Klik rechts om naar www.mopti.nl te gaan
Klik hier om te printen

Dit is Willem Snapper's nieuwsbrief nr 28 van 15 juli 2007.
vanaf nieuwsbrief 17 verstuur ik geen nieuwsbrieven meer per email, behalve op uitdrukkelijk verzoek, u kunt zich ook aan- of afmelden voor de aankondiging: wsnapper@mopti.nl

Maandag 9 juli 2007.
Gisteren en vandaag zijn er geen bijster spannende dingen gebeurd.
Zo ben ik vandaag de hele dag bezig geweest met het maken van documenten voor de stichting Mopti voor de belastingdienst. En vanmorgen boodschappen gedaan op de markt. Het was er tegen mijn verwachting in, maandag, erg druk. Maar de mensen gaan niet alleen op zaterdag boodschappen doen om hun koelkasten te vullen. Ze kunnen bijna niets bewaren. Het aanbod verandert, er zijn minder groentes te krijgen, geen tomaten en worteltjes, ik heb 4 piepkleine paprikaatjes gekocht en een komkommer. Ik was vroeg gegaan voor het vlees en heb een kilo gehakt gekocht. De prijs van vlees is omhoog gegaan, van 1300 tot 1500 Fcfa per kilo. Dat is voor mij niet een groot probleem, maar hier heeft het land ervoor stil gelegen. Er werd gestaakt. Of dat veel uithaalt betwijfel ik. Allerhande prijzen zijn omhoog, melk en eieren. Ook aan het mango-seizoen lijkt een einde te komen, je ziet ze nog wel, maar minder.
Het is wel spannend in de tuin. Door de regen schiet alles uit de grond. Na de rode bieten steken nu ook de tomaten en de sperziebonen eindelijk hunne koppen boven de grond. En de pompoenplanten groeien als kool. Ik ben zelfs bang dat die alles gaan overwoekeren. We begieten de ontkiemende planten nu met regenwater, dat scheelt een slok op een borrel. Ik schep het water uit een grote plas. Het stikt er van de kikkervisjes, die moeten zien te overleven tot de volgende regenbui, misschien wel vanavond. Er is wel wat bewolking en de vliegen steken. Volgens mijn moeder een teken dat er regen in de lucht zit.
De afgelopen zondag had de gebruikelijke indeling. In de ochtend het updaten van mijn website met de nieuwsbrief. 's-Middags ben ik een beetje in de tuin bezig geweest en heb twee uur geslapen. Soms ben ik best moe. Ik ben trouwens ook nog steeds aan het afvallen. Sinds december een kleine 6 kilo, ik weeg nog maar 65 en een halve kilo. Ik ben op weg naar mijn vroegere gewicht van 59 voor mijn dertigste. Of dat gezond is betwijfel ik.

Dinsdag de tiende.
Mijn eerste verjaardag in Mali. Als eerste belt Patricia terwijl ik nog in mijn bed lig, kort daarna Anetty. Het is natuurlijk feest om die vertrouwde stemmen aan de lijn te hebben. Anetty gaat vanavond uit eten met JanJoost, Saskia, Peter en Norah ter ere van mijn verjaardag! Ik zal aan ze denken vanavond. Ikzelf ga uit eten met de familie van Bakary: Djenné, Ami, Yaibin en tante uit Bandiagara met Boureïma, het zoontje van Bakary uit zijn eerste huwelijk met Ami. Boureïma is het zoontje van Bakary. Ami was zijn eerste vrouw, die kort na de bevalling overleed. Zijn dochtertje Ami is vernoemd naar die eerste vrouw. Ik had Boureïma tijdens mijn verblijf nog niet gezien. Hij is nu elf jaar. Bakary hoopt nog altijd dat hij bij hem komt wonen, maar daar wil Boureïma niks van weten. Hij heeft het niet zo op Bakary, ik vermoed dat hij te streng is. Hij heeft in Bandiagara natuurlijk ook al zijn vriendjes. Later belden ook Saskia en Peter om mij te feliciteren en ook Jan Vonk had ik aan de lijn. De wereld is klein, Nederland dichtbij.
De maandagavond had nog een kleine staart. Terwijl ik met Bakary een pilsje dronk kwamen opeens twee mannen de binnenplaats op, die alleen Engels spraken. Ik dacht natuurlijk leuk, die willen iets weten en ik kan ze misschien ergens mee helpen. Het waren twee Liberianen van een groep van zeven, die op weg waren waarschijnlijk vanuit Europa door de Algerijnse Sahara naar Liberia, zonder papieren en zonder enig geld. Hommeles. Ze wilden naar Bamako om bij de Liberiaanse ambassade hulp te zoeken met papieren en geld voor de verdere terugreis. De groep is voorlopig gestrand in Sévaré, zoals ze overal strandden voordat er mogelijkheden zijn gevonden om verder te kunnen. Ze lieten een brief zien met stempels en namen ondertekend door diverse malinese politie-instanties. Normaal kost de reis van Sévaré naar Bamako met de bus 8500 Fcfa, maar zij hadden uitgezocht dat er vrachtwagens zijn die de hele groep voor 18000 wilden vervoeren. Dus ben ik met ze naar Sévaré gegaan om te spreken met de vrachtwagenchauffeurs, maar geen van allen gingen naar Bamako. Wel komen er regelmatig vrachtwagens aan, die de volgende ochtend hun reis voortzetten. Maar ja, ik had geen zin om de hele avond daar rond te hangen en te wachten. Ik heb ze dus het geld maar gegeven, zo ben ik nou eenmaal, in de hoop dat ze de waarheid vertellen. Plus nog een klein beetje om te eten. Dankbaar waren ze wel, ik hoop ze nooit meer te zien, maar ik heb bange voorgevoelens.
Vanmorgen heb ik gebakjes gekocht in de Patisserie Dogon, 15 stuks van het formaat discus. Een heuse doos met gebak met een soort crème, 5 gebakjes met vanillevulling en nog 5 rode bollen, ook met vanille-crème-vulling met een korstje van suiker en jam denk ik. Alle Sanogo's zaten lekker te smikkelen van de taart. Dacco keek een beetje beteuterd en aan zijn gezicht te oordelen vond hij het niet lekker. Maar hij wilde best een tweede stuk, dat betekent dat hij het toch wel lekker vond. Fune ging later ook voor twee halve stukken taart. Het was echt feest!
Het is nu tegen het eind van de middag, ik denk dat ik nog even een taartje naar het ziekenhuis ga brengen voor Dramane!

Dramane en Christian

Woensdag 11 juli.
De hele dag probeer ik al met Nederland te bellen, Jonas is jarig en Jaron ook. Het lukt steeds maar niet, later proberen wordt er de hele tijd meegedeeld. Maar wat is later?
Even terug naar gisteren. Christian en Dramane heb ik maar bij mij uitgenodigd en ze hebben lekker taart gegeten en limonade gedronken.

ViaVia: vlnr Djenné, tante, Ami, Boureïma, Yaibin, ikzelf en Bakary

Om half acht in de avond ben ik met Bakary, Djenné, Ami, Yaibin, de tante uit Bandiagara en Boureïma in restaurant ViaVia gaan eten. Voor allemaal behalve Bakary was het de eerste keer dat ze in een westers restaurant aten. Westers is een groot woord, maar het is in elk geval geen traditioneel Afrikaans restaurant. Het is niet veel meer dan een grote tuin, met veel bomen en planten. Het licht is spaarzaam, een enkele tl-buis. Het is er erg gezellig en het was er redelijk koel, er waren geen muskieten, en het eten is zeker niet slecht. Brochettes, kip, capitaine (vis) en frites. Het is geen toeristenseizoen en het restaurant had kennelijk niet op een gezelschap gerekend, het eten liet enige tijd op zich wachten. Maar iedereen heeft goed gegeten. Anetty belt nog een keer om te vertellen hoe gezellig het dineetje in Amsterdam was geweest ter ere van mijn verjaardag.

mijn verjaardag in Amsterdam

Het lijkt erop dat de familieweek bij mij niet door gaat, ik was daar al bang voor, het lijkt mij dat dat een onhaalbare kaart is met al die kleine kinderen. Maar misschien komt Saskia wel met Anetty mee, dat lijkt mij een goed plan. Ik verheug mij daar nu al op.
Vanmorgen kwam Baba al om negen uur langs om naar een irrigatiesysteem te kijken in een tuin niet ver hier vandaan. Zeker interessant, door de hele tuin is een buizenstelsel aangelegd, waardoor bijna overal water beschikbaar is om te bevloeien. Het systeem is misschien niet eens zoveel anders dan ik had bedacht voor onze tuinen, maar het zag er een beetje fragiel uit.

put rechts, links twee bassins, u ziet verder de buizen die uit de grond steken voor de bevloeing

Ik heb het idee dat het buizenstelsel bovengronds nogal kwetsbaar is voor storingen. Misschien kan toch degene die het stelsel aanlegt ook onze putten en ons stelsel aanleggen, want hij is heel wat goedkoper dan de puisenier van Ablo!

Ami, Yaibin en Boureïma

Bij thuiskomst serveer ik Baba van een stuk taart en Bakary levert zijn dochters en zoontje af en ook zij nuttigen limonade en een gebakje. Daarna zet ik ze achter de computer en kijken ze naar een paar films van L&H. Rond enen breng ik ze weer terug naar huis.
Inmiddels was ook een van de Liberianen komen opdagen. Vijf van de zeven waren met een vrachtauto vertrokken, er resten er nog twee, maar, u raadt het al, het geld was op. Om er vanaf te zijn geef ik hem nogmaals 5000 Fcfa. Maar ik ben niet van hem af. Eind van de middag belt hij mij of hij weer langs kan komen, het is heel belangrijk en ik ben de enige die kan helpen. Waar heb ik dat eerder gehoord? Hij verzekert mij dat het niet om geld gaat, maar ik kan mij weinig anders voorstellen. Alles draait om geld. Maar ik heb hem op het hart gedrukt dat hij niks meer van mij krijgt. Tenslotte heb ik die andere vijf Liberianen die al vertrokken zijn nooit gezien, misschien zijn die er ook wel nooit geweest. Ik baal een beetje, hier heb ik in het geheel geen zin in. Om zes uur komt hij mij weer opzoeken. Even later belt Moussa dat hij bij de burgemeester van Mopti zit en dat hij ook al om zes uur langs komt met, u raadt het nooit, de lettre d'attribution voor het terrein waar Sékou inmiddels woont, het eigenlijke eigendomsbewijs, waar Moussa gedurende zes maanden zuchtend en steunend hemel en aarde voor heeft bewogen. Hoezee, dat is wel heel goed nieuws, nog het meest voor Moussa zelf, die zoveel moeite heeft gedaan voor zaken die hij en niemand hadden voorzien.
Dus nu zit ik een beetje sjagrijnig te wachten op wat komen gaat. Ik ga mijzelf maar even een pernod inschenken voor een beetje moed.

Donderdag 12 juli.
Het is een uur. Ik ben net op bezoek geweest bij de buurman van schuin aan de overkant, na een ziekbed van vier maanden is gisteren zijn vrouw overleden. Het is gebruikelijk dat familie, buren en bekenden op bezoek gaan om te condoleren, dus ben ik er samen met Sékou naar toe gelopen. Het is een droeve bedoeling. Op de binnenplaats is een tent neergezet en overal waar een klein beetje schaduw is zitten en liggen mensen. Meestal de vrouwen gescheiden van de mannen. Er wordt niet veel gesproken, wat valt er te zeggen? Ik kan niet veel meer bedenken dan hoe erg het is, hoe groot het verlies is en dat het leven moet z'n loop hebben. Het is niet het moment om over de gewone dingen te praten, dus de meeste mensen zitten en hangen rond. Het bezoek duurt een kwartiertje denk ik, moeilijk om op te stappen, dat wel.
Voor de deur staat nota bene een Citroen Berlingo, het tweelingbroertje van mijn Peugeot Partner, in exact dezelfde uitvoering. Ik maak een praatje met de bestuurder Ousman Dao, hij heeft de auto overgenomen van de telefoonmaatschappij Malitel en naar omstandigheden doet hij het goed. zijn auto ziet er wel meer afgereden uit dan de mijne, her en der butsen en kleine deuken. Hij begint spontaan te vertellen over de problemen met de ventilatorriem en de brandstofpomp, maar tot op heden hebben ze alles kunnen repareren. Hij zal mij wel eens opzoeken om ervaringen uit te wisselen. Volgens mij heb ik een tijdje geleden nog een derde Peugeot gezien van hetzelfde type, het geeft een goed gevoel en een vleugje vertrouwen. En kennelijk niet bij mij alleen.
Nog even terug naar gisteren. De Liberianen zijn niet op komen dagen, ze hebben mij ook niet meer gebeld. Oh my god, terwijl ik dit opschrijf word ik opgebeld en de ene Liberiaan die steeds het woord doet wil me nog steeds iets heel vertrouwelijks te vertellen, dat kan niet door de telefoon. Ze komen binnen een half uurt langs, shit. Maar verder met gisteren, Moussa heeft de lettre d'attribution eindelijk gekregen, het kostte me alweer 60.000 Fcfa.

na zes maanden:
la lettre d'attribution

Daarme moet de kous af zijn. De notaris zal nog wel een berekening maken voor een Titre Foncier, een nog wat degelijker juridisch document, maar ook dat zal wel tussen de 100- en 200.000 Fcfa kosten. Ik denk dat ik daar vanaf zie. Het geld schiet door mijn vingers in een duizelingwekkend tempo. Vorige week heb ik 500.000 Fcfa gehaald (750 Euro) en het is alweer op! Ik heb 5 "Bens" betaald (62.500), het geld voor de lettre d'attribution + ik geloof eerder 20.000 Fcfa voor een paar copietjes van het een of ander, ik heb het water en licht betaald (100.000), de derde toiletpot van 66.000 Fcfa, 25.000 Fcfa voor de Liberianen, 30.000 salaris voor Sékou, ook zeker 20.000 aan telefoonkaarten en zo gaat het maar door. Er ligt nog een telefoonrekening van 100.000.
Vanmorgen heb ik dus alweer 500.000 opgehaald bij de bank. Zien hoe lang ik het ermee uithoud.
Het is nu bij drieën en de eerste 25.000 ben ik al kwijt. De Liberianen, Jonathan en David hebben mij anderhalf uur de oren van het lijf gekletst en ze hebben natuurlijk gewonnen. Maar of het zuivere koffie is, ik weet het niet. In eerste instantie vertelden ze over een groot bedrag aan geld, goud en diamanten. Ik dacht dat ze bedoelden dat ik dat in bewaring moest nemen, maar toen ik zei dat ik mij onder geen enkele voorwaarde zou lenen voor dat soort praktijken, gooiden ze het over een andere boeg. Hun grand mother woont in Ivoorkust en die zou mij meer kunnen vertellen. Ik had geen behoefte om haar op te bellen. Ik heb geen zin om mij in de nesten te werken. Stel dat het criminelen zijn, dan zwerft mijn telefoonnummer straks overal rond. Dat moet ik niet hebben, het zou zelfs mijn verblijf hier in gevaar kunnen brengen. Hoe vaak hoor je niet over mensen die in de gevangenis terecht komen omdat ze zich bezig houden met onduidelijke praktijken? Hoe vinden dit soort mensen mij hier in deze uithoek van de wereld?
Om uiteindelijk van ze af te komen heb ik ze de gevraagde 25000 francs gegeven om naar Sikasso te gaan, vanwaar ze via Ivoorkust naar Liberia kunnen doorreizen, onder de voorwaarde dat ik ze nooit meer wil zien! Terwijl ik dit zei bekroop we weer het gevoel van de medogenloze wereld. Hoe makkelijk is het voor mij om mijn portemeonnee open te trekken en er een paar flappen uit te halen? En wat doe ik toch verkeerd dat mensen altijd een beroep op mij doen? En had ik mij niet voorgenomen om niets, helemaal niets te geven of toe te geven aan wat dan ook. Had ik mij niet voorgenomen om met de politie te dreigen als ze niet zouden vertrekken? En wat doe ik als ze morgen weer voor mijn neus staan? Wijs ik ze dan subiet de deur, of bezwijk ik voor de zoveelste keer? Ik ken mijzelf. Ik heb trek in een borrel om bij te komen, ondanks dat het nog niet de tijd is, ik ga het gewoon doen en wel nu.

Vrijdag de 13e.
Ik geloof niet in onzin, ik geloof niet in vrijdag de dertiende. Dacco speelt zachtjes op de balafoon. Ik durf er niet over te beginnen, gisteren belden de Liberianen terwijl ik aan het noteren was dat ik niets meer van ze had gehoord. Tot nu toe heb ik god-zij-dank nog steeds niets gehoord. Er zitten vervelende vliegen om mij heen, van die gewone huis-, tuin- en keukenvliegen en ze zijn behoorlijk aggressief. Soms proberen zitten ze tot in mijn neus, sommigen steken. Ze zijn vooral en in grotere getale actief tijdens het regenseizoen. De vliegenmepper uit Nederland, die al eerder een reis naar Afrika heeft gemaakt, doet wonderen. Natuurlijk is er geen kruit tegen gewassen, maar voor even helpt het wel.
Vanmorgen ben ik met Sékou naar het huis van Abdoulaye, zijn neef, de schilder, gereden om te informeren hoe het zit met mijn twee oliedrums, die hij heeft meegenomen en een bedrag dat ik hem had gegeven om verf te kopen om de laatste werkzaamheden uit te voeren. Hij was helaas niet thuis, hopelijk geeft zijn vrouw door dat ik hem bij mij verwacht voor tekst en uitleg. Het gaat om een niet zo groot bedrag, maar het is niet in de haak, dat hij met de noorderzon is vertrokken. Dan naar de bank, nee, het is niet zo dat het geld van gisteren al op is. Ik heb beloofd Bakary geld te lenen voor een betere internetverbinding in zijn Cyber-café. Een verbinding, die mij te duur was, maar hij kan er hopelijk wel financieel baat bij hebben. Hij is een associatie aangegaan met een andere cyber, een klein stukje verderop om de kosten te delen. De lijn ook natuurlijk, wat de snelheid niet bevordert. Het is nog steeds geen ADSL, maar een continue ISDN-verbinding, een digitale en veredelde telefoonlijn. De investering is gigantisch, de installatie kost een kleine drie miljoen Fcfa, dat is 4500 Euro! Maar hij verwacht dan eindelijk een beter lopend internet te krijgen voor meer klanten. Ik kijk het even aan en waarschijnlijk ga ik er daar dan ook wel voor. Dan ben ik misschien verlost van de torenhoge telefoonrekeningen. Vanmorgen heb ik weer een factuur betaald van bijna 150 Euro. Vanmiddag heb ik de badkamer een grote beurt gegeven, het leek wel het strand. Laatst was er iemand bij mij, die kritiek had op mijn gardien, schandalig zoals mijn huis eruit ziet! Het vervelende is dat dat helemaal zijn schuld niet is, ikzelf houd hem tegen, omdat ik dat nog steeds als een stukje kolonialisme zie, of slavernij. Hij wil wel, maar ik aarzel. Soms trouwens neemt hij zomaar zelf het initiatief en neemt hij een kamer onder handen.
Mijn hagedis heeft eindelijk ontdekt dat ik vliegen doodsla, hij rent nu van dooie vlieg naar dooie vlieg.
Moussa kwam daarnet met de Titre Foncier. Dat is een eigendomsbewijs voor de grond en/of de opstallen. Daarmee kan niemand, de staat of de gemeente nooit meer enige aanspraak maken op het terrein, een stukje extra zekerheid, dat wel. Maar daar hangt ook alweer een prijskaartje aan, niet de verwachtte 100 tot 200.000 francs, maar bijna 600.000, 900 Euro! Ik denk dat ik het niet doe. Ik heb de lettre d'attribution, dat is het belangrijkste eigendomsbewijs. Wat voor risico loop ik? Wat moet de overheid hier moeilijk doen? Er zit hier vast geen olie in de grond, een vijfde baan, een autosnelweg? Het is erg onwaarschijnlijk. Voor het terrein van Bakary heb ik dat ook niet, voor mijn eigen huis wel. Moussa vertelt me dat hij van de zestigduizend Fcfa die ik hem had gegeven er 30 kwijt is. Hij denkt dat kinderen het uit zijn zak hebben gestolen terwijl hij onder de douche stond. Hij is ook niet voor het geluk geboren. En mijn portemonee is weer ietsje dunner. Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen. Ik hoop dat jullie mij vergeven.

Zaterdag 14 juli.
Ik ben bijna de hele dag op pad geweest. Om te beginnen heb ik Bakary zijn geld gegeven voor zijn internet. Daarna wilde ik naar Mopti rijden voor een gesprek met Baba en Ablo over de offerte voor de tuinen en zoals ik gewend ben neem ik mensen mee die langs de kant van de weg staan te liften. Het zijn er altijd heel veel, ze hebben over het algemeen geen geld voor de oude bachées, waarmee je je als haringen in een ton naar Mopti kunt laten vervoeren. Er stapte een vrouw in met een meisje van een jaar of 9 met een waarschijnlijk totaal verbrande hand en ook lelijke plekken op haar lichaam. Ze wilden naar Mopti om geld te halen bij haar vader en dan door naar het ziekenhuis. vanwege de ernst van de blessures dacht ik dat het beter was om linea recta naar "mijn" ziekenhuis te rijden, de andere passagiers moesten weer uit stappen. De vrouw begreep er niet zoveel van, maar ik overtuigde haar dat het beter was. Ik kon ze altijd nog naar Mopti brengen. Ik heb Christian opgetrommeld en onder luid gekerm heeft hij haar wonden verbonden. Zoals gebruikelijk, Willem betaalt, maar dat is in dit geval ook een beetje mijn eigen schuld. Ik betaal graag de 7,50 Euro, daar ga ik niet dood van. Enfin, een half uurtje later vertrek ik alsnog naar Mopti. Baba, Ablo en ik hebben een nuttig gesprek over mijn tuinenproject. Ablo houdt zich groot als we aan alle kanten snijden in zijn offerte. We boeken in elk geval veel vooruitgang, vooral Baba heeft goeie ideeën. Ik zie weer enig licht in het vervolg. Baba nodigt me uit om te blijven eten, ik had eigenlijk willen opstappen, omdat het allemaal zoveel tijd kost. Maar hij heeft me overgehaald voor rijst met saus. Zoals bijna iedereen is Baba zoekende naar een mogelijkheid om een beetje geld te verdienen, hij wordt nu door Yvonne onderhouden, maar dat kan uiteindelijk niet zo blijven. Zo kwam ook mijn idee van een cultureel centrum weer bovendrijven. Baba wil vandaag nog wel aan de slag. Maar de plannen zijn uiterst pril en vaag. Bovendien vergt dat een invesering van tientallen miljoenen. Maar op zich sta ik daarvoor open. Laten we echter ons eerst concentreren op de tuinen. Baba vertelt over een buurtgenoot, die al een week last heeft van een ernstige obstipatie. Baba vertelt dat er vaak mensen langs komen die hopen dat hij hen kan helpen, maar hij kan met zijn beperkte budget niet aan de gang blijven. Voor de buurtgenoot, een jongen van een jaar of twintig, Fune genoemd, heeft hij geen geld meer, alles is nagenoeg op. Baba vermoedde dat hij kon overlijden. Dus voor de tweede keer naar Christian. Ditmaal geen gekerm en gekrijs, met een zak vol medicijnen verliet hij het ziekenhuis. Het is heerlijk om te zien hoe de ex-automonteur het weer voor elkaar heeft. Alhoewel we maar moeten afwachten of de medicijnen hun werk gaan doen. De dag loopt al op zijn eind als ik afscheid neem van Joop in het huis van Amatigue. Morgen vertrekt hij richting Nederland. We drinken gezellig nog even een pilsje en Joop vertelt over de Amsterdamse stadsvernieuwing. Dan ga ik nu snel mijn potje koken, want over anderhalf uur zit de zaal weer vol, ondanks veel wind en dreigende luchten. Volgens Sékou gaat het vooralsnog niet regenen, want de wolken zitten in het oosten.

Julia Mara

Vlak voordat de film begint belt Peter, mijn zwager, met de de heuglijke mededeling dat ik er een achternichtje bij heb, Julia, Mara Weishut van Saskia en Jaron, vernoemd onder andere naar mijn tante Julia van de Snapper's kant en naar mijn moeder Marie, het is bijzonder.

Julia Mara met oma Saskia, of eigenlijk andersom

De voorfilm Any old port, er wordt zoals als altijd veel gelachen. Daarna de film "Babes" over een varkentje dat een hond wil zijn. Ik vond het een niks-film, ik dacht ook dat het publiek er zo over oordeelde. Er gingen tijdens de film zelfs mensen weg. Ik had de neiging om de film zelfs te stoppen. Na afloop draaide ik als toegift de slechts tien minuten durende film "Elephants dream", sciense fiction, geheel op de computer gemaakt, maar het is geen tekenfilm. Je kunt hem dacht ik legaal downloaden van het internet. Na afloop kwamen tot mijn verbazing mensen mij zeggen dat ze dit zo'n bijzondere film hadden gevonden, speciaal de kinderen waren onder de indruk, ze hadden nog nooit sprekende beesten gezien..... Misschien dat de film toch een goede invloed had op hun waardering voor de dierenwereld. Ik hoop het. Men waardeerde het dat ik zo goed met kinderen ben, ik ben mij daar helemaal niet zo van bewust, volgens mij is dat ook niet zo. Ik

Zondag 15 juli.
Het is acht uur in de ochtend en het heeft vannacht een klein betje geregend, te weinig voor de gewassen op de velden. De dreigende luchten van gisteravond zijn Sévaré gepasseerd. Het is 26 graden, deze temperautuur is een zegen, het is genieten; af en toe valt er nog een drupje regen uit de hemel, maar het mag geen naam hebben. Ik zit buiten op de binnenplaats decadent te typen terwijl Sékou mijn auto aan het wassen is. Elke zondag gaat er zo wel een kuub leidingwater verloren, voor mij hoeft het niet, maar voor Sékou staat de auto hoog op de ranglijst van status-artikelen. Waar heb ik dat toch vaker gehoord.
Binnen struikel ik sinds drie dagen over een salamander, die aan het vervellen is. Normaal schieten ze alle kanten op als je alleen al de kamer binnen komt, deze zit bij voorkeur op de grond in de deuropening en gaat niet opzij als je er overheen stapt.

vervellende salamander of gekko

Aan alle kanten hangen de vellen er af, als je zachtjes aandringt loopt hij wel weg, maar altijd de verkeerde kant op, daar waar mensen lopen, niet naar een donker hoekje of zo. Ik vraag mij af of het beest gezond is, of dat de vvelde huid niet van zijn kop wil. Ik heb de neiging om hem te helpen en het vel er af te trekken, maar ik denk dat je dat beter niet kunt doen.
Er ontspint zich op de binnenplaats opeens een heftige ruzie tussen de buurvrouw van de overkant, moeder van de kleine Fanta, die hier regelmatig over het erf loopt, ze kan nog niet praten. Een enkele keer zie ik haar huilend weglopen, nadat ze misschien gevallen is. Maar even zogoed komt ze zo weer terug. De buurvrouw verwijt de Sanogo's dat ze haar slaan of haar iets aandoen. Godzijdank is Sékou er niet, anders zou de ruzie hoger oplopen.
Ik bedenk mij dat ik met N'Dyaye moet gaan praten, om te horen wat er precies aan de hand is. Ik ontmoet hem in zijn huiskamer. De problemen zijn van een redelijk ernstige aard, begrijp ik nu. De Sanogo's doen spelletjes van sexuele aard, faire l'amour, zoals N'Diaye het uitdrukt. Het meisje is nog niet eens twee jaar oud. Het zijn beschuldigingen die je niet zomaar naast je neer kunt leggen. De Sanogo's ontkennen alles en zijn boos. Hun kinderen doen dat soort dingen niet natuurlijk. Ik laat dat in het midden, het is nauwelijks van belang. Ik heb Sékou gevraagd zijn kinderen uit te leggen dat dat soort dingen absoluut niet kunnen, of het nou gebeurd is of niet. Of de boodschap is aangekomen betwijfel ik, want de "schuld" wordt onmiddellijk bij de overbuurvrouw gelegd. En zij heeft inderdaad ook het vertrek van Arona bewerkstelligd. Het is chaotisch vanmorgen, Chistian komt me halen om naar Barbee te gaan om varkensvlees te kopen. Barbee is een klein voorstadje van Sévaré op de weg naar Bamako, nou stadje is veel gezegd. Er wonen mischien een 500 mensen. Maar daar is ook een slager, die elke zondag een varken slacht. Dus ik heb nu een echte varkensham in de ijskast, helaas niet gerookt. Nu even kijken wat ik ermee ga doen. Eigenlijk is dit iets voor in de erwtensoep, ik heb ook rookworst. Maar dat weet ik nog niet helemaal. Het ziet er ook heel anders uit dan het vlees van laatst, dat was echt een phacocière (een wrattenzwijn), dit vlees ziet eruit zoal ik het ken, lichtrood en met een dikke speklaag. Christian zelf kocht er een paar liter konjon, lokaal bier van de Dogon.
Het is nu over twaalven en ik ga de nieuwsbrief op het internet zetten. Het is laat genoeg.
Christan beloofde om vanmiddag met iedereen te komen praten over de sexuele spelletjes. Christian is echt een toffe jongen!