Klik rechts om naar www.mopti.nl te gaan
Klik hier om te printen

Dit is Willem Snapper's nieuwsbrief nr 38 van 23 september 2007.
Ik verstuur geen nieuwsbrieven meer per email, behalve op uitdrukkelijk verzoek.
U kunt zich ook aan- of afmelden voor de aankondiging: wsnapper@mopti.nl

Waarin ik er weer intuin
en
Waarin Sékou een motorfiets krijgt

Dinsdag 18 september.
Druk, druk, waar heb ik dat eerder gehoord. Zondag heb ik bijna de hele dag achter de computer gezeten. De website en het bantwoorden van de vele welkome mails. Ik geloof ook dat ik 's-middags een tukkie heb gedaan op het dak. Maandag, ik weet het al niet meer, ja nee, dat was gisteren. Natuurlijk, ik had beloofd de computers op de Ecole technique na te lopen, om te zien of alles de vakantieperiode had overleefd. En inderdaad, enig onderhoud was noodzakelijk. Drie computers hadden min of meer de geest gegeven. Ik heb er twee weer aan de praat gekregen, de derde staat nu bij mij en vraagt om meer onderzoek.
Moussa is geveld door palu, hij was zondagavond nauwelijks aanspreekbaar. Hij lag in de gang op de grond, niet erg comfortabel, wel met een kussen onder zijn hoofd. Diezelfde avond kwam een arts om hem injecties te geven, omdat pillen niet snel helpen. Het leed is dan gelukkig snel geleden. Maandagavond was hij alweer behoorlijk opgeknapt en hij begon alweer praatjes te krijgen. Ina was speciaal voor hem een dag eerder teruggekeerd uit Bamako. Ze heeft onder andere inkopen gedaan voor Ina boutique. Schriften, pennen en andere schoolmaterialen voor het nieuwe seizoen. Op de markt in Sévaré staan ook een paar kooplieden met schoolspullen, aandacht trekkend bij het langslopend volk met een tamtam. Het lijkt de Albert Cuyp.

Vroeg opgestaan vandaag, zoals eigenlijk altijd. Het belooft een spannende dag te worden. Ik ga samen met Baba, met Emilia en grootmoeder naar het gemeentehuis voor uitreispapieren van Dramane naar Spanje, waar hij een betere behandeling kan krijgen voor zijn voet. Verder wil ik met Baba verder met het opzetten van onze ONG. Als het even kan, moet de aanvraag vandaag de deur uit! Een ONG voor uitsluitend het beheer van de gelden van de Stichting Mopti en niet meer dan dat. Ik moet ook verder met de waterpompen, er valt nog veel uit te zoeken. Het is vooral de diepte van de putten, die voor de meeste pompen een probleem is.
Baba laat op zich wachten en ik baal een beetje, want ik wil aan de slag. Hij verschijnt pas tegen elven. Om een aantal officiele instanties af te gaan is het eigenlijk al te laat. Baba heeft evenwel niet stilgezeten en heeft informatie bij elkaar geharkt.
Om te beginnen hebben we Dramane opgehaald in het ziekenhuis. Als een aap zo trots zat hij naast mij in de auto om met zijn drieën zijn grootmoeder te zoeken in Sévaré. Op diverse plekken kwamen mensen aan het raam van de auto om hem enthousiast te begroeten. Dramane was zich in het geheel niet bewust wat de bedoeling was en was enorm blij toen ik hem vertelde dat we bezig waren hem misschien naar Spanje te sturen voor zijn herstel. Ook zijn grootmoeder was opgetogen en wilde de kans met beide handen aangrijpen. Maar goed, vooreerst moeten de papieren geregeld worden. Toch minder makkelijk dan Baba in eerste instantie had doen voorkomen. Het blijkt dat Dramane de Ivoriaanse nationaliteit heeft en dat moet veranderen, anders krijgt hij nooit een paspoort.
Daarna praten we over de ONG, ook minder makkelijk dan in het begin werd gedacht. Maar we gaan vanmiddag een aanvraag indienen. Binnen een week of twee zouden we dan een voorlopig bewijs krijgen waar we al mee naar de bank kunnen gaan. Voor de definitieve papieren moet ik, slik, slik, naar Bamako. Maar ook dat is misschien wel leuk. Misschien kan ik dat combineren om Yvonne op te halen op de terugweg en kan ik naar de supermarkt. On verra.
Dus reed ik vanmiddag weer naar Mopti. We bezoeken eerst het Gouvernorat, die de papieren voor de nieuwe ONG moeten regelen. De meneer die ons door de procedure loodst kost 40.000Fcfa (60 Euro), inclusief alle kosten aan leges en zegels, hoop ik. Het gemeentehuis voor Dramane is goedkoper. Ik betaal daar aan de ambtenaar 16000 Fcfa (25 Euro), ook hij doet het het hele traject. Baba is er steeds bij, ik ga ervan uit dat ik niet wordt opgelicht. En later gaan we nog met Baba's dochtertje naar het ziekenhuis in Sévaré, omdat zij last heeft van haar keel. Daar aangekomen breekt weer een erg zware regenbui los, voorafgegaan door zeer felle windstoten met stof. Terug in Mopti bezorg ik Baba een grote zak medicijnen voor 8000 Fcfa (12 Euro). Een dure dag. Baba vraagt of ik samen met hem naar Djenné wil gaan omdat zijn grand-mère is overleden. Ik ga dan meteen kijken of Ton van de Lee is weergekeerd op zijn post.

Donderdag 20 september
Gisteren Djenné. Om te beginnen haal ik Baba op en gaan we nog even langs het Gouvernorat. Er moet nog wat geregeld worden voor onze ONG. Ze betwijfelen of de naam van de ONG wel zoiets mag zijn als Association Baba et Willem. Alle bedrijven hier hebben van die volstrekt nietszeggende combinaties van letters, zoals EDM, AFGVP. Baba had voor onze ONG ook al zoiets bedacht, maar ik wil een naam die niet zo heel abstract is. In Sévaré halen we zijn grand-frère Sidi op en met zijn drietjes zetten we de vaart er in. Tegen elven staan we bij de pont die ons over de Bani moet zetten. Ik heb daar werkelijk nog nooit zoveel water gezien, meestal moet je maar zien hoe je door de modder de pont kunt bereiken, nu ligt hij prachtig aan de oever.

het huis van Ton van der Lee staat er schitterend bij

Aan de overkant kan het huis van Ton van der Lee nog maar net zijn voeten droog houden. Ze hebben een soort kademuur gemaakt, anders zou het huis misschien wel in de rivier verdwijnen. Het ligt er prachtig zo aan het water. Het heeft iets van de Vecht in Mali, met dat verschil dat het met één huis ophoudt. Ik ben meteen poolshoogte gaan nemen of hij aanwezig was, maar hij bleek in Nederland zijn been te hebben gebroken. Zijn komst zou zijn uitgesteld ergens in december. We werden verwelkomd door een Tomachek (Touareg) vriendin van Ton, die nota bene een paar woorden Nederlands sprak, zij had 10 jaar in België gewoond. Ze probeert het huis en de tuin een beetje op orde probeert te brengen, nadat er lange tijd geen bewoners waren geweest. Er wordt gewerkt aan een poort en aan een priëel in de tuin. Na een praatje vertrekken we snel naar Djenné. Het valt mij op dat rond de stad ook meer water is dan normaal. De inmiddels geasfalteerde weg naar het stadje loopt over een dijk, rondom staan tuinen en een enkel huis onder water. Het is voor het eerst dat ik in Djenné ben, zonder dat er markt is. Wat mij opvalt is de rust in de straatjes, het gemoedelijke tempo van de mensen. We parkeren de auto in een straatje achter de moskee en lopen naar een open plek waar een groep mannen van zeg maar boven de veertig op matten onder een boom zit. We nestelen ons met ons drieën tussen de treurende familieleden.

Baba maakt de foto, naast mij Sidi

Zoals gebruikelijk bij een overlijden komen de familieleden, de vrienden en bekenden van de familie langs om te condoleren, zij blijven en tijdje hangen en praten over zaken rond de familie. Baba komt van origine uit Djenné, maar heeft er nooit gewoond. Hij is sowieso pas twee maal eerder in Djenné geweest. Na een half uurtje zitten, bezoeken we diverse plekken waar ooms en tantes wonen. Baba heeft voor allemaal cadeaus meegenomen, waaronder een moustiqaire, en waar hij niets heeft overhandigt hij een paar bankbiljetten van 1000Fcfa.

een jongetje maakt koekjes met een gehaktmolen

Zoals ik al aangaf overheerst de rust in Djenné, die ook nog eens wordt benadrukt door de ramadan. De meeste mensen vasten en er is ook nauwelijks iets te koop. Op de markt ligt een rij mannen in hun handkarren te slapen. Van enige aktiviteit is bijna geen sprake. Een enkel stalletje heeft zijn koopwaar uitgestald. Tegen de avond zal er weer wat leven in de brouwerij komen, want nadat de zon onder is, mag er weer gegeten en gedronken worden. Overigens gelden de strenge regels niet voor kinderen. De jongens hoeven niet te vasten voor hun zestiende, de meisjes moeten er al aan geloven na hun eerste menstruatie. Ik voel mij niet zo erg de toerist.

sereen straatgezicht in Djenné

Toch kriebelt het om niet her en der een paar fotootjes te schieten van de prachtige huizen en de nog mooiere mensen en schielijk haal ik mijn toestel te voorchijn. Maar ik voel me er niet lekker bij. Rond half drie is het tijd om terug te gaan. De carême (het vasten) valt Baba niet gemakkelijk, hij wil naar huis.
Twee vrouwen maken van de gelegenheid gebruik om mee terug te rijden, het is dus een volle bak. Het vervoer van en naar Djenné is altijd een probleem. Djenné ligt 30 kilometer van de grote weg af en er is geen regelmatig vervoer. Bij het kruispunt met de grote weg staan een vijftal taxis opgesteld, maar ik zie geen enkele passagier. Van mijn eerste bezoeken herinner ik mij dat het kruispunt helemaal niets voorstelde, er was geen bebouwing, alleen een bord richting Djenné. Het was toen een desolate plek, met weinig begroeing, de grond bedekt met roodbruin gekleurd grint, waar de wind vrij spel had. Nu is er wat bebouwing, eenvoudige hutten en huisjes, waar mensen zijn neergestreken die kans zagen om een schamel bestaan op te bouwen door de handelsmogelijkheden van het kruispunt. Er wordt hout en houts-kool verkocht en verder wat simpele etenswaren. Het blijft een desolate plek.
Na thuiskomst ben ik er weer ingetuind. Ik had de sleutel nog niet omgedraaid of daar stond Seckine al op de stoep. De jongen die voor de verbouwing de stenen heeft gemaakt, dus in elk geval geen onbekende.

Monsieur mon ami, het briefje van Seckine de briquettier (stenenmaker)

Hij gaf mij een brief met het verzoek om 15.000 Fcfa. Zijn verhaal was dat "ze" zijn hele huis hadden leeggeroofd en dat hij nu niets anders meer bezat dat datgene wat hij op zijn lijf had. Moe als ik was heb ik hem het geld gegeven, om van hem af te zijn, ook omdat er nog meer mensen op dat moment op mij stonden te wachten. Later heeft Sékou van een collega van hem gehoord, dat zij hele verhaal gelogen is.
's-Avonds heb ik een ontmoeting met JP, hij is weer gearriveerd met een groep toeristen en we hebben het transport van 25 door zijn toeristen gefinancierde schoolbanken geregeld naar Indéli, een klein dorpje in Dogon-land. Het vervoer is nog niet zo eenvoudig nu de brug naar Bandiagara niet bruikbaar is. Auto's dienen een enorme omweg te maken en die weg is inmiddels helemaal stuk gereden, zodat grote vrachtwagens er niet eens meer door komen. Maar we hebben een simpele oplossing. De spullen worden eerst naar Goundaka gebracht, waar ze met pirogues (boten) naar de overkant worden gebracht en dan met een andere vrachtwagen verder woden vervoerd. Een hele toestand, maar het gaat lukken.

half elf in de avond, de tv staat aan en er is er eentje nog wakker (vlnr Doua, Daco, Adama en Pauli)

Vrijdag 21 september
Gisteren een rustige dag, ik was vermoeid van de Djenné-dag en ik heb het er een beetje van genomen. Enige bijzonderheid van de dag is de lekke band in het centrum van Sévaré. Ik heb het reservewiel gebruikt en de lekke band naar de bandenplakker gebracht. Het is al de derde keer, ik heb niet gezien waarom hij lek was, maar het zal wel een spijker zijn geweest. Het is wel toevallig dat ik gisteren mijn auto in Mopti had geparkeerd. Bijna op dezelfde plek, waar ik ook al eerder een lekke band heb gehad. Is er sprake van opzet? Moet ik mijn auto daar niet meer parkeren? Moet ik in het vervolg toch mijn auto op de bewaakte parkeerplaats neerzetten? Vandaag ga ik verder nog een dagje installeren op de Ecole Technique.

Zaterdag 22 september.
Dag van de onafhankelijkheid. Fameus zijn de pirogue-races op de rivier de Bani bij Mopti. Eeen tiental boten ieder met naar ik schat tussen de 30 en 50 roeiers, peddelen zich de armen uit het lijf om de race te winnen, een boeiend en imponerend gebeuren. De berichten spreken elkaar tegen, ze wedstrijd zoud zijn afgelast vanwege de carême (de vasten), verder is het volstrekt onduidelijk wanneer ze zouden worden gehouden. Ik denk dat ik maar gewoon thuis blijf, dan maak ik er een rustige dag van. Er komt nog wel eens een nieuwe kans.
Ik ben gisteren de hele dag in de weer geweest met de oude computers van de Ecole Technique. Er zijn diverse problemen, de meeste zijn wel op te lossen, maar het is veel werk en ik ben er nog niet klaar mee. Probleem is dat er te weinig toetsenborden zijn en netsnoeren, waardoor ik de hele tijd in de weer ben met wisselen van snoeren enzo, waardoor ik maar weinig computers tegelijk onder handen kan hebben. Al na een uurtje belt Bakary uit Mopti, dat zijn netwerk het niet doet en in gezwinde spoed vertrek ik om daar de problemen te lijf te gaan. Zijn klanten zijn al vertrokken. In de tussentijd haalt Baba de papieren op voor Dramane bij het gemeentehuis, ze hebben er flink vaart achter gezet. Dat is de eerste etappe. Nu gaan we achter een carte d'identité aan en daarna het paspoort. De rest van de middag ben ik bezig met de computers op de Ecole Technique. Ik ga er maandag mee verder.
"All quiet on the western front" is de film van vanavond. Tweeënhalf uur film over het nutteloze verblijf van jonge jongens in de loopgraven van de eerste wereldoorlog. Hun enige perspectief is wachten op het opherroepelijke einde, zonder dat iemand er iets mee opschiet.
Ik heb nog nooit zoveel mensen in de zaal gehad. Waar ik het vorige weken over 200 heb, nu zou ik zeggen dat het er wel 300 moeten zijn geweest. En er komen ook steeds meer volwassenen. Elk plekje is bezet, het is een zee van mensen. Ik begrijp niet dat er zoveel mensen zich op die betrekkelijk kleine plek kunnen samenpakken, het zijn er ook vast geen 300. Tellen is bijna onmogelijk vanwege de enorme chaos. Het is ook warm, de temperatuur overdag loopt op naar 36 graden en het is ook erg vochtig. Het koelde gisteravond ook niet af. Je hoort mij niet klagen, maar het is niet steeds prettig. Sékou klaagt ook, het sterkt mij in het gevoel dat de mensen het hier net zo warm hebben als ik. Je went er niet aan. Warm is warm, door transpiratie moet je afkoelen. Zo drupten de zweetdruppels van het gezicht van de bandenplakker van gisteren, zonder dat hij noemenswaardig bovenmatige inspanningen moest doen. Tot overmaat van ramp mag hij tot zonsondergang ook niet drinken vanwege de carême.
Het is voor mij dan ook zaak "inspannende" klusjes zoveel mogelijk vroeg in de ochtend te doen, Sékou denkt er ook zo over. Voor Founé ligt het anders. Die gaat wèl de hele dag door en zij is 's-avonds dan ook helemaal uitgeput. Je hoort haar niet klagen, hoewel, soms hoor ik haar zeggen "c'est chaud hè!" het is één van de weinige Franse zinnen die ze kent. Gelaten aanvaardt ze haar lot en gaat ze door, aan haar gezicht kan ik zien dat ze het zwaar heeft. Volgens Sékou is de regentijd voorbij, hij weet het beter dan ik natuurlijk, maar met deze vochtigheid moet het toch wel weer tot een uitbarsting komen, hoewel er van bewolking nu bijna geen sprake is.
Vier uur in de middag en er komt toch een soort sluierbewolking opzetten. Ik hoop niet dat dat vanavond op regen uitdraait. Vanmorgen belde Baba dat de pirogue-races om 10 uur zouden beginnen, dus zijn we als een haas naar Mopti gereden. Helaas, geen enkele pirogue te bekennen. Jammer we zijn naar huis gereden. Met Sékou ben ik daarna naar Sévaré gereden voor het kopen van een bromfiets. Hij heeft zijn zinnen gezet op een Chinese (nammaak of licentie?) Yamaha 100cc en de prijs is beslist redelijk te noemen: 45.000 Fcfa (70 euro) met inruil van zijn oude wrak. De bromfiets ziet er redelijke uit, start en loopt goed. Een aantal dingen doen het niet, maar de kosten voor reparatie zijn niet hoog. Het is nu over vieren en ik ben al een paar uur thuis. Begin ik nu ongerust te worden? Ik had verwacht dat Sékou linea recta naar huis zou rijden. Er zal toch niets gebeurd zijn?

de moto wordt vertroeteld

duizend maal word ik bedankt, dat moet hij wel, hoe vaak beweert hij niet dat ik niet zomaar geld moet geven aan anderen!

ze kijken een beetje sip, maar iedereen is blij

Volgens mij hoor ik in de verte onweer.

Zondag 23 september.
En inderdaad, het heeft vannacht nog een beetje geregend. Het is half acht en ik zit op het dak. Het is niet echt fris vanmorgen, vandaag denk ik, kon het wel eens een erg warme dag worden. Sékou kwam gisteren om een uur of vijf gewoon thuis. Hij heeft heel Sévaré zijn motorfiets laten zien, hij is apetrots. Samen halen we daarop nog snel mijn nieuwe stoelen op. Ze passen maar ternauwernood in de auto en nu ze in de salon staan is die ook meteen vol. De eettafel staat nog ongebruikt buiten, als die erbij komt is het echt vol. Eventueel zet ik één stoel in de slaapkamer. Ik moet de kussens nog laten bekleden, maar stof is erg duur en er is heel veel nodig voor die acht kussens. De stof die Madou mij wilde aansmeren was onwaarschijnlijk lelijk. Met dat soort stoffen worden hier alle stoelen en banken bekleed, een soort velours met burgerlijk grijs-bruin patroon, gespeend van elke artisticiteit, te treurig voor woorden. Ik wil eigenlijk mijn kussens bekleden met Dogon-bogolans, prachtige indigo-blauwe stof. Nadeel is dat de stof blauw afgeeft. Maar doet het dat ook nog na een grondige wasbeurt??

ik ga vanmiddag de salon inrichten

Driehonderd mensen gisteravond is overdreven, ook eergisteren waren het er niet zoveel, het bestaat niet. Ik zit met mijn projector altijd midden tussen het publiek en vanuit mijn gezichtspunt lijkt het meer dan het in werkelijkheid is. Tijdens Harry Potter1 ben ik even naar het dak gelopen, om te proberen ondanks de duisternis een paar foto's te maken en daar werd het duidelijk dat het er niet zòveel waren. Maar druk was het, en de mensen hebben ademloos zitten kijken. Het is bijna onmogelijk dat de Malinezen hem kennen, toch hoorde ik bij de aan-titeling kreten: "Harry Potter, Harry Potter!!" Ik blijf genieten van het meeleven van het publiek.