Klik hier voor de printversie

Dit is Willem Snapper's nieuwsbrief nr 71 van 11mei 2008.

U kunt zich aan- of afmelden voor de aankondiging: wsnapper@mopti.nl

Waarin maskers in de Dogon, die zich al 40 jaar niet hadden vertoond
en
Waarin teleurstelling in Sarédera

Djenné, de vrouw van Bakary, met kleine Willem

Zondag 4 mei 2008
Het is een raar gevoel om hier in Mali de vierde mei mee te beleven. Er is niemand die daar een ogenblik bij stil staat. Naast mij kijken de kinderen een film, ik weet niet welke, ik hoor gegil en gekrijs, mijn werkelijkheid is voor hen ver weg. Zoals elk jaar heb ik moeite om mijn ogen droog te houden. Ik ben van 1946, toch heb ik er zoveel van meegekregen dat mijn gevoelens altijd de overhand krijgen. Ik denk altijd aan mijn moeder, die afscheid nam van haar broer Leo en op de terugweg van Amsterdam naar Bergen met de dood in de ogen tegenover een nazi zat op de boot naar Zaandam. Er had niet dat hoeven te gebeuren, of ze was er niet meer geweest. Dat verhaal heeft ze vaak verteld. En "de brief" die ze enige tijd later ontving over het vertrek van haar intens geliefde broer Leo en zijn vrouw met twee kinderen was schokkend, ze heeft hem één keer gelezen en hem daarna diep weggestopt om hem nooit meer onder ogen te hoeven krijgen. Haar broer heeft ze nooit meer gezien, het hele gezin is een maand later vergast.
Het is bizar om hier in Mali met deze helse geschiedenis te worden geconfronteerd, je vraagt je af wat ik hier in Mali aan het doen ben. Misschien is het inderdaad het beste om de mensen hier te helpen voor een betere toekomst.
Ach wat valt er verder over deze dag te zeggen. Ik verkoop tien triplex kleerhangers en ik wil wel een nieuwe website maken voor Farafina, le Musée des Perles. Ik drink een pilsje met Bakary bij de Libanees, dat hadden we al weken, liever gezegd al maanden niet meer gedaan. Maar nu ik hier zit achter mijn computer heb ik het even moeilijk.

Die brief heb ik achtergelaten bij mijn zusje, maar ik had hem gescanned, zodat ik hem hier kan nalezen....., op de achtergrond hoor ik prachtige Malinese muziek klinken uit de televisie, alhoewel ik er geen woord van versta, denk ik dat hij deze avond weergeeft zoals ik hem voel.

Maandag 5 mei.
Op het internet zeggen ze 43 graden, de weersvoorspelling van de televisie van gisteravond zei 46 graden. Gisteren las ik als maximum op de thermometer 42 graden. Maar vandaag om zes uur is de gemeten temperatuur precies 40 graden. En er hangen een paar donkere wolken in de lucht, ik heb vaag onweer gehoord.
Maar ik heb formidabel nieuws. Niangaly belde mij zojuist, dat ze water hebben gevonden in Sarédera. Ze zitten nu op 20,5 meter en er staat een kolom water in van 1,40 meter. Ze graven door tot 25 meter, om voldoende débit te hebben. Dat is waarachtig groot nieuws. Ik ga er een dezer dagen op bezoek om het met eigen ogen te aanschouwen (zie de alinea van zondag...). Minpuntje is dat er door de explosies stukken rots op het huisje terecht zijn gekomen waardoor er een paar deuken in het dak zijn geslagen, maar een kniesoor die daar nu wakker van ligt.
We schrijven 8 uur in de avond. Het onweer komt dichter- en dichterbij. De lucht licht onophoudelijk op en de wind wakkert aan, ik meen frissigheid te ruiken. Ik ben benieuwd of la pluie des mangues vanavond doorzet. Ik vermoed van wel. Het betekent dat het weer behoorlijk van slag is. Terwijl ik dit zit te tikken beginnen de eerste druppels te vallen. Arme Baba, hij zit straks weer met een lekkend dak. Het geld dat ik hem vanmiddag gegeven om het te repareren komt misschien te laat.

Dinsdag 6 mei.
Vannacht heeft het behoorlijk gewaaid en er is slechts een enkele spat gevallen, meer ook niet.
Vanmorgen ben ik weer druk aan het denken over pompen, want de situatie verandert, doordat er water is gevonden en de diepte van de put bekend is en de hoeveelheid water die benodigd is. Ik heb een offerte opgevraagd.
Sékou vertelde mij het trieste bericht dat hij wel 30 dode vogeltjes heeft gevonden op het erf. Hij denkt dat ze zijn vergiftigd, maar hier op het erf is geen gif gebruikt. Het is heel triest. Ik heb er nog niet zo op gelet, maar er zijn er beslist veel minder. En het zijn ook geen koppeljes meer, zoals je ze normaal altijd met z'n tweeën zag, elkaar in hun verenkleed plukkend. Ik heb er wel eens over de dertig geteld in het raster van mijn raam, nu zijn het er een schamele vier. (PS, zondag, ik zie er gelukkig toch nog wel tamelijk veel.)

Ik breng vandaag voor de vierde keer een bezoek aan de EDM, waar ik mijn energierekeningen moet betalen. En weer zijn er ruim een tiental wachtenden voor mij. Ik zie het een half uurtje aan, als nummer drie zijn te betalen facturen door de tralies wringt, vind ik het genoeg. Ik ga het volgende week voor een vijfde keer proberen. In Afrika moet je overal de tijd voor nemen, maar dit is al te gortig. En ik ben niet de enige die er het bijltje bij neer legt, zeker tien mensen na mij zie ik mokkend aftaaien.

Ami, dochtertje van Djenné en Bakary

Op de terugweg zie ik een meisje van een jaar of tien, waarbij het mis is gegaan. Het blad met een diameter van zeker zestig centimeter is van haar hoofd gewaaid, de zakjes pinda's zijn nog niet zo'n ramp, maar er liggen ook tientallen kleine gebakken visjes rond haar in het zand.

Zaterdag 10 mei 2008
Ik ben vroeg opgestaan om mijn verslag te kunnen schrijven. Het is zeven uur.
Terug naar woensdag voor mijn trip naar de Dogon. Om te beginnen haal ik Gouro Saw op, die met mij mee gaat naar de maskerdansen in Tireli. Gouro stapt in Mopti in de auto, snelle zonnebril op, stevige jongen, maar hij blijkt erg aardig. Baba had hem geregeld opdat ik niet in mijn eentje zou reizen. Dat leek mij overigens ook niet verstandig. Alleen was het ook echt niet prettig geweest, zeker achteraf gezien. Kortom, we kopen in Mopti nog wat mondvoorraad voor onderweg en gaan op pad. (De kinderen zeuren me al aan mijn kop om films te kijken op de computer ...) De weg naar Sangha is goed te doen, asfalt tot Bandiagara en piste daarna. We kunnen redelijk vlot doorrijden, maar voorzichtigheid troef. De doorsteken van de vele droogstaande beddingen moet je toch altijd heel voorzichtig nemen en het is uitkijken geblazen voor kuilen, stenen en richels. Na 35 kilometer piste zien we het bordje Nacombo of Nakomo, we slaan af en rijden het onbekende tegemoet. De weg is nauwelijks meer te onderscheiden, we rijden meerdere keren verkeerd, maar echt verdwalen is er niet bij. De weg is op sommige plaatsen aangegeven met rechtopstaande stenen, verder volgen we de vage sporen van voorgangers. Ver is het niet, 8 kilometer. Op sommige moeilijke passages zijn opeens heuse stukken geplaveid met stenen en beton. De laatste kilometer is slecht en moeilijk. Het is een wonder dat ik geen enkele keer met de onderkant van de auto een steen raak.

het dorpje Nakumo of Nacombo, boven op het plateau

We stoppen aan het einde bij een paar kleine huisjes. De familie zit te eten en er staat iemand ons in perfect Frans te woord. Anauboleen Yebeigé brengt ons naar Tireli, want waar de weg ophoudt ga je te voet verder. Al snel bereiken we de rand van de falaise en beginnen we aan de afdaling naar Tireli. (Nu komt ook Founé mij goedemorgen wensen, of ik niet een bonbon heb voor Austin, want hij is sinds een paar dagen van de borst en hij is het daarme helemaal niet eens.) Goed, we dalen af, onze gids draagt mijn rugzak ondanks dat ik een beetje tegensputter, prettig is het wel. We komen langs een plek waar zich in de regentijd een enorme waterval naar beneden stort. We komen langs de restanten van één van de dorpjes Ouru, geplakt tegen de rotswand, waar nog maar drie families wonen. Na een uurtje zijn we beneden en lopen we een paar kilometer naar Tireli. Onderweg betrappen we een danser die zich achter een grote rots aan het voorbereiden is en die zich daarop ijlings uit de voeten maakt. We nestelen ons op een terras van Hôtel de la femme Dogon.

gravure op Dogon-deur

Gouro drinkt als rechtgeaard muselman een cola en ik slurp een grande bière, heerlijk bij dit soort inspanningen en hoge temperaturen. Dan merk ik dat het lopen mij ineens veel minder vergaat. Ditmaal is het mijn rechtervoet, die tegensputtert. Het moet overbelasting zijn, ik heb er tijdens het verdere verblijf veel last van.
De avondmaaltijd bestaat uit kip en couscous met saus. Smaakt goed, jammer dat de uien mij al snel een opgeblazen gevoel geven in mijn buik. We slapen op het dak onder een prachtige sterrenhemel, ik probeer Gouro een beetje uit te leggen hoe het in elkaar zit met de sterren, voor hem heeft Allah alles geregeld, volgens mij is dat de makkelijke manier van het uitleggen van het onmogelijke. Hij is het daar mee eens. 's-Nachts word ik wakker, opeens met een verschrikkelijke kramp in mijn linkerbeen, die na een paar minuten gelukkig wegvloeit. Het opgeblazen gevoel in mijn buik noopt mij naar de toilet te strompelen, helemaal buitenom. En de volgende morgen antwoord je op de vraag of je goed hebt geslapen met "bien dormi". Het heeft geen pas om te zeggen dat het helemaal niet zo très bien was. Rond half zes begint het leven op gang te komen, de jonge vrouwen en meisjes lopen in eindeloze rijen uit het dorp naar beneden naar de put om met gevulde metalen bakken met water weer naar boven te lopen. Het heeft veel weg van een mierenkolonie.
Na het ontbijt van nescafé en lekkere mil-koekjes stelt Gouro voor om Tireli te bezoeken, dus strompel ik achter hem aan, we klimmen naar boven voor een tochtje langs alle drie wijken van Tireli, met hun huisjes tegen de rotswand. Net als we weer beneden zijn en een fles koel water hebben besteld, horen we de tamtams roffelen en zien we van afstand dat dansen zijn begonnen. Ik veronderstelde dat die zo ongeveer de hele dag aktief zouden zijn, dus ik maakte nog geen haast. Net toen we een tiental minuten later weer naar boven wilden klimmen verstomden de tamtams en zagen we hoe de dansers langs de rotswand naar boven klauterden en min of meer uit het zicht verdwenen. Jammer, dat hadden we gemist. De hoteleigenaar Eli informeerde ons over het verdere programma. Die middag zou er weer worden gedanst vanaf een uur of drie. Hij begeleidde ons naar de toguna van het dorp om bij de oudjes een permis à photographier te regelen. Voor 10.000 Fcfa mocht ik vrij fotograferen. Na het middageten keerden we weer terug naar boven, nu op tijd om maar niks te hoeven missen.

de vrouwen mogen wonderlijk dichtbij toekijken

Er was geen enkele belangstelling van buitenaf, het waren uitsluitend de dorpelingen en nog drie andere blanken: een Engelse dame die in Tireli woont, een Nederlander die jarenlang studie doet naar het leven in Tireli en in het bijzonder de Dogon-religie, en een Belgische dame, alle drie anthopologen als ik het goed heb.
Na enige tijd wachten zagen we de dansers naar boven klimmen, om een half uur later te zien hoe ze in vol ornaat naar beneden kwamen, alwaar ze tweemaal een tocht maakten door alle drie de drie wijken van Tireli. Dat betekende ook dat we ze maar kort konden aanschouwen, in totaal geen tien minuten. Toch was het schouwspel spectaculair en absoluut bijzonder om mee te maken, ik had het voor geen prijs willen missen. Nog meer bijzonder was het feit dat het vorige feest erg lang geleden plaats vond. Normaal gesproken hoort er twaalf jaar te zitten tussen de opeenvolgende dama's, maar de laatste 28 jaar hadden ze het steeds uitgesteld, om onduidelijke redenen. Het vorige feest was dus 40 jaar geleden! De ouderen moesten diep in hun geheugen gaan om zich te herinneren hoe het feest te organiseren, het leek er inderdaad op, dat het allemaal niet zo helder was, het leek alsof er veel werd geïmproviseerd.




Zo snel als het begon, eindigde het gebeuren, om maandag te cultimeren in een overdonderende slotdag, met naar verwachting meer dan 80 dansers. Als ik mij goed voel ga ik daar weer heen.
De maaltijd was weer van hetzelfde laken en pak, ik ben vroeg gaan slapen en dat heeft me goed gedaan.

gravure op een deur in Tireli

Vrijdag om zes uur in de ochtend klommen we terug naar boven naar het dorpje Nakumo, waar we de auto hadden achtergelaten. Met medeneming van diverse lifters met hun bagage op weg naar Sangha reden we terug. Bij Bandiagara een nare ervaring. Terwijl we het dorpje binnen reden ging mijn mobiel af. Ik grabbelde in mijn tas en hield het toestel aan mijn oor, maar degene die mij belde had reeds opgehangen. Op dat moment word ik staande gehouden door een politieagent en ja hoor, bekeuring wegens telefoneren achter het stuur. Dat was balen. Of ik maar 10.000 cfa wilde betalen. Na veel discussie kon hij uiteindelijk 5000 CFA (7,5 euro) in zijn zak steken. Nergens is controle, nooit, geen politie gezien en normaal zet ik mijn auto ook altijd langs de kant van de weg, uitgerekend op dat ene moment ga ik voor de bijl! En op een punt waar nauwelijks verkeer is, op een piste nota-bene. Voor de rest van de dag was ik behoorlijk in mineur.
Ik was ruim op tijd terug om de filmavond voor te bereiden: 10.000 jaar Before Christ. En zoals altijd waren er veel mensen.
Nu is het zaterdag, ik ben al vroeg naar de bank geweest om geld te halen, verder zit ik te tikken en komen Bakary en Christian langs. Ik ga straks met Baba naar Sarédera om te kijken hoe het daar is, nu er water is gevonden. En ik ga praten met metselaar Niafo over de voortgang bij het herstel van het toekomstige huis voor Dramane.
Ik bel Baba waar hij toch blijft, ik wil weg, ik wilde ook nog met Annet naar Sévaré. Hij meldt dat de weg is afgesloten vanwege de komst van de president ATT, die vanavond samen met twee- tot drieduizend moslims de grote pélerinage van Hamdallaye bij zal wonen.

Zondag 11 mei, Pinksteren.
Goed geslapen, ik beaam het alle kinderen die mij goede morgen wensen. Het weer is van slag, het is minder warm maar wel vochtig. De warmte blijft dan 's-avonds ook hangen. Terwijl het gisteren 38 graden was, was het 's-avonds laat nog steeds 36 graden. Het heeft in de buurt ook wel geregend, misschien niet veel, maar je ruikt een fris-vochtige geur. Annet en Sita hebben ook duidelijk last van de warmte, Sita heeft last van haar ingewanden en voelt zich niet lekker, Annet was uit de Dogon teruggekomen en had last met ademhaling. Het is een zwaar kilmaat, ook Sékou en Founé lopen vaak te klagen.

de puttengravers met de compressor in Sarédera

In Sarédera een grote domper. Het water was opgehouden de put in te stromen, er is geen water, er is geen water. Het dak van het huisje is in een slechtere staat dan ik had gedacht. Grote stenen uit de put hebben het dak her en der doorzeefd. Kennelijk was de eerdere waterinstroom afkomstig van een kleine waterbel. We graven wel weer verder, maar het is een grote teleurstelling.
We bezoeken ook het huisje voor Dramane, Alberto wil meer luxe om het de invalide Dramane makkelijker te maken, zoals een gewone toilet en een douche, daar gaan we een offerte voor aanvragen. Het wordt daar nog een tweede petit palais!

ZigZag, een kinderfilm over een zebra die probeert de paarderennen te winnen. Van te voren dacht ik, dat het niks zou worden, maar ik had mij hogelijk vergist. Er werd gejuicht en geklapt als het goed ging met ZigZag. De avond bleef van regen gespaard.

Yaibain, aangenomen dochtertje van Djenné en Bakary