Printversie

Willem Snapper's nieuwsbrief 21, 27 mei 2007.


Maandag 21 mei 2007.
Vandaag is het pas echt warm, de temperatuur liep op tot bijna 46 graden. In huis is het goed uit te houden, weliswaar wijst de thermometer 38 graden, de open deuren geven een beetje koelte. Het water uit de tuinslang is zo heet dat je handen eraan brandt! De schilders bij mij zijn gewoon aan het werk. Ze maken er helaas wel weer een grote puinhoop van. Ik kon ternauwernood mijn auto redden. Abdoulaye, de schilder, voelt goed aan dat ik het heb gehad. Maar er zijn een aantal dingen die er toch echt nog bij horen, paaltje hier, richeltje daar.
Even terug naar gisteren. Ik ben met Christian bij Draman op bezoek geweest, hij lag in diepe slaap. Om z'n heup een verband, ze hebben de ontsteking schoongemaakt. Ook hebben zij allerlei ongerechtigheden aan zijn voet verwijderd. De jongen ligt in een kamertje met twee bedden. Het tweede bed is leeg, op de grond een vrouw met twee kleine meisjes. Aan het plafond wappert een ventilator. Draman ligt op een zwart skai matras, op een doek en her en der kussens om zijn positie zo aangenaam mogelijk te houden. Aan het ledikant is een houten stok bevestigd en daar hangen allerlei zakken aan, een voor bloed en een andere met glucose, het ziet er modern uit, behalve de bevestiging. De kamer is uitgewoond, alles is grauw en groezelig, schoon is anders. Ik ontwaar af en toe onduidelijke geuren, niet heel bemoedigend. We konden niet veel doen. Grootmoeder hing rond het bed en zij had diverse etenswaren klaar om Draman te voeden. Maar voorlopig werd er geslapen. Misschien tien minuten later waren we alweer op weg naar Sévaré.
Thuisgekomen trof ik Sékou aan in een slechte stemming. Zijn kinderen speelden ergens in een in aanbouw zijnd huis, kennelijk is dat verboden terrein. De zachtaardige Sékou haalde behoorlijk uit, niet fysiek gelukkig. Het fijne heb ik niet begrepen. Ook Arona begreep niet wat aan de hand was, hij beheerst de Bobo-taal niet. Des-ochtends had Ali nummer zoveel (Ali Jioyda, de fleurist) nog een aantal bougainvilles-planten gebracht en mij gevraagd of hij die ook mocht planten, het is een beetje een precair klusje volgens hem. Dus ik had beloofd om dat met Sékou te overleggen. En dat viel niet in goede aarde, hij had altijd goed voor alle planten gezorgd, hij begreep niet dat Ali dat beter zou kunnen. Hij was echt een beetje pissig. Gelukkig kon Ali hem door de telefoon overtuigen. Vanmorgen dus kwam Ali met nog meer planten, en had al meteen veel kritiek op het werk dat Sékou had gedaan. En terecht. De koemest was niet door de aarde gemengd, in de geulen zat erg veel cement en stenen van de bouw, op een andere plek was teveel verloop, zodat het water niet gelijk zou worden verdeeld. Dat was nog even flink werken, ook voor mij. Ik geloof dat Sékou het toch wel sympathiek heeft opgenomen. De kritiek die ik dacht te hebben bleek juist, alleen ik wilde me daar niet teveel mee bemoeien. Overigens werd de schep mij dit keer niet meteen uit handen genomen.
Het was weer een erg vermoeiende dag, niet alleen door de warmte. En om zes uur is de electricien nog bezig met de climatiseur in de computerkamer.
Ik heb eindelijk ook weer bezoek gehad van Yacou, de eerste aannemer, over wie ik zo ontevreden was. Ik sta nog steeds voor 200.000 in het krijt en hoopte hem eigenlijk zover te krijgen dat ik die niet meer zou hoeven betalen, mede omdat hij een aantal zaken niet heeft afgemaakt. Helaas denk ik toch dat ik er niet onderuit kan. Hij zal alles uitvoeren wat ik hem heb gevraagd. Jammer, want ook vandaag weer glipt het geld mij door de vingers. Het meeste is wel gecalculeerd, maar toch. Ik moet morgen weer naar de bank.

Woensdag 23 mei.
Ik heb een dag overgeslagen. Het was vooral gisteren bijzonder druk en daar komt bij, dat mijn buik een beetje van streek was. Ik moet iets verkeerds hebben gegeten of het is misschien toch de warmte. De temperaturen lopen op tot 45 graden en het is daarbij nog vochtig ook. Het is nu tegen vieren in de middag en er verschijnen nu wat witte donderkopjes, die mogelijk aangroeien tot iets waat wat uit gaat komen. Welkom. Als je je rustig houdt is het nog steeds te doen, maar echt prettig is anders. De Afrikanen rond mij klagen steen en been. Ik ben ook flink afgevallen, vooral de laatste dagen ben ik denk ik twee kilo kwijtgeraakt, maar afgezien van een miniem onbehagen in mijn buik voel ik mij goed, ik heb geen koorts of verschijnselen die erger vermoeden.
Fune, de vrouw van Sékou heeft denk ik vandaag een wat rustige dag, maar normaal gesproken is zij van 's-ochtends tot 's-avonds bezig. Voor dag en douw hoor ik haar al de millet stampen, later doet ze de was, altijd met de kleine Austin op de rug, of aan de borst, ze kookt, maakt schoon, ze schrobt de kinderen, veegt een gedeelte van de binnenplaats, en ik zie haar regelmatig bezig met het kapsel van buurtgenootjes. Klagen doet ze nooit, altijd de vriendelijkheid zelve.
Ik ben vergeten wat ik gisteren allemaal gedaan heb. Oh ja, in elk geval ben ik samen met Christian Draman weer wezen opzoeken in het ziekenhuis van Mopti. Hij was nu helemaal bij kennis. Uitgemergeld lichaampje, uitpuilende ogen, zo geschikt voor de rampentelevisie in Europa. De volgende keer neem ik mijn fototoestel mee. Christian deed het woord, ik weet niet goed wat ik moet zeggen, vragen of hij veel pijn heeft, bon courage. Grootmoeder is er ook en er is ook een andere dame. We hebben de lakens verschoond, maar verder kunnen we niet veel doen. Ik had weer een zak met diverse koekjes meegenomen. Buiten is het een drukte van belang. De minder zieken, maar ook familie, liggen of hangen rond en op matten, er wordt gewassen en gekookt, iedereen kent en helpt elkaar. Elk plekje waar schaduw te vinden is wordt gebruikt, er zijn veel bomen, dus meestal lukt het wel om wat beschutting te vinden.
Tegen de avond komt Ali weer helpen met planten, Sékou is nu wel een beetje akkoord. Sékou graaft weer een aantal gaten voor bomen, het voorlopig einde komt in zicht.
Vandaag is het rustiger en tot nu toe heb ik niet zoveel uitgevoerd. Ik heb het luchtfilter van de auto schoongemaakt en ik heb twee gaten geboord in het ziekenhuis, zodat de elektriciens de kabels op een minder prominente plek kunnen laten lopen en niet dwars over de muur. En tussen de middag heb ik anderhalf uur geslapen, ik heb dat kennelijk nodig, ik kon vanmorgen bijna mijn bed niet uitkomen. Ik zou het liefst de hele dag blijven liggen.
Onze wilde tamme duif komt tegenwoordig elke dag beneden en scharrelt ook af en toe bij mij binnen rond en wordt steeds makker. Echt vliegen is er nog steeds niet bij. Maar ik ben wel een beetje zijn moeder, hij heeft vertrouwen in mij en ik denk dat hij mij herkent. Vanmiddag nam hij een sprongetje en fladderde hij bij mij op schoot, om uiteindelijk bovenop mijn hoofd te gaan zitten. Hij heeft behoorlijk scherpe nageltjes. De kinderen laten hem meestal wel met rust, behalve de kleine Austin, die wil hem pakken. Dat wordt door de anderen ook aangemoedigd, zodat het beestje de hele tuin rond wordt gejaagd. Vooralsnog schijnt het onze duif niet erg te deren. Als ze hem dan willen oppakken gebeurt dat met veel energie en geweld, soms vliegen de veren in het rond. Met beleid en een heel kein beetje geduld laat de duif zich echter ook zeer gemakkelijk benaderen en oppakken, maar de kinderen hebben daar geen boodschap aan.
Ik klim tegen de avond nog even op het dak en ik zie dat ik nauwelijks de tijd heb om mijn tent in te pakken, want aan de einder nadert een grote stofstorm, geelachtige vlagen en wolken okerachtig stof worden honderden meters de lucht in geblazen. Nadat ik de tent heb ingeklapt begint het enorm te waaien en verdwijnt de hele omgeving in een geel-grauwe mist, zo intens als ik niet eerder heb meegemaakt. Sékou beweert dat dit gedurende de hele hivernage (regentijd) zo zal gaan. Het duurt misschien maar een half uur, ik denk regen te ruiken, maar die laat het afweten.

Donderdag 24 mei.
Het is vroeg opstaan vandaag, ik moet naar de doop van het dochtertje van de buurman. Ik ken zijn naam niet, hij is altijd bijzonder vriendelijk en streng Islamitisch. Het is een magere man en loopt er altijd prachtig gekleed bij in kleurige boubous, vaak geel, blauw of groen in heel felle kleuren. Er waren duidelijk minder mensen dan een paar maanden geleden bij de advokaat Sampana. Het is gebruikelijk dat men wat geld geeft, hier bleef dat bij munten, ik was de enige denk ik die een biljet deponeerde, bij Sampana waren het uitsluitend biljetten. Nadat de naam bekend wordt gemaakt wordt er drie maal gebeden. De handen als een opengevouwen boek, kort daarna in een vegende beweging voor het gezicht naar de borst. En binnen twintig minuten is de hele sessie weer beëindigd en gaan de mannen naar huis.
Voor de rest heb ik geen bijzondere dingen te melden. Een broer van Sékou komt goeiendag zeggen, met Ablo haal ik het laswerk voor de climatiseurs voor het ziekenhuis, ik breng de boormachine terug naar de école technique. Geen wereldschokkende zaken.
Oh ja, de dieren. Wat moet ik hier aan met de hond? Het is een lief en mak beest, niets mis mee. Hij heeft het moeilijk met de hitte en zoekt de koelste plekjes. Zo zag ik vanmorgen vanuit mijn stoeltje vagelijk iets harigs uitsteken boven de goot met de bougainvilles. En ja, het beest ligt in de goot te slapen en heeft ook al een miezerig plantje geknakt. Ik trek hem uit de goot, maar hij keert onmiddellijk weerom. De kinderen zien mij helaas bezig en komen met stokken op hem af. Ik probeer ze tegen te houden, maar het is al te laat. Ze gebruiken de stokken dan wel niet, maar onder een regen van stenen wordt hij weggejaagd van het terrein af, staart tussen de benen. Gisteren had ik te maken met een vergelijkbaar tafereel, ik liep richting hospitaal en de hond volgde mij. Ik riep Dacco toe dat hij hem zou roepen, omdat ik niet met de hond het ziekenhuisterrein op wilde. Ook dat verzoek werd beantwoord met een regen van stenen. Het is ook wel lastig, ze hebben geen halsband met lijn. Ik weet ook niet of dat de oplossing is, dan gaan ze juist weer daarmee aan de haal, misschien op een verkeerde manier. Ik weet niet zo goed hoe ik daar wat aan kan doen. Lastig. De hond ligt nu weer op zijn favoriete plek onder mijn auto te slapen, hij schijnt toch te vinden dat hij hier hoort, maar als ik weg wil rijden ben ik bang dat mijn poging om hem onder de auto uit te krijgen zal worden beantwoord met alweer een paar stenen. Simpel de motor starten doet hem nog niet eens opkijken.
Ik heb om vijf uur afgesproken om met zuster Emelia bij Draman op bezoek te gaan. Christian was eerder op de dag al geweest, over gebrek aan belangstelling heeft hij niet te klagen. Ik neem een fles sinaasappelsap mee. En hij drinkt snel twee bekers, nadat we hem in een zittende positie hebben gezet. Het doet hem zichtbaar goed, maar heeft het in Mopti wel gehad. Het is echt een ziekenhuis van de slagers. Ik heb gezien hoe ze hem op een draagbaar de trap af droegen, ja het kan ook misschien niet anders, maar het was geen prettig gezicht. De wonden aan heup en voet worden elke dag schoongemaakt, dat schijnt ook een pijnlijke bedoening te zijn en ze gaan kennelijk niet zachtzinnig te werk. Hij wil dolgraag terug naar Sévaré, waar meer liefde en geduld aan de dag wordt gelegd. "Ils sont trop méchant", klaagt hij. In de tussentijd probeert hij een paar mieren uit zijn bed te krijgen. De zorg die hij in het ziekenhuis krijgt is erg minimaal. Als de medicijnen op zijn, is er niemand die aan de bel trekt. Emelia merkte dat gelukkig, we zijn naar de apotheek gereden en hebben een zak met vanalles gekocht, zodat hij in elk geval het lange weekend (komende vrijdag is een feestdag) doorkomt.
Als ik thuis kom is het al een uur of zeven. Te laat eigenlijk om nog een heel filmprogramma te starten, ook omdat ik nog niets gegeten heb en wil koken. Sékou staat er echter op en ik begin snel met het maken van hamburgers, gekookte aardappels en worteltjes.
En dan rond acht uur de eerste voorstelling op het speciaal geprepareerde witte vlak op de muur: ik begin natuurlijk met de Dikke en de Dunne: Big Business en daarna Raiders of the lost arch. In het Engels, maar met veel spektakel. Er zitten bij elkaar wel een stuk of twintig mensen te kijken.
Het beeld is echt perfekt, het geluid is misschien iets te zacht. Bij de Dikke en de Dunne waren diverse lachsalvo's hoorbaar. Een succes. Het werd dus laat, ik lag pas om half twaalf onder de wol.

Vrijdag 25 mei.
Deze vrijdag is de meest rustige dag tot nu toe. Het is drie uur en ik ben de deur nog niet uit geweest, behalve om brood te halen bij Ina. Ik heb mijn computertafels opgeruimd en ontdaan van een centimeter dikke laag stof, emails geschreven en een bord couscous dat Fune me kwam brengen gedeeltelijk door de toilet gespoeld. In Nederland zou je dat vroeger armelui's eten hebben genoemd. De couscous ziet er grauw uit en het zand knarst regelmatig tussen mijn tanden, de saus is niet lekker. Zelfs met een flinke dosis piment zit ik tegen heug en meug te eten, helaas. Ik besluit ongeveer een derde weg te spoelen. De rest van de portie geef ik terug, dat is niet ongebruikelijk. Jammer, het is zo vreselijk goed bedoeld. En ik voel me zo schuldig.
Ik stap voor het eerst hier op de fiets om een paar keer naar het ziekenhuis te pendelen. Ik ben het nog niet verleerd en het is werkelijk een genot, ondanks het ouwe barrel. Iedereen kijkt ervan op, ze dachten dat ik meteen op mijn bek zou gaan. Arona maakt de foto's.
Het is 9 uur in de avond. Ondanks de donkere luchten en wat lichtflitsen achter de wolken, heb ik besloten toch maar een film te starten. Busy Bodies van Laurel en Hardy was in het voorprogramma en er werd weer schater gelachen. De hoofdfilm van vanavond was Madagascar, maar we waren nog niet eens gestart of een stofstorm daalt over ons neer. Zo snel mogelijk de apparatuur ingepakt en een minuutje later is er een storm losgebarsten die ik nog niet heb meegemaakt. Ik maak mij zelfs zorgen om het rieten dak, ik zie her en der riet omhoog wapperen. Het stof dringt ook ongenadig nu het huis binnen, er hangt een gele mist in huis. Mijn net schoongemaakte aanrecht lijkt wel het strand van Scheveningen. Ik heb moeite met het sluiten van gewone binnendeuren, alsof een hand ze wil tegenhouden, noemen ze dat onderdruk, is het verbeelding?. Stof- en winddicht is het huis bepaald niet, ook al zijn alle ramen dicht en de luiken gesloten. Het is ook hard gaan regenen. Ik ben benieuwd hoe lang dat duurt en of het ook gaat afkoelen. De elementen zijn behoorlijk heftig. Is het niet de hitte, dan is het de wind of de regen. Het is goed voor de tuin. Ik moet een beetje denken aan de herfststormen van vroeger, waar diverse keren het café-restaurant van Minkema in de golven verdween, om het toch steeds weer op dezelfde plaats op te bouwen. Maar hier is geen zee, waar le petit palais in kan verdwijnen.
Het heeft niet lang geduurd, een minuutje of twintig, ik heb alles weer open gezet om de warmte zo snel mogelijk het huis uit te krijgen. Buiten licht het nog wat na, af en toe een donderslag. Mijn Amsterdamse paraplu komt goed van pas. Sékou loopt rond in een groene oliejas. Het is lachen. Op het dak zijn de lichtflitsen indrukwekkend, ze zijn niet erg dichtbij gelukkig.

Zaterdag 26 mei.
Enige verkoeling is merkbaar, maar gedurende de dag wordt het voortdurend warmer en vochtiger. Ablo vraagt mij om mee te gaan naar het ziekenhuis met de slijptol. We gaan met de auto, en na de betrekkelijk beperkte regenbui van gisteravond kom ik al bijna vast te zitten in de modder. Hoe zal het zijn als de regentijd echt inzet? En die komt nu snel want het is tenslotte bijna juni. 's-Middags rijd ik met Christian nog een keer naar Mopti. Het gaat een fractie beter met Draman, hij heeft iets minder pijn. Toevallig zijn ook de twee Libanese zusters op bezoek, van de katholieke missie in Mopti. Ze komen afscheid nemen, want maandag vertrekken ze definitief naar Libanon, ze zijn tegen hun zin teruggeroepen door de congregatie (als dat ten minste zo heet), na een verblijf hier van wel dertig jaar! Onbegrijpelijk, ze waren heel wat liever gebleven. Reorganisatie?? Draman is in tranen, hij had veel vertrouwen in de zusters, die kennelijk ook veel voor hem hebben gedaan. Ik breng nog maar weer een fles sinaasappelsap mee, hij is er blij mee.
Thuisgekomen rijd ik nog even door naar het ziekenhuis om te kijken hoe het met de climatiseurs gaat. Ze doen hun werk reeds en zuster Emelia is tevreden. De kwaliteit van het werk is echt op z'n Afrikaans. Als de bedrading scheef kan, waarom dan niet? Van troep opruimen hebben ze nooit gehoord, overal liggen restanten piepschuim, steengruis en anderszins. Maar ja, het werkt.
Samen met Sékou planten we nog een paar papaya's en mangobomen. De tuin gaat langzaam, morgen het restant. Tot mijn grote schrik vond ik een dood vogeltje, zo'n prachtig rode. Gisteren heeft de fleurist gif gestrooid tegen de termieten, eigenlijk tegen mijn zin, maar hij verzekerde mij dat de termieten zich anders aan de bougainvilles zouden vergrijpen. En de vogeltjes zijn insekteneters, dat had ik al eens eerder gemerkt omdat ze in het geheel niet geinteresseerd waren in een halve baguette. De termieten zijn echt een probleem, en het sterft ervan. Als je een schep in de grond steekt krioelt het soms opeens van die beesten. Ze zitten voornamelijk onder de grond en komen tevoorschijn als er iets eetbaars ligt, zoals een stuk hout of een stuk karton. Daarom wordt al dit soort spul zo bewaard dat er geen kontakt is, bovenop een paar stenen bijvoorbeeld.

Zondag 27 mei. Pinksteren.
Daar is niet veel van te merken. Het is een gewone zondag. Ik ben vandaag erg laat, ik heb uitgeslapen, ik kon er niet uitkomen. Ik denk dat ik het nodig heb. Het is vanmorgen heerlijk. Stokbrood met een hard gekookt ei en gekookte aardappel, en eentje met roomboter met goyave-jam. Ik zit nu buiten op mijn terras, notebook op schoot en een kop koffie. Wat wil een mens nog meer.
Gisteravond heb ik de film vertoond, die gisteravond in stof werd gesmoord. Madagascar dus, met voorafgaand in de L&H-cyclus "Any old port" waar L&H zeelui ronselen met behulp van een koekenpan, maar uiteindelijk zichzelf te gronde richten. Zeer komisch en er wordt weer hartelijk gelachen. En niet alleen door mij!