Dit is Willem Snapper's nieuwsbrief nr 100 van 28 december 2008. Zondag 21 december. De dag is verder weinig interessant. Ik bereid het huis voor op de komst van mijn dierbare vriendin Mar en mijn peetdochter Tobiah. Ik maak hun kamer in orde, maak de bedden op, ik maak de keuken schoon. Niks wereldschokkends verder. Maandag 22 december. Om acht uur vertrek ik met Christian naar Bandiagara om zijn vrouw Isabelle op te halen met hun een paar dagen oude zoontje. ![]()
Isabelle met haar zoontje van 6 dagen
Een naam hebben ze nog niet, die wordt pas bij de doop in de kerk bekendgemaakt. Om tien uur zijn we alweer terug. Nadat ik op de markt mijn slag heb geslagen voor nieuwe aardappels, sperziebonen, eieren en meer in die trant, was het tijd om Mar en Tobiah op te halen op het vliegveld. Keurig op tijd trouwens. ![]()
Mar en Tobiah op het vliegveld van Sévaré - Mopti
Mar is niks veranderd, ik kan niet eens zeggen dat ze er ouder op is geworden. Voor Mar is het een weerzien van ons gezamenlijk bezoek aan Mali in 2003 ter ere van de geboorte van Ami, het dochtertje van Bakary. Door die reis is mijn beslissing om in Mali te gaan wonen een stuk realistischer geworden. Dinsdag is het nog rustig aan, alhoewel de ochtend hectisch begint. Paul en Kim zijn met hun kinderen teruggekeerd uit Bamako. De kinderen slapen in Auberge Canari, bij mij zijn alle bedden bezet, maar ze komen wel mee ontbijten, dus zitten we met zijn achten aan tafel, dat is een record. Paul zorgt zoals gewoonlijk voor de franje, bakken met yohgurt, papaya's, gebakken en gekookte eieren, vlezen en kazen, het kan niet op. ![]()
Sangubaka
![]()
bezoek aan de tuin in Sangubaka, met Kim en Paul, Yori, Fokke en Tobiah
Na het ontbijt brengen we met z'n allen een bezoek aan de tuin van Sangubaka, die steeds groener begint te worden. Overal zijn nieuwe veldjes aangelegd, meest uien, maar we zien ook veel tomaten, kool, aubergines, worteljes, komkommers en meloenen. ![]()
Mar en Tobiah in Mopti
We brengen een bezoek aan Bakary in zijn internet-café Guinna, daarna banjeren we langs de haven en kijken onze ogen uit naar de kleurige stalletjes, ik ook, nog altijd. Na een pilsje te hebben gedronken in de bar Bozo keren we huiswaarts. We moeten voorbereiden voor de dag van morgen. ![]()
volle pinasse op weg naar .......
![]()
Mopti, de kade
Woensdag 23 december. ![]()
Mar ,Tobiah en Meni klimmen naar Yougadougourou
Daar laten we de auto staan en klimmen naar boven, het is een lange klim, maar na een uurtje bereiken we Yougadougourou, het dorp waar het voor de Dogon een kleine duizend jaar geleden allemaal begon. We drinken allemaal een flesje en al snel lopen we door de kloof, die naar de top van de berg leidt. Daar heeft Joop vroeger een dam aangelegd, zodat de dorpsbewoners na de regentijd ook over water kunnen beschikken. Ik schrik bij het klimmen als ik een dikke, splinternieuwe slang zie, die richting het waterbekken gaat. Aangekomen blijkt al het water op, er rest nog wat modder. De slang heeft berwerkstelligd dat de dorpsbewoners veel te gemakkelijk over water beschikken, ze hoeven slechts een kraan open te draaien en het levensvocht vloeit overvloedig. Het geluk was echter van korte duur, veel te snel was het bekken leeggezogen. Ik bespreek het later met Amatigue, hij zegt dat hij op de hoogte is, dat de slang goed is, maar dat ze hem alleen tijdens de regentijd moeten gebruiken, daarna kunnen de vrouwen het water beter met emmers halen, dat noopt ze er veel zuinigiger mee om te gaan. ![]()
Mar komt vanuit de kloof naar boven
Opeens begint mijn telefoontje te piepen, bericht na bericht, maar het is altijd onduidelijk wie het zijn. De bellers ken ik niet van nummer. Mar en Tobiah maken van de gelegenheid gebruik om snel naar huis te bellen. Ik heb nog een beetje krediet over en krijg ook Gerard aan de lijn met wie ik de tocht in 1993 heb gedaan, met Tégué nog. ![]()
een van de vele vaak erg diepe kloven, de bruggetjes zijn meestal niet meer dan een platte steen
Terwijl we op de top een stuk brood eten, zien we twee Malinese jongens achter een heuse groene ballon aanrennen, die, geholpen door de straffe wind, heftige pogingen onderneemt om aan de greep van de jongens te ontkomen. Later beneden kwam ik de jongens weer tegen, het leek bijna onmogelijk, maar met ballon! De afzink naar Yougapiri is verder een eitje. Daar worstelen we ons door de toeristenwinkeltjes met beeldhouwwerk en kettingen. Terwijl Meni, Mar en Tobiah in een cafeetje achterblijven loop ik naar beneden, waar een jongen met een bromfiets mij staat op te wachten om mij naar de achtergelaten auto terug te rijden. Gemakkelijker gezegd dan gedaan. Hij had een lekke voorband. Nadat die was opgepompt gingen we er met grote snelheid vandoor. De bestuurder had grote moeite de tweewieler overeind te houden in het mulle zand. Al na twee kilometer was de band alweer leeg. De fietspomp haalde niet veel meer uit. We hadden zeker nog wel een kilometer of acht te gaan. We reden verder, u moet zich voorstellen dat de weg niet meer wis dan een karrespoor met diepe voren mul zand. De bestuurder in opperste concentratie om niet het evenwicht te verliezen met zijn gehandicapte bromfiets. Ik liet mij gelaten meevoeren, wat kon ik anders. Ik probeerde zo ontspannen mogelijk achterop te zitten om het evenwicht zo min mogelijk te verstoren. Wonderwel kwamen we toch aan in Youganah en kon ik met de auto terugrijden om mijn reisgezelschap op te halen. Ik was er trots op dat ik de nagenoeg onzichtbare splitsing naar Yougapiri niet heb gemist. Zo'n bromfietsrit doe je niet voor je lol, alle scenarios flitsen door je hoofd. Vrijdag 26 december. ![]()
jager in Koundou Goumon
![]()
en een tweede jager
Er staan maar een paar huisjes, sommige muren behangen met trofeën en relikwiën, van slangehuiden tot apeschedeltjes. Na een half uurtje komt opeens een grote groep toeristen van achter de rotsen opdagen, het zijn er wel een stuk of tien. Ze nemen meteen het hele dorpje in beslag. ![]()
de groep toeristen in het piepkleine dorpje
Er woren groepsfoto's gemaakt met de jagers in costuum en wij maken dat we weg komen. Het is eigenlijk een beetje een desillusie. Wat voor mij een bijzondere, bijna geheime plek was, blijkt nu opeens overeenkomsten te vertonen met Marken en Volendam. Wacht nou even, het blijft een bijzondere plek! ![]()
weer terug naar beneden, heel klein staat ook de auto van Bakary
Zaterdag 27 december 2008 Dit was nummer honderd, twee jaar na mijn vertrek uit Amsterdam, een nieuw jaar tegemoet. Met de betere wensen voor 2009 uit Mali! ![]()
feestkleding in Ibi
|