4 februari 2007

Dit is Willem Snapper's nieuwsbrief nr 6.
Wilt u op de verzendlijst komen, stuur dan een mailtje: wsnapper@mopti.nl

Maandag 29 januari
Ik moet zo naar de school om virussen te verwijderen, dus nu nog snel wat over gisteren.
Ik heb het er nu elke dag over, het wordt al warmer. Ik moet er ook rekening mee gaan houden, 's-nachts de rammen open, overdag dicht. Moussa kwam gisteren weer met een gigantische watermeloen, die gaat dan maar naar Sékou, ik heb ook nog steeds teveel bananen, ondanks het feit dat ik daar ook gisteren de nieuwe voorraad aan Sékou heb gegeven. In de ochtend mijn nieuwsbrieven verstuurd en mijn website aangepast. En naar de notebook van Karim gekeken. Met de hard disk daarin is niet veel te beginnen, ik heb nog een ander, maar de installatie-bestanden voor Windows98 heb ik niet meer.
Anna-Christien belde mij, ze was weer terug uit Tombouctou en ze hadden het heel erg naar hun zin gehad. We hebben een uurtje zitten kletsen en daarna ben ik naar huis gegaan om mijn werkzaamheden af te ronden. Ik ben nu aan het schrijven over het projekt van Aagje Nicolaas voor het onderhoud van bebouwing in het Dogon-gebied.
Ik heb ook allerlei bezoek gehad. De advocaat-buurman kwam goeiendag zeggen, de projectontwikkelaar van de overkant kwam melden dat ik nieuwe overburen heb, iemand van Malitel, moet ik nog mee kennismaken. En het neefje van Hélène, Philomène, die mee was naar het afgelegen dorpje Kouana. Hij volgt een opleiding als verpleger hier in Sévaré, heel aardige jongen, maar hij bleef een beetje te lang plakken. We hadden het over palu, hij vond het verstandig als ik een profilax zou blijven slikken, hoewel er heel goede medicijnen zijn in geval de ziekte toeslaat. Hij is een aantal jaren geleden uit Ivoorkust vertrokken ivm de onveiligheid daar. Er was daar een burgeroorlog tussen het noorden en het zuiden. Er is een soort status quo, maar in het noorden heerst een soort anarchie. Hij heeft eerst een tijdje in bamako gewoond en vervolgt nu dan zijn opleiding in Sévaré. Hij heeft een beurs, betaald door de overheid hier. Maar, zegt hij, als ik de kans krijg, ga ik naar Europa. Er zijn daar veel Malinezen en het is daar beter. Het zit vast in zijn hoofd. Ik ben bang dat ik het daar ook niet uit praat. Want wat heeft hij hier voor toekomst? Hij wil sowieso terug naar Bamako, zodra als zijn studie erop zit. Hier is te weinig te doen, op alle mogelijke gebied, vooral werk.
Bij de email-post zit een mailtje van Anetty en JanJoost, geschreven vanf de rug van een olifant geloof ik. Het is voorlopig wel avontuurlijk daar richting Laos. Bakary belde dat er post was. Ik denk dat het het geboortekaartje is van Suzanne (van Jaap en Paulien uit Zutphen).
Vooralsnog ga ik naar de school, maar vind nauwelijks virussen, zeker niet wat ik verwachtte. Vreemd, waar kwamen dan de virussen op mijn sticks vandaan? Misschien komen ze wel bij Bakary. Er zijn daar regelmatig toeristen die hun clés (USB-sticks) bij hem in de PC stoppen. En ik zet een modem in de computer van Karim, het lukt nu wel.

Ali, de vriendelijke metselaar met een van zijn kunststukjes

Tussen de middag maak ik weer een paar foto's van mijn metselaar en zijn companen/schilders. Ik vertrek naar Mopti en daar maak ik vignets voor een klant van Bakary. Als ik bijna klaar ben wordt er uit Nederland gebeld door Henk van Middelaar of ik 's-avonds mee wil werken aan een radio-uitzending. Spoorslags rijd ik terug naar Sévaré, drink twee pilsjes, zodat ik wat beter uit mijn woorden kom en zet wat punten op een rij. Rond half negen wordt gebeld, helaas is de verbinding heel matig, veel echo en duurt het bij elkaar niet langer dan een minut of twee.
Na mijn avondmaaltijd met de overheerlijke brochettes en frites van Moussa komt Sékou nog televisie kijken. Hij zit echt te genieten en vindt alles reuze interessant.

Dinsdag 30 januari
Gisteravond heb ik gezellig nog zitten kletsen met Gerard. Over hoe duur een telefoongesprek is, maximaal 6 Euro zei die. Nou dat vind ik nog knap veel. Het gesprek van gisteren duurde 22 minuten, dan kom je ook wel ergens daar in de buurt. Mijn winkeltje is al een paar dagen gesloten, dus ik moet nu wel honderd meter verder voor mijn brood.
Het lukt mij vanmorgen niet om op het internet te komen. Als je eenmaal verbinding hebt, dan blijft het tegenwoordig continu goed, maar er zijn kennelijk maar een beperkt aantal telefoonlijnen beschikbaar, de capaciteit is beperkt. Wel vreemd dat ik toch maandelijks 45 Euro moet neertellen voor iets wat het standaard voor het grootste gedeelte van de dag niet doet! Terwijl je voor 24 uur betaalt. Ik ga meteen maar even bellen met Orange, kijken of hier toch ADSL mogelijk is. Het schijnt.......... Ze bellen me terug. Het goedkope internet Home is er nog niet, de business-uitvoering 280.000 Fcfa per maand ofwel pakweg 400 Euro. Maar niet dan.
Ik ontdekte onder de heg iets raars, het leek op een ei, spierwit, het stak half uit de grond en de grond was leek het opengebarsten. Ik heb Sékou er maar weer bijgehaald. Zijn verklaring was snel en duidelijk: een spierwitte champignon, die zomaar plotsklaps naar boven was geschoten. Niet eetbaar helaas.

Het feest op school, zie verderop in de nieuwsbrief.
de man in het midden kan zich alleen voortbewegen dmv een stok, maar komt daarmee heel knap weg. Zijn danstalenten mogen er zijn.

Bij Bakary in Mopti heb ik de vignets afgemaakt. Op de heenweg weer een auto vol met passagiers, een oude man, twee jongens, een vrouw met een baby en flink wat bagage bijeengehouden door oude lappen en een prachtige Peuhl-vrouw, met die typische gelaatstrekken en opmaak. Allemaal natuurlijk dankbaar dat ik ze meeneem. Ik weet niet wat de taxichauffeurs er wel van denken, ik pik dan wel geen mensen op dichtbij de taxistandplaats, maar het is wel hun vrachtje. Hoewel de meeste taxis pas vertrekken als ze bomvol zitten en er dus onderweg toch niemand meer bij kan.
De kogel is door de kerk. Ik heb met Yacou gesproken. Hij doet ongeveer de helft en Abdoulaye de rest. Hij hield zich groot, probeerde het schilderwerk alsnog binnen te halen, maar ondanks zijn melancholieke ogen heb ik voet bij stuk gehouden. Hij kan van die vreselijk diepe zuchten slaken, ik weet niet eens of hij zich daarvan bewust is. Ik houd mij voor dat hij een zakenman is en dat dit er bij hoort. Een uurtje later was hij alweer terug met de defintieve begroting: het rieten dak boven, het afdak boven het terras beneden, 2 klimatiseurs en de verharding van de weg. Voor Abdoulaye de rest: ommuring van het belendend terrein, een huisje met twee kamers en veranda, deur van de huiskamer naar het terras, raam naar de computerkamer, slopen en afwerken van de muur tussen de twee terreinen en nog wat kleinere klusjes. Beiden krijgen ongeveer hetzelfde.
Het zoontje van Sékou Paul is behoorlijk ziek, onmiddellijk wordt gedacht aan de palu en in het ziekenhuisje hier vlakbij krijgt hij enkele injecties. Hopelijk is hij er snel overheen. Ik heb de kosten betaald, 1170 cfa (1,80 Euro), ik hoop dat Sékou begrijpt dat het wisselgeld van het biljet van 5000 terug wil hebben. Ik heb hem immers zaterdag zijn salaris gegeven. Hij mag nog niet helemaal blut zijn. Een rustige dag verder. Kumba, de oudste dochter van Moussa had het moeilijk met de warmte, die volgens haar veel te vroeg al had toegeslagen. Tot nu toe valt het mij nog best mee. Het zal straks gewoon 10 graden warmer zijn. Andere koek.
Over koek gesproken, wat heb ik vanavond lekker gegeten: salade van geraspte rauwe rode biet met tomaten, lapje vlees van het schaap van Bakary uit de diepvries en aardappelpuree, vermengd niet met boter, maar met een beetje mayonaise en kerrie. En dan ga ik vanavond eens lekker vroeg naar bed, als ik tenminste niet nog iemand op bezoek krijg.

Woensdag 31 januari, de stroomversnelling.
Om te beginnen ontbijt. In plaats van een stokbrood vanmorgen een ronde bol, een soort grote kadet, met paté en met tomaat. Erg lekker brood, ga ik vaker kopen. Niet veel later verschijnt Yacou et het contract. Ondertekenen en naar de bank om geld te halen. Op de markt meteen aardappels gekocht, nog een rode biet en worteltjes (10 bospenen voor 200 CFA (30 cent). Ik heb het idee dat dat al duur is, maar dat valt wel mee dus. Als ik thuiskom staat er opeens veel wind, en zoveel stof heb ik nog niet meegemaakt. Het was gisteren op de tv al voorspeld in het weerbericht. Op het scherm zie je dat als een langgerekte rose vlek. Dat heb je toch niet in Europa. Na mijn telefoontje is Yacou ook weer terug om de eerste aanbetaling in ontvangst te nemen. En we lopen nog even over het dak en bespreken wat details. Vooral dat het minder groot moet worden dan hij had gedacht. Voor minder hoef je niet over de prijs te praten, voor meer wel. Vanmiddag komt de smid voor de juiste maten van de palen, Yacou vertrekt nog deze week om de materialen in Bamako te gaan halen. Het echte werk start dus volgende week.
Ik neem ook maar meteen het besluit om het huisje voor Sékou te bestemmen. Hij is verrukt natuurlijk. Maar voordat dat klaar is zal nog wel even duren. Ik moet ook nog met Abdoulaye praten, de andere aannemer. Maar volgens mij wil hij ook al vanmiddag beginnen. Ik moet nog bij Moussa te rade hoe het nou precies zit met mijn nieuwe grond. Tot nu toe heb ik een vodje papier zonder datum, met naam koper "Willem Spper" en een paar handtekeningen, waaronder die van Moussa, maar niet die van mij, hebben ze twee piketpalen in de grond gestoken (beton) en ben ik 4 miljoen cfa lichter. Ik heb net Moussa maar even gbeld hoe dat nou zit, maar die zegt dat er gewoon gebouwd kan worden. Y a pas de problèmes. Ik ga het wel even met Abdoulaye bespreken. Hoop dat hij weet wat er nodig is aan vergunningen. Ik geloof dat hij er nu aankomt. (Ik moet eigenlijk aan het project van Aagje werken...) Met Abdoulaye ook tot een akkoord gekomen, nadat ik nogmaals naar de bank ben geweest, zit hij nu zijn geld te tellen. Inmiddels is ook Yacou weer gearriveerd, die is nu met de smid op het dak bezig.
Op weg van bank naar huis werd ik aangesproken door een jongeman van ik schat rond de 20. Vroeg mij om werk. Ik moet wel zeggen dat ging mij door merg en been. Ik kan hem zomaar niet helpen. Ik kan hem ook niet zomaar wat geld geven. Al heb ik genoeg. Dit zijn echt moeilijke momenten. Jonge mensen die wel willen, maar die niet kunnen, hij heeft misschien ook geen opleiding, al sprak hij wel Frans. Het gaat wel zo hier, de metselaar van hiernaast ook. Als het werk klaar is moet hij maar zien dat er wat anders komt. Hij heeft ook een vrouw met dacht ik twee kinderen.
Ik spring wel van de hak op de tak. Abdoulaye wil overal muskietengaas voor de ramen, want dat houdt niet alleen de insecten tegen, maar ook de lézards (hagedissen). En de Afrikanen houden niet van hagedissen. Die moet je niet laten leven. Als je vlees op tafel laat liggen, spugen ze erop. Het laat ze koud als ik zeg dat ik denk dat het uiterst nuttige dieren zijn, die dag en nacht op jacht zijn naar insecten, muggen in het bijzonder. Jammer is dat. Voor over ik weet leven er hier twee soorten, het meest zie je een hagedissensoort, spits met een lange dun uitlopende staart. Er is een andere soort, misschien is dat wel een salamander, die is breder en platter, heeft een minder lange en stompere staart. Beiden hebben groot vermogen zich aan hun omgeving aan te passen. Ze zitten bij voorkeur achter de luiken van de ramen, alwaar ze veilig zijn voor roofvogels en mensen. Uren zitten ze doodstil om plotseling opgewonden te raken als er muggen in de buurt zijn. De salamanders maken ook een soort klikkend geluid, heeft niets dierlijks eigenlijk. Maar Abdoulaye vindt het maar niks en wil ze onmiddellijk de keel door snijden. Door zijn zeer zachtmoedig voorkomen kan ik dat niet helemaal plaatsen. Ik schat hem begin 30, heeft een aantal jaren voor diverse aannemers gewerkt aan allerlei verschillende projecten. Van eenvoudige verbouwingen tot een benzinestation in Timbouctou. Hij is nu voor zichzelf begonnen. Het doet allemaal amateuristisch aan, maar ja, hij heeft geen computer, alles moet met de hand. Ik ben benieuwd en ik heb er alle vertrouwen in. We zijn hier nog steeds in Mali. En het zijn schatten van mensen, zonder uitzondering voorlopig.
Ook zo iets heerlijks Afrikaans denk ik. Anetty vroeg mij of ik haar nieuwjaarskaart had ontvangen. Nee dus nog niet, wel twee of drie andere. Er komt volgens Bakary donderdags of vrijdags een zending post uit Bamako. En het nieuwe jaar duurt nog 11 maanden, tijd genoeg. Hij zal gewoon aankomen.
De vroeger veel door mij gevleugelde uitdrukking "ik heb nog nooit zo lekker gegeten", die mij overigens niet altijd door gastheer of -vrouw in dank werd afgenomen, natuurlijk een beetje ironisch, niet altijd als echt gemeend overkwam, terwijl ik het wel echt meende, althans ik bedoelde daarmee dat ik ècht lekker had gegeten, is vanavond weer van toepassing. Hetzelfde als gisteren, maar ik geloof nog lekkerder.

Donderdag 1 februari
De dag loopt alweer tegen zijn eind. Ik heb een goed deel van de dag geworsteld met de opzet voor het onderhoudsprojekt van Aagje. Volgens mij zit het redelijk in elkaar. Goeie oefening Frans. Maar nog even terug naar gisteren.
Adoulaye kwam op zeker moment terug met de meneer van de Urbanisation. Hij maakt de tekeningen en controleert de vorderingen bij de bouw, de Malinese bouw- en woningzicht dus. Kink in de kabel. De lettre d'attribution ontbreekt. En daar had Moussa het waarschijnlijk ook steeds over. Dat is het eigenlijke eigendomsbewijs en dat blijk ik (nog) niet te hebben. Vandaar ook dat ik steeds een slag om de arm moest houden, maar Moussa beweerde steeds dat alles rond was en er zonder problemen gebouwd kon worden. Toch is dat niet zo en moet eerst dat eigendomsbewijs boven tafel. Dus er is wel een probleem. Het is ook een beetje ingewikkeld. Ik heb het stukje grond gekocht van twee min of meer jeugdige erfgenamen van ongeveer een jaar of twintig. Hun oom heeft waarschijnlijk het papier en die is op dit moment in Bamako. Abdoulaye zal moussa nu een beetje onder druk zetten om toch zo snel mogelijk dat papier in handen te krijgen. Vanmorgen kwam Moussa nog even vertellen dat hij er alles aan ging doen en stelde mij wederom gerust. Maar gisteravond wilde Bakary nog wel even een Calvados komen drinken rond tienen. Ik deed mijn verhaal en dat schoot bij Bakary in het verkeerde keelgat. Ik begrijp dat denk ik, er is een soort rivaliteit tussen de twee, Bakary voelt zich een beetje gepasseerd, dat hij het niet heeft mogen regelen. Maar ja, Moussa heeft wel veel moeite gestoken in het vinden van de eigenaar. Niet makkelijk als ie dood is. En Bakary heeft al zoveel gedaan, dat ik het geen slecht idee vond om nu Moussa voor mijn karretje te spannen. Enfin, Bakary was echt kwaad: "Hoe kun je nou een stuk land kopen zonder dat de lettre d'attribution wordt overhandigd? Dan heb je daarna geen poot om op te staan!" Dat is geloof ik niet helemaal waar. Ik in elk geval wel een soort overeenkomst. Maar in het uiterste geval zou ik de rechter erbij moeten halen.

De kinderen van Sékou bezig met het schoonmaken van "mijn tuin"

Terug naar vandaag. Als ik 's-ochtends even op het dak ga kijken hoe het met de poussière is, zie ik Sékou met zijn kinderen bezig "mijn nieuwe landje" op te schonen. Met veel enthousiasme wordt vieze rotzooi opgeruimd en planten (onkruid) uit de grond gerukt. 's-Middags komen de eerste vrachtwagens met zand en niet veel later komen een aantal heel gespierde Malinezen met 100 zakken cement. Want papier of geen papier, morgen beginnen ze met het maken van de stenen. Ze mengen eerst beton, en gieten dat in mallen. Zolang ze niet gaan bouwen is alles nog toegestaan. Hopelijk komt oom dan zondag of maandag met het papier aanzetten. Zucht.

Sékou en de mevrouw met de pinda's

Voor de deur, onder de leuke boompjes voor mijn huis, zit al de hele dag een mevrouw met een grote emmer met pinda's die moeten worden gepeld. Een heidens karwei en de emmer raakt nauwelijks leger. Of ik er ook niet een handje wil, maar dat sla ik voorzichtig af, ik heb zelf nog een grote zak vol.
Op school help ik Karim nog even met het maken van een internet-verbinding. En dat is het wel zo tot rond een uur of zes. Zien wat de avond nog brengt. In elk geval weer 10 emails, vanmorgen ook al 8. Ze weten me te vinden, maar wel leuk!
Klein beetje tegenslag toch vanavond. Ik moet echt snel naar Bamako om nieuwe hard disks te kopen. Vanavond geeft eentje er de brui aan. Ik gebruikte hem intensief, maar ik ben alweer niks kwijt. Het kan door de warmte komen. Een hard disk genereert best veel warmte en als de omgeving al warm is, wordt hij echt bloedheet.

Vrijdag 2 februari.
Vandaag is de 2e verjaardag van de ETJS, de school. Dat is feest. Association des Handicapés Sigi te Mogo Son luistert het feest op met zang, dans! en toneel.

Association des Handicapés de Mopti

Dan is het de beurt aan de leerlingen zelf. Alle afdelingen hebben iets ingestudeerd. Sommige zangeressen van uitzonderlijke kwaliteit. Er worden drie gedichten voorgedragen en alledrie gaan over de verdoemde sida. Er worden toneelstukjes opgevoerd, veel hilariteit onder het publiek, er wordt gezongen en erotisch gedanst, met heupbewegingen die ik niet zomaar nadoe, de toekijkers zijn enthousiast.
Rond enen is er dan nog eten voor de genodigden, grote schalen met frites en capitaine. De twee Belgische leraren hebben voor salade gezorgd vooraf en crêpes met confiture, jam en chocola.
Voor mijn huis heeft de overbuurman een kast neergezet met een soort mobiel telefoontoestel. Je kunt daar bellen en gebeld worden. Bakary heeft ook zo'n apparaat, ik snap het niet zo goed, iedereen belt mobiel, wie maakt daar nou gebruik van? Maar als ik 's-Middags thuis kom vertelt de gardien van de overkant, die ook het toestel beheert, dat hij toch al klanten heeft gehad! Het bevalt me wel, dat gedoe rond het huis, het geeft een goed gevoel. Ik maak met iedereen even een praatje, allemaal hartelijkheid en vriendelijkheid.

De overbuurman werkt bij Malitel, zijn gardien beheert nu de cabine téléphonique met een soort draadloos toestel, telefoonnummer 6602555.
De cabine is gemakkelijk verplaatsbaar, zo staat hij ook regelmatig voor mijn deur, daar is schaduw.

Drie arbeiders zijn al vanaf vanmorgen vroeg bezig met het maken van stenen. Ik tel er in de gauwigheid al 180. En het zijn behoorlijke jongens. 11 Van de 100 zakken cement zijn er al doorheen gejaagd. Ze zijn blij met een fles koel water. Ik maak ook maar wat foto's van het stenen maken. Zand, cement water en een vorm. Steen voor steen, flinke joekels.

Met z'n drieën worden dichte stenen gemaakt voor de fundamenten van muren en huis.

Tussen 5 en 7 is het voor de deur een gezellige boel. Ik praat met de oudste dochter van Moussa: Kumba. Waarom ik haar niet meegenomen heb naar het feest, ja waarom niet, nooit bij stilgestaan. Alle buren zitten gezellig bij elkaar. Het is een verrukkelijke avond. De temperatuur is perfect, ik geniet.
Toch rond half negen maar weer naar binnen, moet wat eten naar binnen zien te krijgen. Ik heb niet veel in huis, vers brood weliswaar, maar ik houd het op een volle pan soep. Daar heb ik heel, heel veel van, en één liter is niks. Goelash-soep ditmaal.

Zaterdag 3 februari
De steenfabriek is om 8 uur in de ochtend alweer begonnen. Dat is eigenlijk niet eens zo heel vroeg, om zeven uur is het licht. Kumba klaagde gisteren ook weer over de hoge temperatuur, te hoog voor de tijd van het jaar, en zij is daar niet blij mee. Ik vind het in principe ook te warm, het is in huis nu om bijna kwart over acht bijna 30 graden, das best warm, terwijl de dag nog moet beginnen.

dag 2 van zand, zon en stenen

Ik zet 's-nachts alle ramen voor zover mogelijk tegen elkaar open, afkoelen is er dus nauwelijks nog bij. Een deken is nu echt niet meer nodig, ik kruip zelfs niet meer in mijn lakenzak. Maar zie het alsjeblieft niet als geweeklaag mijnerzijds, ik kan er heel goed tegen en ik geniet elke dag. Ik heb ervoor gekozen. Het is een beetje ontdekken en verwonderen wat ik kan hebben en wat nou eigenlijk echt warm is. Ik heb verder makkelijk praten, ik hoef geen zwaar lichamelijke arbeid te doen. Sterker nog, gisteren ging de discussie onder andere over het feit dat ik niet mijn brood zelf moet halen. Ik moet het geld aan Sékou geven, of aan iemand anders en die haalt brood. Ze hadden gelukkig geen verweer tegen mijn overwegingen van een kort wandelingetje voor een beetje beweging, het feit dat het een manier is om onder de mensen te komen en te leren wat er te koop is. Dus ik mag ook zelf nog wel de straat op.

Zondag 4 februari
Om half negen in de ochtend is het al een behoorlijk kabaal. Er worden sleuven gehakt voor de electriciteit van de climes (airco's). En het is zondag! Hier gaat het werk door, zodra het licht is. Dat is niet helemaal waar, want het begint al tussen 6 en 6.30 te schemeren. Om half acht schijnt de zon al zachtjes naar binnen. Rond half negen is het tijd alle ramen dicht te doen, want anders komt de warmte naar binnen. Maar het leven is hard, de werklieden maken lange dagen en werken zich uit de naad. Heel anders dan de meeste mensen denken, niks luie Afrikanen, en ga er maar aan staan bij temperaturen van dertig graden of veel hoger! Dat is een idee dat de wereld uit moet. Wat zit ik hier dan als westerse blanke koloniaal een beetje te tikken op mijn notebook, kopje koffie, stokbroodje, geen zweet. Ik moet daar aan wennen.
Oh wat een heerlijke avond gisteren. Bakary kwam op bezoek en we hebben samen een pilsje gedronken op het dak. Heelrijk (ik vertik me, het moet heerlijk zijn, grappige verschrijving valt me op) koel, zowel het bier als de atmosfeer. Dan is het erg prettig zo onder de sterrenhemel, beetje pratend over wat ons zoal bezigheid. Bakary's defecte copieerapparaat, wat hem behoorlijk aan inkomsten scheelt. Mijn enige echte onopgeloste probleem nog steeds: de palu. Want de muggen blijven steken. Er zijn er niet zo heel veel, ik houd de deur stevig dicht, dat scheelt heel wat. Kom ik buiten dan word ik wel gestoken, niet heel veel en het is ook helemaal niet erg, maar dat je daarvan malaria kunt krijgen dat is een nare gedachte. By the way, het is natuurlijk helemaal niet zo dat elke mug malaria met zich meedraagt.
Vandaag is het dus zondag. Ik had best een volle week, maar vandaag heb ik geen echte plannen. Ik kan niet echt weg vanwege de werklieden, Sékou is naar Sévaré, ik weet niet waar naartoe, mogelijk daar naar de andere kerk. Maar ik dacht niet dat hij in zijn beste kleren was.
Ik ga mijn nieuwsbrief versturen en hem op het web zetten. Tot de volgende keer.
Het was nog niet zover. Het hakken van de sleuven gaf zoveel stof, stenen en rommel, dat ik beter even kon wachten. Ik geloof dat we het ergste nu gehad hebben. Ik heb de boel een beetje aangeveegd en de electricien is bezig met het trekken van de kabels. Het nu best wel lekker met de deuren tegen elkaar open.

de electricien hakt sleuven voor de leidingen naar een climatiseur in de salon van le petit palais