een kamer had schoongemaakt, dat was zijn werk. Dus dat mag ik niet meer doen. Zaterdag is mijn slaapkamer aan de beurt. Ontzettend aardige en vriendelijke man dat, en dat is hij. Maar goed we hebben allebei een pilsje op (een kleintje) een dat maakt de tongen los.
En nou ziet hij mij ook al een beetje als zijn vader. Nu heb ik er al drie en ik ben koud een maand in Mali. Waar eindigt dat? En dan die van Mar en Jos er bij, dat is 5. (die had ik al). Zijn alleen een beetje ver weg. Beetje de omgekeerde wereld, vroeger waren M en B ver weg.
 
Vrijdag 12 januari
Het storingsnummer van de Sotelma blijkt een ander nummer te zijn. Er wordt vandaag nog naar gekeken. Y a pas de problèmes volgens de storingsmeneer (het meest gebruikte Franse zinnetje in Mali), maar die zijn er volgens mij zeker wel.
Tot mijn verrassing laat Yacou de aannemer weten dat hij op eigen initiatief de offerte wat naar beneden heeft bijgesteld. En dat moest ook wel, want hij calculeert voor de installatie echt veel te veel, toch weer 800 Euro eraf, en nog is het mijns inziens veel te duur. Ik wil vandaag in Mopti naar de elekticiteitswinkel om een offerte vragen. Voor de climatiseurs alleen.
Jammer, le patron zat in de moskee, morgen maar weer proberen. Ik ga hem wel bellen. De bank was om half twaalf ook al dicht.
In Mopti kocht ik een nieuw leerboek Bambara, beter dan wat ik nu heb, ik ga eraan werken. Ook heb ik daar in de farmacie om informatie gevraagd over malaria. Hoe lang ik van plan was te blijven. Ik vertelde dat ik niet van plan was weer weg te gaan en toen was ook meteen het probleem opgelost. Je bent nu Malinees, zeiden de twee dames in koor, onmiddellijk ophouden met die Lariam, als je ziek wordt helpen we je wel met een pillenkuur. En à propos, zonder vrouw, dat kan niet, we zoeken een Bozo-vrouw voor je.
Bakary staat juist af te rekenen met een Frans meisje, ja het is 2000 CFA. "Is dat niet teveel, ik heb niet meer dan twee minuten langer ge-internet dan een uur, 1500 lijkt me redelijk". Bakary is onverbiddelijk, nee het was vijf minuten en dan moet je gewoon een kwartier extra betalen. Schoorvoetend werd er betaald. Hij heeft natuurlijk gelijk, maar het meisje komt waarschijnlijk niet meer terug.
Op de terugweg naar Sévaré gaf ik 4 jongetjes van 8 of 9 jaar een lift, die net aan een voettocht naar huis van 12 kilometer waren begonnen. Geen geld voor vervoer. Ze waren dolgelukkig dat ik ze meenam. Helaas deed een van de jongetjes de deur te vroeg dicht, waardoor een prachtige kalebas in stukken uiteenspatte.
De Sotelma, van de telefoon, kwam pas veel later nadat ik opnieuw had gebeld. Vier man in een Toyota Landcruiser, eentje in de laadbak. Drie sjofel gekleed, zoals ze allemaal eruit zien, stoffig en vaal. De vierde in vol Malinees gewaad, zo eentje dat stijf staat van de wax. Drie ernstige gezichten volgden mij naar binnen. Ze constateerden inderdaad de storing, maar konden de oorzaak bij mij niet vinden. Ze zijn nu ergens buiten bezig. Maar het is vrijdag vijf uur. Heb ik dit weekend internet of niet? Kan de nieuwsbrief eruit of niet. Om 10 over 5 ligt de telefoon er helemaal af, volgens mij is dat gunstig. Er wordt gewerkt.
Sékou heb ik al de hele dag niet meer gezien. Hij vertrok vanmorgen rond tienen op zijn bromfiets naar Sévaré. Het heeft vast nog te maken met de begrafenis.
Het is 20 over vijf. De telefoon doet het weer en het lijkt erop dat de lijn schoon is, geen ruis, geen bruissement, ik ga het internet op!
Helaas, inbellen is en blijft lastig. Soms tientallen malen proberen, eindelijk hoor je de verlossende piepjes, hoewel, ook dan is er nog een gerede kans dat de verbinding ongedaan wordt gemaakt.
Ik ga nog even naar Sévaré, want eind van de week zou mijn kaas er zijn. Coulibaly verzekerde mij dat de kaas er morgen wel is. In de winkel komt ook een Spaanse, die van het gigantische en goed lopende Hotel Embedjee, tussen Sévaré en Mopti, die uit is op een helm voor de brommer. Ze hebben maar een maat en hij is veel te groot. Ik hoor tegelijk dat ook handsfree bellen per 1 februari uit den boze is. Maar gelukkig heb ik zo'n ding voor in mijn oor. Ik dacht dat echt nooit meer nodig te hebben. Niet dat ik nou zo veel bel in de auto. Meestal is er toch geen bereik. Ho, piepjes, internet!! Ik stop.
Ik ga door. Het internet loopt nu als een trein en ik ben meteen maar de software aan het downloaden voor een scanner op school. 21Mb, niet echt veel in ADSL-land, maar voor hier toch een flinke jongen. En het duurt ruim een anderhalf uur.
De dag eindigt dus heel goed. En ik zit nog buitengewoon lekker te eten ook. Eerst een tomaten- en komkommersalade en nu de lekkerste pompoensoep sinds jaren. Beetje teveel knoflook en peper in gedaan, zodat het zweet me uitbreekt, maar echt heerlijk. Pompoen heet in het Frans voor zover ik weet citrouille. Jullie moeten je geen zorgen maken dat ik teveel eet. Ik ken mijn maat, ik eet helemaal niet zoveel en ik ben zeker geen spatje aangekomen tot nu toe. Ik controleer dat elke dag op mijn onbetrouwbare weegschaal, die ik kort voor mijn vertrek op straat had gevonden. Het is eens een kilootje meer, of een paar ons minder, maar steeds schommelt het rond de 70 kilo.
Vandaag een beetje rare dag wat het weer betreft. Er stond meer wind dan normaal en de lucht was vergeven van het stof. De mensen klagen steen en been, ze hebben last van hun ogen en van hun ademhaling. Bij mij valt het nog wel mee, mijn neus is een beetje geïrriteerd. Je ziet ook veel mensen met kapjes voor de mond, je kunt ze op de markt kopen.
 
Zaterdag 13 januari
Ik houd het kort. Sékou is weer naar Sévaré voor de begrafenis. Dat kan nog dagen doorgaan. 's-Middags bezoek van JP, een Nederlander die hier al jaren regelmatig komt en tevens reisbegeleider is voor Baobab travel. Aardige man, ik had hem al eens in Nederland ontmoet. Hij komt regelmatig internetten bij Bakary en zo wist ik ook al van zijn aanwezigheid. Moussa kende hij ook heel goed en zijn dochter Kumba ook. We hebben gezellig thee gedronken op het dak en we hebben gepraat over van alles en malaria. Hij weigert preventief te slikken. En is de afgelopen twee jaar nooit zieek geweest. Ik ben er nog steeds niet uit.
's-Avonds drink ik een pilsje met Bakary bij de Libanees en we hebben weer uitzicht op de verkeerspolitie, die soms vertwijfelde pogingen doet om een auto aan te houden, die gewoon doorrijdt. Soms springt er een op een brommer en keert even later al dan niet onverricht ter zake weer terug op zijn post onder het politiebaldakijn. Hilariteit onder de bezoekers van het café.