Klik rechts om naar www.mopti.nl te gaan
Klik hier voor de printversie

Dit is Willem Snapper's nieuwsbrief nr 49 van 9 december 2007.
Ik verstuur geen nieuwsbrieven meer per email, behalve op uitdrukkelijk verzoek.
U kunt zich ook aan- of afmelden voor de aankondiging: wsnapper@mopti.nl


Waarin de kippen niets voor Sékou overlaten
en
Waarin het eerste jaar rond is

Maandagavond, 3 december 2007.
Iedereen heeft het koud. Iedereen heeft het erover. Ze hebben dit niet vaak meegemaakt. Vandaag was het maximaal 26, nu is het net 20 graden. De lucht is bijna continu bedekt, af en toe een streepje zon. En het heeft vannacht flink geregend, het heeft vanmiddag ook geregend, al was dat niet noemenswaard. Maar toch, het klopt niet.

Dinsdag 4 december.
Ik werd gebeld door Richard Uijen, hij was juist aangekomen in Sévaré, ik heb hem opgehaald samen met een Finse, die in dezelfde bus zat. Het hotel was vol en ja, bedden genoeg.
We hebben de hele avond zitten praten over Mali en het leven hier. Laat naar bed.

Even terug naar gisteren.
3 December, dag vijftien, precies een jaar geleden, dat we Mali binnenreden. Wat kan ik mij herinneren? We kampeerden 100 kilometer voorbij de grens op een veldje een paar honderd meter van de weg af.

bordje Mali

De karavaan ezelkarren die om drie uur in de nacht passeerde bij volle maan. De muziek van Geneva Seck schalde uit een gettoblaster op een van de ezelkarren. Het was als in een droom: onwaarschijnlijk en indrukwekkend. Iedereen stak zijn kop uit de tent naar buiten om dit bijzondere gebeuren te aanschouwen. Kon ik mij een mooier welkom in Mali wensen?

3 december
beetje sfeer

Ik herinner mij 4 december de douane in Nioro, waar ik bang was dat nu echt de hele auto leeg zou moeten. Niets van dat, slechts een vluchtige blik door de raampjes was alles. Wel probeerde de douanier mij mijn barbecuerooster af te troggelen, met succes. Bang als ik was dat ik voor veel grotere problemen zou komen te staan. Wat had ik moeten antwoorden op de vraag wat ik met al mijn spullen in Mali wilde gaan doen? Gelukkig kwam het niet zover. Al spoedig reden we verder richting Bamako over het enige niet geasfalteerde stuk weg. Hobbel, hobbel, links, rechts, naast de weg, 180 kilometer stof en ongemak, maar wel Afrikaanse herinneringen. We deden er 4 uur over. Ik herinner mij de invasie bij Arnold en Bernadette in Kati, die ons trakteerden op een douche, bier, een heerlijke maaltijd en een echt bed.

Terug naar het heden, nog steeds maandag. Alweer een drukke dag. Max en Nancy trekken verder. Ze nemen de grote veerboot naar Gao, misschien stappen ze uit in Tombouctou, misschien ook niet. Vandaar gaan ze over de weg terug tot Douentza en proberen ze een taxi-brousse te vinden naar de Dogon. Ik ben benieuwd of ik nog wat van ze hoor, ze behoren beslist tot de betere couchsurfers, misschien iets te lief en te Amerikaans (howe are you today?, thanks for cooking). Ik leg de laatste hand aan de proef-computer voor de technische school en haal een pakje op van Danielle en Jancees dat hun vriendin Martine mee had genomen met het vliegtuig. Toen ik haar eindelijk op het vliegveld in het vizier kreeg, klom ze, ondanks dat ik haar toch enigszins op leeftijd schatte, gezwind bovenop de auto om het pakket met chocola van het dak te halen. Dat was maar beter ook, want daar zou, ondanks de relatieve koude, anders maar weinig meer dan een klomp bruine smurrie van zijn overgebleven. Deze Martine reist met een tekenclub van tien Franse dames door de Dogon! Misschien dat ik haar vrijdag nog even kan zien.
De dag is nog niet om. Ik maak me boos op Baba omdat hij weer veel te laat is. Ik haast mij een ongeluk om op tijd bij onze vergadering in Sangubaka te zijn en Baba laat het afweten. Als hij eindelijk komt, kan ik toch niet boos zijn. Hij heeft zijn redenen en zijn gezicht werkt tè vertederend. En wat doet hij niet allemaal!! We hebben het er wel even over gehad, maar ik moet er een beetje mee leren leven, het is ook een beetje Afrika. Enfin, we rijden naar Sangubaka voor de eerste grote vergadering. De put zit nu op 5 meter, ze zijn bezig met het maken van de volgende betonnen binnenring.

de put op 5 meter

We lopen naar het dorp. Er is nog niemand te zien. Ik houd mijn hart vast, wat gaat er gebeuren, wat heeft Baba in petto en komen de vrouwen nu wel? De conseillé van de chef de village, of is het zijn broer, met wie we steeds te doen hebben, trommelt iedereen op. Dezelfde groep mannen geven acte de présence en waarachtig, er beginnen nu ook vrouwen te komen, uiteindelijk wel een stuk of dertig.

vergadering in Sangubaka, ook de vrouwen komen poolshoogte nemen

De dorpelingen hebben niet stilgezeten. Ze hebben een voorlopige lijst van vrouwen gemaakt, die willen deelnemen en die bereid zijn om 200 francs te betalen (30 cent), een bijdrage om te zien hoe serieus ze zijn bij de aanvraag voor een stukje land. Het zijn er voorlopig 65 en het worden er meer. Vooral de jongeren zijn niet in het dorp. Na de oogst vertrekken veel jongeren naar de grotere plaatsen zoals Mopti, om zich aan te bieden als wasvrouw of als hulp in de huishouding en zijn dan maanden van huis. Ze verdienen daarmee 3000 tot 4000 francs per maand (4,5 tot 6 Euro), hard werken voor bijna niks. Ook zij zijn gaarne bereid om hun leven aan te passen, niet meer weg te gaan en in de tuin te werken. Baba noteert de namen van de tien leden voor het dagelijks bestuur. De vergadering duurt maar kort, omdat het zowaar zachtjes begint te regenen! Het houdt vandaag niet op met de cadeaus. Na het pakket uit Frankrijk, moet ik mij nu ontfermen over 4 kippen, die achter in de auto worden gedumpt, poten bij elkaar gebonden. Ik neem een oudere man mee naar Sévaré, die een probleem heeft met de luchtwegen. Christian voorziet hem van alle serums die hij kan vinden en ik beng hem terug naar Sangubaka. Terug in Sévaré koop ik snel vier dekens voor de logeerbedden, het is Christian die de onderhandelingen doet. Hij is zwart, ik ben wit. Het scheelt in de prijs en het scheelt een heleboel moeite.

Dinsdag 4 december. Het is opstaan om 6 uur, mijn Finse gaste wil de bus van zeven uur naar Ségou halen, mijn Nederlandse gast wil naar de Dogon. Verder is het en dull day. Ik ben de hele dag bezig op de École Technique om de nieuwe computers te installeren, het gaat zeer voorspoedig, aan het eind van de dag is, mede dankzij de hulp van Isac Dembelé, de Franse leraar, die zeker geen twee linkerhanden heeft. C'est tout. Maar nu na het eten ben ik wel behoorlijk moe, het was een lange dag.

Woensdag 5 december.
Ik word wakker. Ik kijk op de thermometer. Het is minder dan 16 graden.......
Vandaag nogmaals een hele dag op school, lokaal twee is aan de beurt. De oude computers eruit en de computers uit het andere lokaal erin.

Dag 17 van onze reis. En dan is het 5 december een jaar geleden. We doen het rustig aan, 260 kilometer, eerst een wandeling over de markt in Kati, we passeren Bamako en overnachten in de missiepost van Ségou. Ik denk geen moment aan Sinterklaas. We zijn nu echt dichtbij, een klein beetje zenuwachtig ben ik wel.

DONDERDAG 6 DECEMBER.

De laaste dag van onze reis, de achttiende dag.
In San bel ik Bakary, het is één uur in de middag om te zeggen dat we over twee uur arriveren. Ik neem het stuur over van Jiek, de laatste 200 kilometer wil ik graag zelf rijden. Ik herinner mij bij een tussenstop dat Gerard met een wild verhaal komt dat hij bijna van de weg was gedrukt en dat ze een noodstop moetsen maken. Maar goed we rijden Sévaré binnen en het is alsof ik "thuis" kom. Het is een speciaal gevoel. Hier zou mijn toekomst liggen, hier zal ik het moeten doen.

maar wat zeur met een dergelijk paradijs??

Onzekere gevoelens, maar ook blijheid wisselen elkaar af. Wat heb ik mijzelf aangedaan, wat heb ik voor beslissing genomen, wat zal de toekomst brengen? Bakary doet er alles aan, Djenné heeft een middagmaal bereid en we doen ons allemaal tegoed aan frites met vlees. De aankomst bij le petit palais voelt onwennig aan. Vorig jaar was het allemaal nog ver weg, ja een huis kopen en binnen een paar weken zou ik weer in de Gerard Dou zitten. Nu was het andere koek. Ik zou hier echt gaan wonen, mijn vrienden zouden terugvliegen en mij "alleen" achterlaten! Even slikken, dat wel.

Nu een jaar later begin ik mijn draai te vinden, ik heb het druk, ik ken veel mensen, ik voel me thuis. Ik realiseer mij dat ik het woord thuis niet zo snel meer gebruik wanneer ik de Gerard Doustraat bedoel. Dat is winst. Ik heb het heel erg naar mijn zin. Ik ben verschrikkelijk blij dat ik deze stap heb genomen, nog steeds. Ik heb geen moment spijt. De nieuwe mogelijkheden van communicatie met de mensen die ik heb achter gelaten doet veel goed, zeker met de ADSL wordt het mij niet moeilijk gemaakt. Daardoor lijkt ook de stap veel minder groot. Al blijft het natuurlijk jammer dat ik mijn familie en vrienden niet dicht om mij heen heb, dat mis ik en daar kan ik weinig aan doen.

Ik ontdek elke dag nieuwe dingen. Ook vandaag weer. Ik ben gisteren wezen kijken of het geld voor het cultureel centrum is bijgeschreven en vandaag heb ik het opgehaald. Hupla, 5 miljoen (7500 Euro) voor een stuk grond van 20x42 meter. Na het tekenen van het contract en het overhandigen van de lettres d'attribution werken we de volgende stap af in de Mairie. Het heeft niet veel om het lijf. Baba heeft voor Sangubaka twee mallen gekocht om stenen mee te kunnen maken. Ik breng ze naar het dorp. Vreemd genoeg komt in het dorp een politieauto poolshoogte nemen, maar er wordt niet gestopt en even later rijdt hij weer terug richting de hoofdweg. Ik denk net als de chef de village, dat ze wilden checken waar die maffe tubabou (blanke) was gebleven.

de "mijnwerker" is bijna uit het zicht verdwenen, je moet daar ook geen last van claustofobie hebben

De put is nu 7 meter diep, de jongen die beneden staat te hakken in een soort grindlaag is al bijna niet meer te zien door de duisternis. Met een zwaar touw en blok laten ze de gravers naar beneden zakken, of hijsen ze ze weer omhoog. Ze werken met z'n vijven en wisselen elkaar regelmatig af, want het is zwaar werk.

de hijsploeg

Voor de rest is het een dag als de andere. Behalve dan dat Richard weer terug is uit de Dogon en blijft slapen om morgen terug te keren naar Bamako en naar Nederland. En ik dien natuurlijk niet te vergeten dat ik vanavond mijn eetclub heb (had), de eerste woensdag in de maand, nu even verschoven vanwege Sinterklaas. We hebben geskyped.

Zaterdag 8 december.
Druk, druk, ik hoop dat deze nieuwsbrief ook iets korter wordt. Gisteren een lange dag, zes uur opgestaan om Richard op de bus te zetten, mijn badkamer en mijn slaapkamer schoongemaakt, dat was wel heel erg nodig, ik heb er bijna een volle emmer zand uitgeschept. Voor de rest van de dag op de Ecôle Technique voor het installeren en klaarmaken van de computers in het tweede lokaal. Ik had er 's-avonds bijna de brui aan gegeven, maar ik kan mijn filmpubliek toch niet buiten in de kou laten stikken. Ik heb nu een aantal Popeye the sailormans, die slaan redelijk aan, daarna nog eens een L&H en Flubber als hoofdfilm, in het Engels helaas. Door de koude vertrokken er wel wat mensen, misschien ook door de film maar er werd toch ook af en toe enthousiast gereageerd en gelachen. Ikzelf had nu twee truien aangetrokken, het is onbegrijpelijk, maar 21 graden is best fris. Ik krijg her en der opmerkingen uit het westen dat ik met 21 graden niet moet klagen, onder andere van Elly uit Edmonton, die vorige week is teruggekeerd uit Sévaré in Canada bij een temperatuur van minus 30 graden. Ik klaag ook niet echt, ik kan er goed mee leven, maar het is opmerkelijk dat alle Afrikanen steen en been klagen.

Sékou, Douba, Adama en Daco bezig met een duivenhok, het kippenhok volgt
(als de sla op is vermoed ik)


Vandaag heb ik een grote rol gaas gekocht. De twee kippen die ik in Sangubaka had gekregen hebben de hele salade-aanplant van Sékou opgegeten. En de plantjes stonden er zo mooi bij. Sékou had een paar kleine veldjes gemaakt, ruim voorzien van mest en er voor 500 cfa slaplantjes. Het gaas kostte mij 17.500 cfa (25 Euro), daar koop je zeker tien tot vijftien kippen voor. Vandaag ook heb ik een computer van Bakary gerepareerd, hij wilde niet meer starten. En vandaag heb ik de middagmaaltijd genuttigd bij Baba, ik had al gelunched, maar toch. Groot bord rijst met vis en diverse groentes, watermeloen, volledeig ontdaan van al die nare pitten, toe. We spraken over de dispensaire in Dialango, het project van Yvonne. En over een huis voor Dramane en zijn grandmère, dat Alberto wil financieren.
Ook Ablo is terug van zijn klus in Djenné, hij heeft nu snel tijd om in Sangubaka aan het werk te gaan, dat betekent maandag naar de bank..........., en wachten.

Zondag 9 december.
Er stonden gisteravond maar weinig mensen voor de poort, voordat de film begon. Toch liep het weer helemaal vol. Het was iets minder koud, met mijn twee truien had ik het zelfs een beetje warm. Hetzelfde programma als vrijdagavond en de de film Garfield gets real als hoofdfilm. Helaas weer in het Engels, maar de getekende figuren deden het zo goed, dat er geen mensen vertrokken. Als er mensen voortijdig de zaal verlaten geeft dat mij geen prettig gevoel, het knaagt. Ik voel me een beetje verantwoordelijk voor de keuze van de films, ik kan niet alles klakkeloos draaien. Actie is belangrijk voor diegenen die helemaal geen taal buiten de deur spreken en teveel gesproken woord is dodelijk, zeker als het ook niet in het Frans is.
Ik ben nu TinTin aan het downloaden, 6 Gigabyte met een twintigtal filmpjes, ik denk dat die zullen aanslaan (download-time 4 dagen en 7 uur). Maar de computer is geduldig.

zondagmorgen, een vrachtwagen met stenen