Dit is Willem Snapper's nieuwsbrief nr 18 van 6 mei 2007.
vanaf nieuwsbrief 17 verstuur ik geen nieuwsbrieven meer per email, behalve op uitdrukkelijk verzoek, u kunt zich ook aan- of afmelden voor de aankondiging: wsnapper@mopti.nl
Maandag 30 april.
Ze vieren alleen in Bamako koninginnedag, er is een heuse vrijmarkt.
Het is warm vandaag, de temperatuur loopt op tot boven de 40 graden en mijn hygrometer wijs 50% aan. Dat is transpiratie en natte lijven. Voor niemand is dit prettig. De meimaand is de heetste maand en die moet nog beginnen. Maar misschien zet de regentijd ook wel eerder in, normaal begint die in juni, maar door het veranderend klimaat zou die ook wel eens eerder en heviger kunnen inzetten. In Nederland lijkt de zomer voortaan in april te beginnen.
Gisteren ben ik een beetje tot rust gekomen, geen werklieden om mij heen, fijn de website bijgewerkt en emails beantwoord. Gedurende de dag heb ik veel positieve reacties ontvangen, ik moet vooral niet stoppen, dat doet mij goed. De manier waarop ik mijn nieuwsbrieven nu presenteer is beter.
Tegen de avond begint de lucht te betrekken, het is ook erg warm. Arona waarschuwt mij op zeker moment om alle ramen te sluiten en inderdaad, het begint plotseling te waaien en dan is het ook meteen stof. Niet heel veel trouwens, hopen op regen. Op het dak is het uit te houden, de wind waait heel snel het lichaam droog, heerlijk. Ik had ook juist mijn tent op het dak gezet, ik wilde wel weer eens een nachtje buiten ervaren en het dak is ten slotte klaar. De wind dreigde op zeker moment echter roet in het eten te gooien, de tent was in een hoek van de torenkamer gewaaid en de stokken dreigden te breken. Snel ingrijpen en de tent plat gooien kon dit voorkomen. Het heeft even flink geregend met af en toe een paar bliksemflitsen, dat was alles.
Ik heb met Bakary een pils gedronken in de ViaVia, we hebben heel goed zitten praten, onder andere over de tweede wereldoorlog, de joden en hoe de Duitsers huis hebben gehouden in Europa. Zodoende kwam ook ter sprake dat ik joods ben, iets wat ik tot nu toe nooit had verteld. Bakary was behoorlijk onder de indruk. Hij wist van concentratiekampen, gaskamers en dat er zoveel mensen waren vermoord. Bakary is nog steeds mijn beste contact hier, als er problemen zijn kan ik er met hem er altijd over praten, hij biedt veel vertrouwen, meer dan Moussa.
Dinsdag 1 mei, dag van de arbeid, en hoe. Er wordt de hele dag hard doorgewerkt.
Ook vandaag heb ik weer een hele rij steun-mails ontvangen, die allemaal roepen: doorgaan. Dank. Vanmorgen ben ik samen met drie elektriciens op bezoek geweest in het ziekenhuisje voor de offerte voor een aantal climatiseurs. Ik beantwooord een aantal emails, maak een pasfoto voor en van Sékou voor een nieuwe carte d'identité, gedonder met de printer, alle kleuren komen eruit maar geen zwart of grijs. Ik ben er wel anderhalf uur mee kwijt. Uiteindelijk lukt het niet.
De warmte is zinderend, temperatuur van 35 tot 37 graden, maar een luchtvochtigheid 60%.
Ik heb nu twee nachten in de torenkamer geslapen. Het valt me niet mee, het was daar bijna windstil en 's-morgens word je geheel nat wakker.
Donderdag 3 mei.
Ik heb een dag overgeslagen, maar gisteren ik liep ik weer de hele dag te doen en druk te wezen. 's-Ochtends weer een uitgebreid bezoek aan het ziekenhuis. Voor de stroomvoorziening van de climatiseurs wordt een goede en eenvoudiger oplossing gezocht en gevonden. Kostbaar zullen de kabels zijn, vandaag of morgen krijg ik een offerte en weet ik waar ik aan toe ben. Er zijn wel een aantal vragen, zoals: in hoeverre is de aanleg op dit moment nuttig, er is nog niet eens een chirurg aangesteld en er is nog geen tandarts. Kun je die mensen wel vinden? Wie betaalt hun salaris? Hoe is de continuïteit geregeld? Wie betaalt de stroom voor de climes? Zomaar wat vragen om uit te zoeken. Op dit moment betalen de patiënten 250 Fcfa (minder dan 40 eurocent) voor een consult. Dat kan samen met de verkoop van medicijnen never nooit genoeg zijn om een ziekenhuis te laten draaien. Bovendien zijn er patiënten, die eenvoudig helemaal geen geld hebben en die worden gelukkig toch geholpen. Er lopen een aantal verpleegsters rond, een dokter, enkele gardiens, een ambulance met chauffeur.
Vooral in de ochtend zie je een aantal wachtende patiënten, ik schat een stuk of twintig per dag. Ik vermoed dat nog lang niet overal bekend is, dat je je daar tot op zekere hoogte goed kunt laten onderzoeken. Voor de ernstiger gevallen moet je voorlopig nog naar het ziekenhuis in Mopti. Gisteravond was het maandelijks telefoontje met mijn Nederlandse eetclub, twee leden (Jan Vonk en August Baks) daarvan zijn tevens voorzitter en secretaris van de Stichting Mopti. De andere twee Gerard Leenders en Erik Willems, de twee die mij naar Mali hebben vergezeld, hebben zich aangemeld als onbezoldigd adviseur. En dus hebben wij toch gauw een half uurtje via de telefoon zitten vergaderen. Gemiddeld genomen zitten we wel op één lijn. Het ziekenhuis mag niet al het geld opslurpen, er moet zeker wat overblijven voor zoiets als een tuinenprojekt ergens in een afgelegen dorp. Misschien moeten we voor het ziekenhuis aan extra fundraising werken.
Ik heb Sékou kunnen weerhouden van het doodslaan van een grote pad, die onder de wasbak was weggejaagd door een soort worst met staart: het moet een rat zijn geweest, of in elk geval een heel grote en lange muis, een centimeter of 12(zonder de staart), en drie cm dik denk ik. Een heel vreemd beest, die achter de pad aanzat. Sékou liet weten, dat de muizen op padden jagen om op te eten. Mijn wil is hier wet, mijn wil wordt hier onmiddellijk gerespecteerd. Als ik zeg dat een pad een nuttig beest is, die je niet moet doodslaan, dan wordt het stuk hout onmiddellijk teleurgesteld terzijde gelegd. Ik hoef er geen discussie om te voeren. De muizen daarentegen kunnen hun bestaan tussen de mensen niet rechtvaardigen. Normaal gesproken pakt Sékou direkt een slipper of een stuk hout. Ik heb nooit gezien dat hij er eentje te pakken had, ze zijn eenvoudig te snel. En met die heel kleine naakte beestjes van enige tijd geleden had hij medelijden.
Ik krijg nog elke dag opbeurende emails. Zo erg is het ook eigenlijk niet geweest, een beetje van de kaart was ik wel, en ik heb inmiddels afstand kunnen nemen. In elk geval helpen al die emails enorm om niet op te geven.
Vanmorgen heb ik Martin en Stephany opgehaald van het gare routière. Gisteren zijn ze om 3 uur uit Bamako vertrokken en rond 3 uur in de nacht hier aangekomen, met een gigantische hoeveelheid bagage, bestemd voor het vertonen van voorlichtingsfilms tegen de besnijdenis bij meisjes: een grootbeeld-televisie, een enorme luidspreker-set, een dvd-speler, een generator voor elektriciteit en meer. Vandaag willen ze bij mij even op adem komen en dan gaan ze morgen naar het dorpje Ibi voor het schieten van films. Over een weekje komen ze dan terug om hier de film te monteren en dan moet de hele handel naar Ibi worden vervoerd. Ibi is een typisch Dogon-dorpje geplakt tegen de falaise de Bandiagara. Er is daar een organisatie aktief en zij hebben al behoorlijk resultaat geboekt. Je zou je kunnen afvragen of er dan nog zoveel energie nodig is, maar op deze manier kun je gemakkelijker ook andere dorpen bereiken. Vrouwenbesnijdenis is in Mali nog steeds erg veel voorkomend, al wordt er hard campagne tegen gevoerd. Ook het feest van de maskers en de marionetten in Markala had de strijd tegen de besnijdenis als leidraad. Het meest voorkomende argument vóór besnijdenis is, dat onbesneden vrouwen minder gemakkelijk of niet aan de man komen. Veel vrouwen worden uitgehuwelijkt en kennen niet de vrijheid om zelf een man te zoeken. In Bandiagara gaan ze een kar kopen en een os, daarmee trekken ze inclusief alle spullen naar Sangha en dalen ze af naar de vlakte onderaan de falaise.
Ik heb vanavond gekookt: aardappelpuree, drie gehaktballen, gebakken paprika, rode biet en pompoen. Het was heerlijk. Martin had een echte fles rosé meegebracht. We hebben tevens de computer getest, waarop straks de film moet worden bewerkt. Het ziet er goed uit en Martin is tevreden.
Vrijdag 4 mei.
Het is tien voor twee in de middag, het is zo'n beetje de laatste dag. Zelfs is er een mannetje van Yacou verschenen die op het dak de laatste klusjes opknapt. Ik heb het zolangzamerhand helemaal gehad, ik ben moe en ik wil ontzettend graag een dutje doen. Ik weet niet of ik daar de kans toe krijg, ik moet nog continue vragen beantwoorden en aanwijzingen geven. Ik heb vannacht ook helemaal niet goed geslapen, hoewel de omstandigheden ideaal waren. De tent zet ik in de open ruimte om meer koelte te hebben. Om 1 uur werd ik bruusk per telefoon uit mijn eerste diepe slaap gewekt door Tyson met een verhaal over iemand die morgen niet zou kunnen komen, ik heb het niet eens begrepen en het was ook volstrekt zonder enig belang. Tyson heeft weliswaar drie keer zijn excuses aangeboden, maar het leed was al geleden, ik was klaarwakker met een vervelend gevoel. Dat wreekt zich denk ik nu aan begin van de middag.
Vanmorgen moest ik er al vroeg uit. Stephany en Martin wilden op tijd op weg naar Ibi. Toch duurt het tot kwart over achten dat we in de auto stapten. Op de markt koop ik vlees, tomaten en een komkommer.
Het is vanmorgen weer een drukte van belang, naast de normale, steeds kleiner wordende ploeg, zijn ook de schilders bezig, twee electriciens en David de loodgieter.
Sékou begint het ook zat te worden. In de auto beklaagde hij zich tegen mij dat Camara met Arona zat te kaarten en hij wilde eigenlijk dat ik geen eten zou kopen voor Camara. Hij heeft hier geen werk meer, maar is toch gekomen, loopt een beetje verdwaald rond en het dringt nog niet helemaal tot hem door dat het werk voorbij is. Ik heb medelijden met hem, geen werk, geen eten. Ik nodig hem dus gewoon nog een keer uit om mee te eten. Dat schiet Sékou in het verkeerde keelgat. Hij is boos op Arona, dat hij Camara hier weglokt voor een spelletje kaart. Het Frans van Sékou is niet perfekt. Ik denk dat drie maanden drukte, onrust, bouw, enz ook bij Sékou zolangzamerhand genoeg is.
Nog steeds is het een drukte van jewelste, eindelijk is David Dakko ook weer eens verschenen voor het aansluiten van de waterleiding. Hij had er een potje van gemaakt. Overal lekkages en niet sluitende kranen van werkelijk minimale kwaliteit. Voor de wastafel heb ik een nieuwe gekocht: een perfecte keramische kraan voor de lieve som van 5 Euro. Waar doen ze het van, waarom zijn dit soort dingen dan opeens zoveel goedkoper dan in Europa??
Ik heb net een half uurtje geslapen, niet veel langer. Ik vind dat ik mij niet teveel afzijdig kan houden, al zou ik het liefst de hele middag op mijn matje op het dak hebben gelegen. Het is daar uitstekend toeven. De sfeer rondom het huis ademt het einde van de klus. Allerlei kleine gebreken worden nog snel even verholpen. Het pad van de cour naar de tuin is ook klaar, mooi geworden, "bravo!" zou Michiel uitroepen.
Camara steekt de handen weer uit de mouwen, hij kan het niet laten, begint schoon te maken, helpt Tyson nog een beetje met het maken van cement. Sleept weer met water. Zou hij morgen op de stoep staan? Komen er morgen nog mensen? Ja, de smid moet beneden nog het metaal in de menie zetten en Ali, de carroleur (tegelzetter), komt morgen voor het betegelen van de wasplaats. Maar voor Ablo en Tyson, voor hen zit het erop. Het zal een beetje vreemd zijn. Ik heb gisteren de laatste betaling aan Ablo gedaan, ook een raar moment. Ik zal ze missen.
Sékou zal hun nieuwe huis gaan schoonmaken, samen met Fune misschien en de kinderen en wie weet, trekken ze er morgen al in. Ik denk niet dat er veel te verhuizen is.
Zaterdag 5 mei.
Het houdt niet op. Gisteravond heb ik met de schilder Abdoulaye gesproken, hij vindt het maar niks dat het huis qua schilderwerk wat groezelig afsteekt tegenover de nieuwbouw. En na veel getouwtrek ben ik maar akkoord gegaan met een nieuw verfje van de muren. En het moet gezegd, om het geld hoef je het niet te laten. Sommige dingen zijn buitensporig duur, andere dingen iets minder. Het schilderen van de buitenkant, in elk geval de muren kost mij 90 Euro. Vooral om hem een plezier te doen, maar ik denk dat het huis er ook wel van gaat opknappen.
Als het aan hem lag zou hij hier direct een café beginnen in de tuin, volgens hem de perfekte lokatie. Ik heb ook wel eens gedacht aan iets van een cultureel centrum, waar naast het drinken van een glas bier ook meer zou kunnen gebeuren. Wie weet, ik zal mijn gedachten er eens over laten gaan. Er is op dit gebied in de regio volgens mij helemaal niets.
Vandaag is eigenlijk de hele ploeg weer komen opdagen. Er moet nog een vloertje gemaakt worden in een halletje, de overtollige latherite moet worden verspreid over de weg en de elektriciens hebben hier en daar nog wat aan te sluiten.
Ik heb trouwens bijzonder goed geslapen in mijn tentje op het dak. Ik ben gisteravond vroeg naar bed gegaan, ik was ontiegelijk moe. Vandaag voel ik mij een ander mens.
De eerste die mij vanmorgen kwam "storen" was de stoelenman. Ik heb bij hem 4 nieuwe stoelen besteld, voor op het dak, dan hoef ik niet elke keer te slepen. Ze zouden vandaag klaar zijn, maar omdat een van de ouders van de lasser was overleden en daardoor nu geen tijd had, het verzoek of hij ze maandag zou mogen leveren. Daar komt hij dus op de bromfiets voor uit Sévaré. Zo zitten de meeste Malinezen in elkaar. De mensen zijn eerlijk, je wordt hier niet snel belazerd, behalve als je bijvoorbeeld niet afdingt, of niet voldoende afdingt, maar in dat geval is het eigenlijk aan jezelf te wijten. Natuurlijk heb ik voor de stoelen teveel betaald, dat merkte ik toen hij wat al te gretig op mijn voorstel inging. Ik verwachtte eigenlijk dat Sékou mij een beetje zou helpen, maar dat deed hij niet. Is dat bescheidenheid, denkt hij dat ik mijn eigen boontjes moet doppen, had ik het hem moeten vragen, wil hij geen slechte indruk achterlaten bij de verkoper door het onderste uit de kan te willen? En waar hebben we het over: het zou 6 Euro gescheeld hebben voor 4 stoelen. En hoe heeft de stoelenman mij weten te vinden? Ben ik al zo bekend in Sévaré, misschien ook wel....
De volgende die mij vanmorgen kwam storen was Sékou. Ik moet er nog heel erg aan wennen, maar ik geloof werkelijk dat ik hem een plezier doe als ik hem mijn huis laat schoonmaken. Hij weet dat ik het daarmee moeilijk heb, dat ik dat zelf zou willen doen. Daarom benadert hij mij slinks en vraagt op een bijna onderdanig slaafse manier of hij niet mag beginnen. Nu is hij klaar en heeft hij alle kamers geveegd en geboend, behalve de salle d'ordinateurs en de vloeren blinken je tegemoet. In het voorbijgaan neemt hij ook even het fornuis mee, iets waar ik in Nederland maar zelden aan toe kwam. Ik voel me erg schuldig en bedank hem mille fois.
In de tussentijd kwam ook een totaal gedesillusioneerde Moussa mij storen. Ik weet niet of ik dit moet opschrijven, misschien haal ik het er op het laatste moment nog wel uit. Ik heb geen mensen waar ik er hier mee over kan praten. Bakary neemt mij in bescherming, hij wil niet dat ze aan mijn geld komen, hij wordt boos als ik erover rep, en er valt niet over te praten. Tegenover hem houd ik in elk geval mijn mond. Hijzelf vraagt nooit, nooit. Dat heeft hij in het verleden eigenlijk ook nooit gedaan, het kwam altijd van mijn kant. Op deze manier kan ik toch enigszins mijn gedachten kwijt. Aangaande Moussa wil ik eigenlijk geen discussie en geen goede raad. Ik weet van te voren hoe die eruit ziet, het Sabrina-syndroom schemert aan de horizon, ik zal vooral duidelijk zijn tegen hem.
Gisteravond kwam Moussa aanzetten met een (prachtig?) beeld. Na een half uurtje kletsen kwam de aap uit de mouw. Of hij anderhalf miljoen Fcfa zou kunnen lenen! Lenen weliswaar. Hij wil voor het kleine seizoen investeren in nieuwe handel en hij is door het gedoe met Ina Boutique door al zijn geld heen. Hij beseft dat hij het financiëel verkeerd heeft aangepakt, hij had nooit moeten investeren in dat winkeltje. Of Ina Boutique ooit iets zal opleveren was voor hem ook de vraag. De winstmarges zijn zo laag, 50 francs, 100 francs. Nu zit hij met de gebakken peren. In eerste instantie weiger ik gedecideerd, geen schijn van kans, het is voorlopig over, ik heb ze al genoeg geholpen, ze moeten hun eigen boontjes doppen, ze hebben het al die jaren zonder mij kunnen stellen en de zaken gingen goed. Hij heeft Ina, een prima echtgenote, zijn vijf kinderen, die hem behulpzaam zijn, twee winkeltjes in Mopti, een prachig huis, weliswaar nog niet afgebouwd, maar menig Malinees zou er jaloers op zijn. Hij heeft water, stroom, tv, kortom hij is een welgesteld man. Of het dan 1 miljoen zou mogen zijn, of zelfs met 500.000 francs(750 Euro) kon hij ook vooruit. Het gaat nog steeds om een fors bedrag. Hij belooft me binnen 3 maanden terug te betalen. Ik zeg hem dat ik er nog steeds over moet denken, ik heb het geld zowiezo niet in huis. En stel, ik leen het hem, en hij betaalt het terug, staat hij dan de volgende dag op de stoep voor een nieuwe lening?? Dat heb ik in Nederland met Sabrina ook zo meegemaakt. Zij betaalde mij de eerste schuld ook werkelijk overtuigend terug, om te laten zien hoe betrouwbaar ze was om er de volgende dag met het dubbele vandoor te gaan. Het hield niet meer op. Misschien moet ik Moussa om garanties vragen, die deze gang van zaken kunnen voorkomen.
De ellende straalde hem van het gezicht vanmorgen. Ik weet het nog niet, waarschijnlijk slaat de balans over naar een lening, maar ik moet hem duidelijk maken dat ik hier absoluut niet mee door ga.
Ik kreeg vanmorgen een email, die mij ook aan het hart gaat. Het gaat weer om ellende en om geld, nu in Nederland. Het is Denis die door Janet uit huis is gezet. Denis, een schat van een jongen, uitgeprocedeerd afgewezen asielzoeker uit Soedan, mijns inziens in aanmerking komend voor de generale pardonregeling. Wat er is gebeurd weet ik niet, maar het was al lang duidelijk dat de woonsituatie in de Gerard Doustraat voor twee mensen te wensen overliet, te klein, te vol, te chaotisch. Van de week heeft Janet mij opgebeld en zo tersloops vertelde ze dat ze een fight had met Denis en dat hij niet meer in de Gerard Dou woonde. Denis uit huis gezet, Denis, die zoveel voor haar heeft gedaan voor, tijdens en na haar ziekenhuis-opname, die altijd voor haar klaar stond ook tijdens de moeilijkste momenten in de psychiatrische inrichting. Hij heeft een kamer gevonden voor 200 euro per maand, maar heeft geen inkomsten, hij mag niet werken. Hij heeft zijn instrumenten op marktplaats verkocht om een maandje huur te kunnen betalen. Kortom hij moet zo snel mogelijk nu gelegaliseerd worden, dan komt hij op zijn minst in aanmerking voor een uitkering. Ik heb hem geadviseerd naar een gespecialiseerde advokaat te gaan, dezelfde die ook voor Janet aan het werk is. Triest, ik hoop dat hij het redt en dat hij uit de klauwen van de criminaliteit kan blijven, want als je echt niks hebt, is dat soms nog de enige uitweg. Niemand die je helpt.
Het is zaterdagavond, ik ben nog aan het koken, maar ik heb al een overheerlijke salade gegeten.
Ik had vandaag echt een heel fijne dag, ondanks het probleem met Moussa. Het huis is werkelijk bijna klaar, het ziet er fantastisch uit. Iedereen is aardig en viendelijk, ze helpen allemaal mee. Sékou heeft alle lichten aangedaan, trots als een aap (dat is gewoon een Nederlandse uitdrukking en kun je beter nergens mee associëren). Hij popelt om er in te trekken. Ik kan mij er iets bij voorstellen. Mijn huis schoongemaakt, ik heb de tuin geschoond van plastic zakjes en rommel. Ik ben naar mijn Ghanese kapper geweest, ik kan er weer even tegen, ik ben bijna kaal, hoewel ik dat natuurlijk al wel was. Ik heb besloten om Moussa dan maar het geld te lenen, terugbetalen in 4 maanden en anyway dit jaar geen nieuwe leningen. Ik wil ook weten wat hij denkt te doen nadat hij het geld heeft terugbetaald. Of hij er dan iets aan over heeft gehouden om weer verder te kunnen, kortom ik wil een vinger in de pap. Ik heb de offerte gekregen voor de climatiseurs in het ziekenhuis. Niks 12 miljoen (wat een uitbuiters), maar "slechts" 1.800.000 Fcfa, inclusief het verhogen van putten ivm wateroverlast. Dat zijn bedragen waar je wat mee kunt! Ze hadden eigenlijk morgen willen beginnen, maar dat is wel eg snel. Allereerst heb ik maandag een gesprek met Mgr Fonghoro over diverse zaken, waaronder financiering en exploitatie. En dan moet het stichtingsbestuur nog toestemming geven. Maar persoonlijk zie ik het wel zitten.
Zondagmorgen 6 mei.
De zon schijnt al vroeg, ik sta op om half zeven. Sékou is al druk met het wassen van de auto. Er wordt water gehaald, ook door buren, die nog geen aansluiting hebben. De schilder is rond negenen ook al weer bezig met zijn spuitapparaat. Het geeft een hoop rotsooi en mijn net schone huis heeft er behoorlijk onder te lijden. Ik moet ook de hele tijd achter hem aan, of beter voor hem uit om spullen te redden, die anders onder het grit komen. Het is er weliswaar makkelijk af te wassen, maar dat is meer werk dan de spullen verplaatsen. Moussa kwam ook langs, nog steeds helemaal van de wereld. Hij verwachte waarschijnlijk niet dat ik hem toch het geld zou uitlenen. Hij had de hele nacht niet geslapen en hij had nu ook nog problemen met zijn auto, volgens de garage is de accu kapot, ik geloof dat zonet nog niet. Meestal is het een accupool die geen goed contact maakt.