Klik rechts om naar www.mopti.nl te gaan
Dit is Willem Snapper's nieuwsbrief nr 67 van 13 april 2008.
Ik verstuur geen nieuwsbrieven meer per email, behalve op uitdrukkelijk verzoek.
U kunt zich ook aan- of afmelden voor de aankondiging: wsnapper@mopti.nl
Waarin "twee" Malinezen naar Bamba reizen
en
Waarin we zaad naar Sangubaka brengen
U vindt een fotoreportage op mijn website onder het kopje "diversen". Als u hier klikt, opent de pagina in een nieuw scherm.
Zaterdag 5 april 2008
In verband met het bezoek aan Bamba begin ik een dag vroeger. Waarin Amatigue mij komt halen voor een bijzonder evenement diep in Dogon gebied. Ik dacht dat we met een volle auto op pad zouden gaan, maar dat viel tegen, we zijn met z'n tweeën. Bij de politiepost van Goundaka worden we tot stoppen gedwongen om de dochter van de commandant mee te nemen naar Bandiagara, en wat voor eentje. Waarom is een strak militair uniform toch op de een of andere manier aantrekkelijk bij een vrouw? In elk geval stapte ze na een klein uur in Bandiagara alweer uit en vervolgden we met ons tweetjes de weg naar Sangha. Amatigue is de bijzonder aardige geadopteerde zoon van Joop, begin veertig schat ik, die eigenlijk al een hele tijd met mij op stap wilde. Hij is de aannememer die alle scholen en andere gebouwen in de Dogon bouwt voor onze Nederlandse Joop van Stigt. Dat zijn er inmiddels al heel wat, om de vele putten en andere bouwwerken niet te vergeten. Amatigue kent iedereen. En iedereen kent Amatigue. Het is bijzonder om met zo iemand op stap te gaan. Amatigue laat niet af mij een echte Malinees te vinden, omdat ik hier ook echt ben gaan wonen. Ikzelf betwijfel dat, er zijn zóveel verschillen! Maar het betekent wel waardering en dat streelt.
In Sangha aangekomen krijgen we met de zware 4x4 Toyota Landcruiser een lekke band, maar we hebben geen krik. Natuurlijk is dat geen probleem. Een telefoontje naar het campement in Sangha is genoeg. Vijf minuten later komt de gardien met een krik aanzetten en wordt het wiel verwisseld. Net zoals met de band van de auto van Bakary een paar maanden geleden is de band totaal aan flarden. Aan de zijkant zitten grote scheuren.
Doua rijdt met ons mee, een vriend van Amatigue, dus we zijn nu met z'n driëen. We lunchen in het campement van Keneko in Koundou, als ik het goed heb is hij een jeugdvriend van Amatigue en zijn ze zeer vertrouwd. "En famille", zoals Amatigue aangeeft. Een prachtig hotel, aangepast aan de westerse wensen. Meer aangepast in elk geval dan het campement van Meni in Ibi, maar dat is evengoed heel sympathiek. Amatigue heeft van tevoren eten besteld, maar het heeft er alle schijn van dat de kippen nog moeten worden geslacht. Al met al is uiteindelijk de kip van uitmuntende kwaliteit en het blik sperziebonen met vinaigrettesaus is ook de moeite waard. We verorberen snel de maaltijd, drinken ons bier en snellen naar de auto om via diepe zandsporen, na een klein uurtje Bamba net op tijd Bamba te bereiken, waar ik met verbazing uit de auto stap. Ik zie heuveltjes met mensen, mensen, bruin, grijs, zwart, eindeloos veel mensen, die wachten op een sein om het meertje in te springen op zoek naar de laatste vis. Het meertje is het restant en het diepste deel van een groot meer, dat door verdamping steeds kleiner wordt en waar uiteindelijk slechts een poel overblijft van 100 meter in diamater, nergens dieper dan een centimeter of vijftig. De regentijd zorgt er later voor dat de cyclus rond is. Het weinige water ziet er door de modder grijs uit. De modder waar de resterende vis kan overleven en waardoor er ook volgend jaar weer een "Antogo" zal zijn, het visfeest van Bamba.
We zijn dus nog net op tijd. De mannen en jongens zitten zenuwachtig te wachten op het sein om te water te mogen gaan. Sommigen zitten al onder de modder, ze hebben van te voren al een duik genomen. Velen hebben hun "ben" (viskorf) in de aanslag, anderen zijn minder bedeeld en moeten met handen en voeten proberen een vis te bemachtigen. Ik fotografeer me een ongeluk. Ik móet het vastleggen, het is te extreem bijzonder: zoveel mensen, die zenuwachtige spanning, die monotone kleuren. Bruin, grijs in alle gradaties. Ik ben een van de weinige blanken, ik tel er een stuk of vijf, allemaal mannen. Voor de vrouwen is het festijn verboden gebied, die moeten worden beschermd tegen de blote bovenlijven en tegen de afzakkende onderbroeken van de mannen. Ikzelf heb niets aanstootgevends opgemerkt. Er is een filmploeg van de ORTM, de Malinese televisie. En er is aan de andere kant van het meer een filmploeg met een moderne hengel, zo eentje, die je bij belangrijke voetbalwedstrijden achter het doel ziet. Verder alleen lokaal volk.
toeschouwertje op het feest in het ziekenhuis
Op zeker moment, na een sein wat ik volledig heb gemist, rent de meute het water van alle kanten het water in en worden de viskorven naar beneden gestoten in de hoop dat er een vis onder zit. Het water verandert in een grijs modderbad. De mannen raken onder de smurrie, maar niets dat ze weerhoudt. Met verbeten trekken probeert een ieder zijn deel te bemachtigen. Ik geloof uiteindelijk dat bijna iedereen wel een visje te pakken krijgt, de meeste niet groter dan een centimeter of vijftien, maar sommigen vinden grote jongens. Het zijn allemaal "meerval"-achtige vissen, een soort die de droge tijd weet te overleven door diep in de modder weg te kruipen en waardoor er ook volgend jaar weer een "Antogo" kan plaats vinden. Dit bijzondere schouwspel duurt misschien iets meer dan een half uur. Daarna verlaten de vissers het water en worden ze schoongespoeld door de familie.
We rijden naar het dorpje zelf om daar getuige te zijn van het eindeloos schieten met oude musketten. Ikzelf heb het daar niet zo op. Het is ook jammer dat de jagers, om ze zo maar te noemen, niet gehuld zijn in de prachtige jagers-keding, maar in nieuwe moderne uniforme stoffen, bedrukt met publiciteit voor het feest. Ik voel me er niet helemaal lekker bij. Op een bepaalde plek stellen de jagers zich op, alle lopen lijken op mij te zijn gericht. De geweren geladen met kruitpoeder, vuursteen in de aanslag. Ik heb mij uit de voeten gemaakt. Het zijn weliswaar losse flodders, er zitten geen kogels in de lopen, maar toch, als er eentje ongewild af zou gaan, had ik dat misschien niet overleefd.
Dan zijn er nog de paardenraces, met de schitterend uitgeruste paarden, maar ik mis helaas het grootste gedeelte. Kortom, de nasleep is helaas wat minder en tegen een uur of vijf reden we terug naar het kampement van Keneko in Koundou, drinken we koel bier en eten we kip met gebakken aardappelen, in alweer heerlijk vinaigrettesaus.
Zondag 6 april.
In Koundou slaap ik perfect, geen lawaai van de blaffende honden in Séveré, prima bed en als ik wil gaan ontbijten zit iedereen al te wachten. Ik praat een beetje met Keneko. Ik vraag hem hoe hij aan het heerlijke brood komt, het komt om de dag uit Sangha. Ik weet niet hoe we verder gingen, maar hij vertelde dat elke zak cement helemaal uit Madougou moet komen en 7500 CFA kost (in Sévaré is dat 6000 CFA) en het wordt per ezelkar getransporteerd. 25 Kilometer heen en 25 kilometer terug: arme ezels! En het is geen gemakkelijke weg, geen asfalt, diepe sporen door mul zand, soms met flinke stijgingen. Zeker in de buurt van de falaise moeten ze over hoge duinen.
hier een foto van de rotswand bij het dorpje Neni, daar waar ik in 1979 naar boven ben geklommen en in een grot ben geweest, met graven van Dogons. Als straf kroop een schorpioen de volgende ochtend in mijn slaapzak en stak mij driemaal in mijn achterste.
De zwarte stippen in het midden zijn de grotten.
Enfin, nu met een auto vol terug-meerijders keren we terug. Bij elke brommer die we tegenkomen wordt gestopt met het gebruikelijke Dogon begroetings-ritueel. Het haalt de vaart er flink uit. Maar goed, we zijn tenslotte in Mali.
We halen in Sangha de definitief niet te repareren band op en rijden naar Sangha, waar we in een begrafenis verzeild raken. De papa van .... (een neef?) is overleden, ergens tussen de 70 en 75 jaar oud, maar toch. Het kost een paar uur. De mangeants zijn blij met het eten wat we overlaten, hele hordes vullen er hun emmertjes. Uiteindelijk zet Amatigue mij rond half drie thuis af, waar ik met dans wordt ontvangen door de Sanogo's. Iedereen blij en ik ook.
Donderdag 10 april
Sinds maandag is daar Ivan, de eerste couchsurfer van het seizoen. Ik zie hem nagenoeg de hele dag niet, òf hij is in zijn kamer, òf hij is op pad. 's-Avonds eten we samen, althans ik kook, hij is niet onwillig om te helpen trouwens. Als hij de kans krijgt kletst hij de oren van mijn kop. Vandaag wilde hij naar Djenné maar kwam onverrichtterzake terug, hij kon geen vervoer vinden. Maandag of dinsdag komt Cecilia voor een korte vakantie naar Mali en Burkina. Ik weet niet hoe lang ze precies blijft. Ben ik daar blij mee? Ze komt via Alberto uit Barcelona, via Alberto, u weet wel, de Alberto die zich over Dramane heeft ontfermd.
Ik heb vandaag de hele dag achter de computer gezeten. Ik heb een diashow gemaakt van mijn bezoek aan de Antogo, het visfeest in Bamba. U kunt de foto's zien via de link "diversen" op mijn website. Heel veel uitgezoek, maar het ziet er nu redelijk uit.
Woensdag ben ik met Baba in Sangubaka geweest voor een ingelaste vergadering. De gombo-zaden had ik allemaal in kleine zakjes gestopt, voor ieder vrouw eentje.
hier doe ik de zaadjes in kleine plastic zakjes
Verder hebben we zaad voor pepers en voor uien meegenomen. Terwijl we in de auto stapten om daarna naar Sarédera te rijden, kwamen de eerste vrouwen al aanzetten om de zaadjes in de grond te zetten. Een heleboel veldjes waren inmiddels omgespit en klaar voor de eerste aanplant. De mensen zijn echt zo ongelofelijk blij, het geeft mij in elk geval een goed gevoel.
hier geeft de "conseiller" van Sangubaka elke vrouw een zakje zaad.
op dit veld zijn plantjes gepoot: gombo en piment
Nu Sarédera nog. Als het water blijft stromen ben ik ervan overtuigd dat het een project geweldig goed zal gaan lopen. In Sarédera moesten we de gemeente gerust stellen dat we echt doorgaan met het project, net zolang tot we water vinden. Daar waren ze zelf niet meer helemaal van overtuigd, omdat Niangaly tijdelijk met compressor op een andere lokatie bezig is. Hij verzekerde ons, dat hij vrijdag weer in Sarédara aan het werk gaat, inshallah. We hebben de bewoners erop voorbereid dat de tijd niet in hun voordeel is. Elke tien meter graven kost een volle maand, we moeten er mee leven, de kosten per 10 meter 1500 tot 2250 Euro, maar dat is een ander vehaal.
ze gaan hier met de tijd mee, binnenkort moet je betalen voor de weg naar Gao, elke keer dat ik naar Sarédera rijd, kost dat dan 500 cfa
Zaterdag 12 april
Vrijdag een saaie dag, Karim belde mij van de Technische school. De computer van de (onder_)directeur Keita deed het niet meer. Ik ben uren bezig geweest met het verwijderen van virussen. Maar de dag eindigde goed met de de western For a Few Dollars More van Sergio Leone. Niet de beste film, maar er vielen héél veel dooien en dat maakt veel goed. Het verhaal blijft eentonig, totaal uitverkocht, geen plekje meer te vinden.
Vandaag zit ik weer achter de computer en probeer ik betere software te vinden om foto's op het internet te zetten. En vanavond zullen ze blij zijn met de herhaling van Harry Potter (4) et la Coupe du Feu.
Vanmorgen ook kwamen twee leerlingen van de Ecole Technique langs, gestuurd door Zuster Marietta uit Mopti. Die was al eens langs geweest om mij geld te vragen voor twee leerlingen, die intern zijn daar, maar geen geld hebben voor hun dagelijks eten. Ik heb haar toen 5000 cfa gegeven (7,50 euro). En nu heb ik de twee vriendelijke jongens nog een keer 2000 cfa gegeven. Maar dat moet niet zo doorgaan. Ik ga dit zeker bespreken met Joseph, de directeur van de ET. De leerlingen zijn intern, hun logies is betaald, maar de kosten van hun dagelijks voedsel niet. Een maaltijd kost 250 of 300 cfa en dat hebben ze niet allemaal! Hun ouders die ergens ver weg wonen trekken zich nergens wat van aan of hebben eenvoudig niks te makken. Ik zou Joseph willen voorstellen, dat ze niet alleen de logies berekenen, maar ook minimaal een maaltijd per dag. Dan hoeven ze niet her en der hun hand op te houden. Anderszins zou het erop kunnen uitdraaien dat de jongens of meisjes in het geheel niet naar school gaan.
Ik heb Ivan gevraagd vanavond te koken, ik heb het nu drie keer gedaan. Hij heeft me al gevraagd hoe hij aardappels moet koken. Ik houd mijn hart vast. Hij kwam gisteren aanzetten met twee vissen, een zak aardappels, tomaten en wortelen. Ik ben benieuwd. En hij moet opschieten ook, ik kan het niet laat maken, over anderhalf uur staan er 250 mensen voor de deur om film te kijken.
Het is trouwens warm vandaag, 36° in de computerkamer, vochtig, zweterig, je zou denken dat het zou kunnen gaan regenen, maar de kans daarop is nihiel. Er zijn ook helemaal geen wolken.
Zondag 13 april
ik heb de Sanogo's vanmorgen een pak koekjes gegeven. Het pak wordt onmiddellijk door Austin ingepikt. Toch worden ze wel eerlijk verdeeld.
Het eten van gisteravond was precies op tijd klaar, ik moest het wel snel naar binnen schrokken om op tijd te zijn om de film te starten. Maar het was heerlijk. Vis, gekookte aardappels, worteltjes en een lekkere saus. Ik heb niet hoeven helpen. Bij de aankondiging van Harry Potter was het gejuich niet van de lucht, maar ikzelf vond deze film lang en weinig interessant. Hij duurde ruim twee en een half uur.
De Sanogo's vinden dit maar niks, het is onkruid, de vruchten zijn niet eetbaar, maar het zijn prachtige planten
en dan nog een enge foto als toegift.
Pootjes aan een spies, van een konijn??
Gewoon hier in de tuin, de afbeelding is groter dan de werkelijkheid.
|