Klik hier voor de printversie
Mopti home page

Dit is Willem Snapper's nieuwsbrief nr 107 van 15 februari 2009.

U kunt zich aan- of afmelden voor de aankondiging:
wsnapper@mopti.nl

Waarin ik iemand overeind houd
en
Waarin een ander Aissata heet

Dinsdagochtend kwart over zeven.
Afgelopen zondag zijn vroeg in de middag mijn volgende gasten aangekomen. Janette uit Sikasso, getrouwd met Abou, maar die is er niet bij. Ze heeft verder haar twee moeders meegenomen, dames op enige leeftijd, Marie is al 83 jaar en die doet het wonderwel. Pet af, zou ik zeggen. Het is grappig om iemand op bezoek te hebben met een echt Gronings accent! Albertine is van het bereisde type, zij heeft veel van de wereld gezien, ze heeft op Curacao gewoond, maar ook in Indonesië. Het zijn weer bijzonder vriendelijke mensen. De vierde is de chauffeur Siaka, de petit-frère van Abou, als ik het allemaal goed heb. Ze hebben echt een beetje vakantie, niet het heilige moeten, van hierheen en daarheen. De Dogon laten ze schieten, net misschien teveel voor Marie. Ik vraag mij dat nog af, maar ik kan het mij ook goed voorstellen.
Janette is een praatgrage dame. Ze vertelt honderd uit over het sociaal centrum dat ze samen met Abou in Sikasso hebben opgezet. Ze leven al meer dan twintig jaar samen en ze woonden in Den Helder. Abou is muzikant en dat speelt in hun nieuwe centrum een belangrijke rol. Ik ben enthousiast geworden over de manier waarop ze het opzetten.
Ik geloof dat iedereen die zondagavond wel lekker heeft gegeten. Ik had gehakt gemaakt, gebakken aardappels en tomatensalade. En toe een heerlijke papaya uit eigen tuin met citroen.

Maandag 9 februari 2009.
Na het uitgebreide ontbijt vertrekt het gezelschap naar Mopti en ik haal een hele hoop emails in. De internetverbinding is nog steeds bedonderd en valt onophoudelijk uit. Het werkt soms opeens een paar minuten.
In de middag belt Gabor, de Hongaarse couchsurfer die hier vorige week een nachtje sliep. Ik moest hem afwijzen met mijn vier gasten, alle bedden zijn bezet. Hij was natuurlijk teleurgesteld, en hij had al opgehangen voordat ik iets anders voor hem kon bedenken.
Tegen borreltijd kwam Amatigue een pilsje halen en natuurlijk hebben we het ook over Joop en al zijn projecten. Janette nodigt mij uit om met het hele gezelschap in Le Terenga te gaan eten, en we hebben een gezellige avond.

Vervolg van de dinsdag.
Ik breng met mijn dames en met Jenny, die bij Yvonne logeert, een bezoek aan de tuin in Sangubaka. Ze zijn alledrie even enthousiast. Marie bleef thuis omdat ze last had van haar ingewanden. Na afloop doen we ook een rondje door Sangubaka zelf, met de tisserands (de wevers) en de binnenplaatsen met de leuke kleine huisjes. Er zijn niet veel mensen, bijna alle bewoners zijn naar de belangrijke markt in Fatoma. Daar gaan wij dus ook naartoe.

het kaal en droog landschap roend de tuin

Het is maar een paar kilometer over een stoffig zandweggetje door een kaal landschap met veel min of meer solitaire bomen, welke denk ik een aanzienlijke ouderdom hebben. De grillige vormen van de stammen zijn getekend door het helse klimaat.

Dadourou loopt tussen de schone was door, die ligt te drogen

kool in Sangubaka


(foto Daco)

Onderweg pik ik een jonge moeder op met een heel klein babietje op haar rug, die ook op weg naar de markt is. Ons bezoek duurt niet zo lang. Ik was zoals gebruikelijk vergeten water mee te nemen, dus koop ik een flesje vieze Fanta. Ik slok het zoete spul naar binnen en we slaan een van de smalle straatjes in tussen de kramen. We lopen door de afdeling met de kleden, de een nog kleuriger dan de andere. We zijn nog geen dertig meter gevorderd, of Albertine vraagt of we terug kunnen lopen naar de auto, ze is duizelig. Terwijl ik met de anderen overleg, zie ik haar in elkaar zakken. Ik schiet toe en kan haar maar ternauwernood overeind houden. We laten haar op een in der haast neergezette stoel zakken, ze is helemaal weg, ze is flauwgevallen. Na enkele minuten komt ze bij, maar het gaat nog steeds niet goed, en ze valt voor de tweede maal weg. We leggen haar op een lege plek tussen de stoffen in een kraampje en gelukkig gaat het dan snel beter. Het is waarschijnlijk de warmte die haar overviel, ze had nauwelijks iets gedronken. De markt is verder aan ons voorbij gegaan, we hebben de auto genomen en terug naar huis gereden, waar Albertine verder snel opknapte.
Ikzelf ben ook maar een uurtje gaan liggen, een dutje in de middag is vaak erg prettig. Ik kook 's-avonds een pannetje rijst met een lekkere saus van alle lekkere groenten die ik uit Sangubaka heb meegekregen. Stel dat de tuin in Sarédera werkt, dan hoef ik zelf nooit meer naar de markt! Ik heb ze evenwel maar wat gegeven om in de kas te stoppen, ze verbouwen hun groenten niet om die aan mij te geven, maar òf voor hunzelf òf om te verkopen!

Woensdag 11 februari.
Het gezelschap uit Sikasso wil vandaag vertrekken voor een bezoek aan Djenné. Terwijl wij uitgebreid zitten te ontbijten, laat Siaka voor de derde of vierde keer een lekke band repareren. Volgens de bandenplakker was de binnenband vermoeid (fatigué, zoals ze alles noemen wat bijna aan zijn eind is). Vervolgens belt JP van Baobab-Travel dat hij vanmiddag met een grote groep toeristen uit Nederland dorp en tuin wil bezoeken. Baba belt met Bakabou in Sangubaka om het dorp vanmiddag te mobiliseren, dat is wel zo leuk. Bakabou is eigenlijk de sous-chef en neemt de honneurs waar voor zijn oude en een beetje ziekelijke vader. Die is slecht ter been en komt zijn huis bijna niet uit. Toch konden wij de erg aardige man gisteren de hand schudden gezeten op een stoel voor zijn huis.
Stomtoevallig hoor ik dat Meni in Sévaré is, ik bel hem op om te vragen of hij langs kan komen. De afgelopen dagen heeft een drukke correspondentie plaatsgevonden tussen Martin, Steph en mij, over Meni's verzoek voor steun bij zijn strijd tegen de vrouwenbesnijdenis in Dogon-land. Meni maakt zich daar al jaren sterk voor en gaat met de film van Martin en Steph de dorpen langs. Hij heeft daar veel succes mee en diverse dorpen hebben door zijn inspanningen de besnijdenis afgezworen. Men zegt dat rond de 90% van de vrouwen in Mali zijn besneden!

gescande foto van Meni, onderste rij, tweede van rechts, tijdens een sessie met zijn troupe in Sangha

Martin en Steph kunnen niet al zijn verzoeken inwilligen. Hij vroeg om een terreinauto om meer afgelegen dorpen te kunnen bezoeken, maar dat is teveel gevraagd. Verder verzocht hij om een Franse versie van de film en ook een versie in het Bambara, maar dat is niet haalbaar. Ook ondertitels zijn geen optie, de meeste mensen kunnen niet lezen. Maar waar we hem mee kunnen helpen zijn een nieuwe geluidsinstallatie, waar ook microfoons op aangesloten kunnen worden. Wij stellen voor dat twee mensen de teksten live zouden kunnen vertalen. Steph kwam ook met de suggestie om iets meer van de voorstelling te maken door de troupe in leuke kleurige kleren te steken. Al met al hebben we een nuttig gesprek. Meni gaat de voorstellen overwegen en ik ga naar een nieuwe speakerset zoeken.
Rond de middag heb ik nog even een moeilijk moment, een moment dat ik even moet slikken. De Parijse Koumba, die vorig jaar ook bij mij logeerde, vroeg mij of zij een paar nachten mocht komen als zij uit de Dogon zou terugkeren. Ze is absoluut niet onaardig maar ze is wel van het bezitnemende type. Ze eigent zich onmiddellijk het huis toe, met de nadruk op de keuken. Na het overigens zeer geslaagde en prettige bezoek uit Sikasso, Maarn en Groningen, had ik even tijd nodig om weer een beetje bij te komen. Ik weet dat er ook nog couchsurfers onderweg zijn. Ik heb "voorlopig" dus nee verkocht, ik kies even voor mezelf.
Tegen drieën ben ik weer naar Sangubaka gereden. Na een kwartiertje wachten kwam daar weer de bus aan van Tara Travel, de bus die de toeristen van Baobab Travel vervoert. Het waren er geen dertien, maar zestien. Het hele dorp was weer uitgelopen en het was een drukte van belang, chaos bijna. Ik kon de Nederlanders niet in het gareel houden en mijn uitleg bereikte niet iedereen. Maar het was een goed bezoek, ook aan het dorp zelf.

Daco vroeg of hij foto's mocht maken, hij moet het nog leren

(foto Daco)

foto van Adama in de tuin van Sangubaka

(foto Daco)

Daco leert snel, getuige dit potret


(foto Daco)

in "gesprek" met Bakabou

Nederlandse toerist deelt ballonnen uit in het dorp

met een ballon van Zeeman zijn kinderen overgelukkig, tot ie ploft natuurlijk

de toeristen hebben het maar druk

Vrijdag. Tsja, en dan zijn er toch weer twee couchsurfers. Jakob uit Wenen met maatje Ablo uit Ougadougou. Terwijl zij de middag in Mopti doorbrengen bereid ik de films van vanavond en morgen voor. En het werd alweer een nare film met veel geweld, gelukkig niet teveel bloed dit keer: The good, the bad and the weird, een Koreaanse variant op de beroemde good, the bad and the ugly, maar van een heel wat mindere kwaliteit. Er zitten wel een paar grappige momenten in.
Op zaterdag blijkt Jakob ook al last te hebben van zijn buik. Wat is dat toch bij mij, bijna iedereen krijgt buikloop. En ze hebben hun ticket voor de boot naar Tombouctou al betaald. Het enige dat ik kan doen is hem geruststellen, dat op elke boot een rudimentaire toilet is te vinden: een gat in het dek met een klein hutje er bovenop. Maar rond elven laat hij weten liever nog een dagje te blijven.....
Vanavond probeer ik het weer met een animatiefilm: Kaena: La prophétie. Ik heb een paar scenes bekeken en het lijkt mij een intrigrerende film, of dat ook zo is bij het publiek, dat moet de avond leren.

het dochtertje van Hamidou, ze is een paar uren oud

Zondagmorgen. Het is kwart over acht in de ochtend en ik ben zojuist teruggekeerd van de doop van het dochtertje van Hamidou. Ik ben zo slecht in namen, Sékou weet het ook niet, maar Hamidou heeft het altijd over "madame", dus daar moeten we het voorlopig mee doen. Stipt om half zeven kwamen Sékou en ik aan in de wijk Banguétaba. We waren natuurlijk niet de eersten maar het scheelde niet veel. We hadden weer gemakkelijk een half uur later kunnen komen. Maar het is leuk om te kijken wat er zich allemaal afspeelt. De vroege ochtend is eigenlijk voor de mannen, de vrouwen verblijven op de binnenplaats. Het is een drukte van belang. Buiten verzamelen de mannen zich en ploffen op de tientallen gehuurde stoelen. De begroetingen zijn niet van de lucht. Er wordt gelachen en gepraat. Sommigen hebben elkaar tijden niet gezien en en zijn opgetogen als ze een oude vriend tegenkomen. Op de binnenplaats gonst het van de activiteiten. Minstens een tiental vrouwen houdt zich bezig met het koken van maaltijden. Overal staan dampende potten, anderen maken voortdurend schoon. In een hoek staat een schaap, hij weet nog niet wat er met hem gaat gebeuren, ik wel. In tegenstelling tot buiten met de wat saai geklede mannen, tooien de vrouwen zich in hun mooiste kleren. Vooral "madame" ziet er oogverblindend uit. Ze heeft een schitterende pagne aan, haar handen en voeten zijn prachtig versierd, met twee kleuren indigo hebben ze een soort tatouage aangebracht.
De islamitische doopplechtigheid stelt niet veel voor. Door de imam wordt de naam bekend gemaakt en driemaal wordt de zegen uitgesproken, waarbij de mannen hun handen voor hun gezicht houden.

de imam neemt het woord

"Madame" in haar wonderschone pagne, Aisatta op schoot

Ik beweeg mij daar een beetje stuntelig tussendoor. De imam kijkt natuurlijk naar mij, terwijl ik probeer ook nog een paar foto's te maken. Ik versta er natuurlijk niet veel van en ik probeer me te gedragen zoals van een gelovig muselman wordt verwacht. Maar omdat ik op de eerste rij zit heb ik daar ook niet goed zicht op. Voordat ik het weet is het al gebeurd. De naam van het nieuwe leven wordt Aissata, ik hoop dat ik het goed schrijf. De aanwezigen schudden elkaar de hand. Kleine groepjes verzamelen zich rond de schalen rijst met vlees. Binnen vijf minuten is iedereen al weer uitgegeten en storten de mangants zich op de restjes. Zij hebben op dit moment zitten wachten en vullen hun emmertjes met wat is overgebleven.
Ik loop naar binnen om "madame" te feliciteren. Zij zit samen met haar moeder en een aantal anderen in een kleine kamer. Aissata wordt mij onmiddellijk in de armen gelegd en ik luister hoe de griots met hun luide stemmen bijna eindeloos hun zegeningen uitspreken. Het is een bijzonder indrukwekkend schouwspel. De griots zijn vrouwen die dit soort gelegenheden uitbuiten om een centje bij te verdienen. Niet altijd zijn de mensen er zo blij mee. Ze komen onuitgenodigd, maar ze geven het feest veel extra kleur, ze brengen veel leven in de brouwerij. Iedereen wordt door ze op de hak genomen, en om te zorgen dat ze geen al te slechte dingen over je te vertellen kun je ze het beste naar een flap toesteken. Van mij wordt ook verwacht dat ik mijn portemonee trek. Dat is lastig, ik weet niet precies wie iedereen is en wie ik moet geven. Ik wordt omringd door opgehouden handen. Maar mijn duizendjes houden op een gegeven moment wel op, ook dat is geen probleem.
Om acht uur keren Sékou en ik weer naar huis. Ik kan mij aan mijn nieuwsbrief zetten.
Tijdens het ontbijt met de twee couchsurfers, merk ik op dat er nog nooit zoveel bloemen aan de twee mangobomen hebben gezeten.

een boom van misschien wel meer dan honderd jaar