Dit is Willem Snapper's nieuwsbrief nr 104 van 25 januari 2009.
U kunt zich aan- of afmelden voor de aankondiging: wsnapper@mopti.nl
Waarin de aktie van Felix
maar
Waarin ook een droef bericht
Zondag 18 januari 2009
Het blijft toch bizar om op de markt van Sévaré grote zakken met Hollandse uien te zien liggen, terwijl de lokale uien uit de Dogon zo'n belangrijk en goed lopend produkt zijn. De Dogon zijn er beroemd door en die uien zijn door het hele land zeer gewild. Nadeel is dat ze redelijk klein zijn en en het kost flink tijd om ze schoon te maken. Overigens vind je hier lokaal ook grotere uien.
Zondag is een normale dag. Het begint erop te lijken dat dagen met bezoek, couchsufers of anderzins, als normaal kunnen worden beschouwd. Dus in de loop van de middag komen Martin en Désirée terug uit de Dogon en later komen ook Franca en Kensa uit Bobo Dioulasso. Het valt mij zoals u weet, niet allemaal zo licht. Maar over meeleven en meedenken heb ik niet te klagen. Martin en Désirée hebben een buskaartje gekocht om direkt door te reizen naar Djenné, speciaal om mij ter wille te zijn, ze voelen zich bezwaard zo lang bij mij te hebben moeten rondhangen. Ze waren hier al bijna een hele week, maar alletwee waren geveld door iets dat op buikgriep leek, dat lijkt dus meer op overmacht. Ik heb ze van hun plan weten te weerhouden. Als je de bus van zes 's-avonds uur neemt, dan wordt je tegen achten bij de afslag voor Djenné uit de bus gezet en dan moet je maar zien of je nog verder komt, waarschijnlijk niet. Dus heeft Martin de kaartjes geruild voor de volgende ochtend. Betekende wel dat ik er maandagochtend alweer voor dag en douw uit zou moeten.
Een uurtje later waren daar Kensa en Franca, ik had weer een vol huis. Ik zag het niet zo zitten om voor een groot gezelschap te koken, dus hebben wij in La Térenga gegeten, waar ook Guindo uit Koutiala en Baba en Gogo uit Mopti hen kwamen welkom heten.
rond de tuin staan van die prachtige bomen, die misschien wel eeuwenoud zijn, althans dat lijkt zo
Maandag.
Een rustige dag. Ik moet dus weer vroeg op om de twee couchsurfers op de bus te zetten. Met z'n drietjes zitten we daarop te ontbijten. Kensa heeft twee eigengebakken bruine broden meegenomen en ik neem mij voor om in juni tarwemeel mee te nemen, als ik met de auto terug rijd. Ik heb tenslotte ook een heuse broodmachine, die ik hier nog nooit heb gebruikt.
Terwijl Franca en Kensa zich ontfermen over mijn huis, ze schrobben de badkamer en halen de bezem door de rest van het huis, houd ik mij bezig met de ontstopping van het immer weerbarstige afvoerputje. Martin en Désirée hebben hele rollen huishoudpapier doorgespoeld bij gebrek aan normaal toiletpapier, waardoor in het putje een heerlijke dikke koek de boel totaal heeft verstopt. Na de middagmaaltijd breng ik Franca en Kensa naar de taxistandplaats naar Bandiagara voor hun wandeltocht in de Pays Dogon. Ik vervolg mijn werkzaamheden met het putje, ik verhoog de wanden met cement, met als doel dat de deksel makkelijker open en dicht kan, zonder dat het putje vol kan lopen met regenwater. Na mijn avondeten duik ik om half negen dodelijk vermoeid mijn bed in. Ik ben niet alleen moe van het aanhoudend bezoek, maar een nare verkoudheid speelt mij ook parten.
Dinsdag.
Uitslapen doe ik niet, ik word op een normale tijd wakker na een extra lange nacht. De verkoudheid is iets minder. De enige echte activiteit van de dag is de verdere afwerking van het putje, nu met de hulp van Sékou, die af- en aanrijdt met de kruiwagen. Ik heb een probleem met paypal, ik heb gisteren iets betaald en nu is mijn rekening geblokkeerd, omdat ze het een verdachte betaling vinden. Het kost mij toch snel een uurtje achter de computer, maar het is inmiddels opgelost.
Het is koud. Ik kan mij deze temperaturen van de afgelopen twee jaar niet herinneren. Terwijl ik zit te tikken wijst de thermometer 20 graden, ik weiger om mijn trui uit te trekken. Buiten is het wel warmer, maar vooral 's-ochtens vroeg is het behoorlijk koud als ik de Sanogo's rond half acht goeiemorgen wens. Het zal ongetwijfeld op korte termijn veranderen.
Woensdag.
Des middags krijg ik bezoek van een Nederlands reisgezelschap via de culturele reisorganisatie De Gouden Engel (www.goudenengel.nl). De groep met een dozijn vriendelijke dames bezoekt eerst mijn huis, ze zijn een beetje aan de vroege kant om naar de tuin in Sangubaka te gaan, ik heb de vrouwen pas om vier uur besproken. Enfin, ik rijd mee in de ruime en comfortabele toeristenbus naar Sangubaka.
vrouwen bij één van de bassins
sommige stukken worden al aardig groen
overzicht van de technische voorzieningen in Sangubaka
De rondleiding is iedere keer een redelijk succes, de dames zijn bijzonder geïnteresseerd. De vrouwen van Sangubaka laten het afweten. Ze zijn en masse aan het werk in de rijstvelden, waar de tijd dringt om de oogst binnen te halen. Naast de mil is rijst de belangrijkste voedselbron.
Op de terugweg staan drie militaire 4x4's bij het tankstation op de rond-point van Sévaré. In de achterbakken zitten militairen met een vervaarlijke mitrailleur in de aanslag. We rijden er snel voorbij, de dames hebben het niet opgemerkt, het zou ze misschien schrik aanjagen. Het blijft een zorgelijke toestand met de Touareg. Zo las ik in het nieuws dat het leger in het noordoosten van Mali 31 rebellen heeft gedood en een aantal rebellen gevangen heeft genomen. In de buurt van de grens met Niger hebben rebellen 4 toeristen gekidnapt, die van een festival terugkeerden naar Niger. En er zijn meer dingen gebeurd, gelukkig allemaal nog op veilige afstand van hier. Ik geloof niet dat de rebellie zich snel uit zal breiden naar Mopti, dit is geen Touareg-land. Toch is het opletten geblazen richting Tombouctou. In elk geval voel ik mij zelf nog honderd percent veilig.
Donderdag 22 januari 2009.
De verkoudheid wordt niet echt minder en gaat al dagenlang gepaard met lichte spierpijnen. Verder gaat het wel goed. Vandaag vervolg ik mijn werkzaamheden met het putje, de finishing touch. Ik ben best een beetje trots op mijn reparatie.
Franca en Kensa komen vervroegd terug van hun uitstapje naar de Dogon en vertellen dat ze erg hebben genoten.
Voor de verandering doe ik echt mijn best in de keuken. Aardappelpuree met aubergine gemixed met eieren en mozzorella kaas in de oven. En een lekkere papaya-salade toe, uit eigen tuin.
Voor de luxe heb ik ook een fles rode wijn geserveerd. Niet alleen om iets terug te doen voor de vorstelijke ontvangst die ik had in het hotel van Franca in Bobo-Dioulasso in december.
Vrijdag.
De dagen lopen een beetje door elkaar heen. Het is zaterdag dat ik dit schrijf en ik haal de boel aardig door de war. Maar echt belangrijk is dat natuurlijk niet. Volgens mij vond het gebeurde van donderdag op vrijdag plaats.
In elk geval eindigde de vrijdag met de film Barbarella, uit 1981, science fiction van voor de computertijd, het komt erg gedateerd over, het is grappig om te zien hoe klungelig die film is, bekeken door iemand een kleine dertig jaar later in het computertijdperk. Het was ook ijzig koud, er stond een gure wind. De temperatuur schommelde rond de 19 graden. Ik had mij in dikke trui en jas gestoken. Ondanks alles kreeg niemand het in zijn hoofd om de zaal te verlaten.
Zaterdag 24 januari.
De dag loopt behoorlijk uit, zoals ik het niet heb gepland. Het is ook weer een bijzondere dag, dat wel. Mijn leven hier heeft echt zo moeten zijn. Ik heb gisteravond gebeld met Moctar. De echtgenoot van Franca is in Nederland, waar hij een container aan het laden is met allerhande spul dat naar Afrika moet. Er gaat bijvoorbeeld ook een doormidden gezaagde Mercedes mee. En daar is ook mijn compressor bij die zal worden ingezet voor het graven van de put in Sarédera. Op zich nog niks bijzonders. Wel bijzonder is dat het gebeuren plaats vindt in het noordhollandse Warder, niet meer dan een vlek op de kaart, nauwelijks meer dan één straat. Aldaar zijn zeer recent Rob en Patricia gaan wonen, zij behoren tot mijn dierbaarste vrienden en zij ondersteunen ook met flair mijn tuinenprojecten. Ik bel Rob en hij staat al op het punt om poolshoogte en foto's te nemen.
Moctar houdt de klep open
Middels bijgaande foto's bent u daarvan getuige. Het is nog steeds een wonder. Als ik het goed begrepen heb gaat de container dinsdag op de boot!
Ik bezoek met Franca en Kensa de tuin in Sangubaka.
zaterdag: bezoek aan Sangubaka met Kensa en Franca
Na afloop vraagt een vrouw uit Sangubaka of ik haar naar een dorpje verderop kan brengen. De communicatie is moeilijk, er is niemand die een woord Frans spreekt. Toch lukt het haar ons naar het bewuste dorp te leiden. Daar aangekomen ligt een man van een jaar of dertig, die met vetrokken gelaat overeind komt. De man is haar schoonzoon. Hij heeft een tamelijk ernstig bromfietsongeluk gehad en daarbij zijn pols en zijn sleutelbeen gebroken. Verder heeft hij een paar gote brandwonden op zijn been, ik denk dat door de hete uitlaat. We kunnen niet veel doen. Zijn arm zit in het gips en hij moet over een dag of tien terugkomen in het ziekenhuis van Mopti.
De tijd loopt door. Ik breng de twee dames naar Mopti, waar juist het eten wordt opgediend bij Gogo. Een groot bord rijst met vis en salade. Als we het op hebben besluiten we vanavond maar niet meer te koken. Een broodje suffit.
Vanavond vertoon ik de komische speelfilm Les Dalton. Zo op het oog een leuke en onderhoudende film.
Austin, drie jaar, sleept al met een stoel voor de avondvoorstelling
Zondag 25 januari.
Hoe zal ik beginnen. Ik moest vroeg op om Kensa op de bus terug naar Bobo-Dioulasso te zetten. Maar voordat we op pad gingen belde Sékou mij met de droeve mededeling dat Founé vannacht is bevallen van een dood kind. De details begreep ik niet helemaal, de communicatie is altijd onbeholpen vanwege het taalprobleem. In elk geval breng ik Kensa snel naar de weg, waar ze alleen op de bus moet wachten.
Dus rijd ik snel terug en samen met Sékou rijden we naar het ziekenhuis. Ik vind een huilende Founé op het bed, gelukkig gaat het fysiek goed met haar. De bevalling is in principe zonder problemen verlopen, maar het kind is dood geboren. Men zegt dat het jongetje misvormd was. Ze wilden hem mij laten zien, maar voor mij hoefde dat niet zo, ik ben niet zo'n held. En wat heeft het voor zin? Het is direkt spijkers met koppen, Founé stapt alweer in de auto om mee naar huis terug te gaan. Sékou neemt het in een doek gewikkelde stoffelijk overschot mee op schoot en zo rijden we weer naar huis. Sékou gaat de teraardebestelling regelen op de begraafplaats, "de vrouwen?" zullen een gat graven in de tuin voor de placenta, die meegekomen is in een emmer. Op de binnenplaats is de stemming gedrukt, ook de kinderen zijn er stil van. De kleinsten snappen het misschien niet helemaal. Ze hadden zich zo verheugd op een klein zusje!
Franca schuifelt al door het huis, nou ja het huis, het is tussen slaapkamer en toilet. Zij heeft last van haar ingewanden. Ik kreeg gisteren een sms uit Bamako. De twee couchsurfers Martin en Désirée hebben het moeilijk, Martin is voor een paar dagen opgenomen in een kliniek met malaria en typhus. Désiréee gaat ook niet optimaal. Ze hebben tevens een geldprobleem, ze hebben een Mastercard, maar die werkt in Mali niet of nauwelijks. Gelukkig brengt Western Union uitkomst.
Om 9 uur komt Sékou mij halen, zijn Grand frère Maman en Mouktar zijn gearriveerd om te helpen met de begrafenis. Een begrafenisondernemer of enige autoriteit komt er niet aan te pas. We stappen in de auto, Mouktar heeft het in een doek gewikkelde lijkje op schoot. Er wordt niet gesproken, de stemming is gedrukt. We rijden langs het huis van Bakary en voorbij het Centre Jean Bosco van de katholieke missie. Via een vuilnisbelt rijden we naar een stuk land dat een soort begraafplaats blijkt te zijn. Sékou en Maman zoeken een geschikte plek. Je mag kennelijk overal een graf maken, de grond behoort waarschijnlijk aan de gemeenschap en is aangewezen als een publieke begraafplaats. De omgeving is door de nabijheid van de vuilnisbelt vergeven van afval en zwarte plastic zakjes. Het lijkje wordt op een beschaduwde plek neergelegd, ze hebben speciaal een mooie huid meegenomen om hem op te leggen, het gebeurt allemaal in gelatenheid en met heel veel respect. Met hak en houweel wordt het gat gegraven in de keiharde banco grond (leem). Ze wisselen elkaar regelmatig af. Veel dieper dan zestig centimeter komen ze niet. Onderin wordt aan de zijkant een soort nis gehakt. Mouktar legt het kindje, nog steeds gewikkeld in een witte lap, voorzichtig in de nis. Op de begraafplaats werden een paar banko stenen gezocht en die werden over het pakketje geplaatst, met kleinere stenen en met banco die met water was vermengd, werden de stenen aangesmeerd om te voorkomen dat losse aarde op het kind zou terechtkomen. Hierop werd het graf dichtgegooid en afgedekt met een gele doek. Zonder woorden rijden we terug naar huis.
het kinderlijkje wordt in het graf gelegd
aan de zijkant is een uitholling, waar het kind in wordt gelegd
het afwerken van de grafheuvel:
Maman, Mouktar en Sékou
Om een beetje positief te eindigen. Mijn kleine neefje Felix heeft 51,10 opgehaald voor de Stichting Mopti! Hij schreef mij onlangs de volgende tekst en het kost hun ouders Reina en Gideon eenzelfde bedrag:
"Ik heb een actie bedacht om jou aan geld te helpen.
Ik heb een oude Nesquikdoos er zit al 10 euro 74 in.
En ik wil nog meer geld ophalen. Mamma gaat het verdubbelen
en op jouw rekening storten. Heb je misschien nog een kaartje
dat we kunnen printen om aan de mensen te geven?
Groetjes, Felix"
Felix, jonge dank je wel voor je geweldige aktie!
klik op de foto om de pagina van de super-actie te openen.
de kaart waar Felix om vroeg
|