Printversie

Willem Snapper's nieuwsbrief 42, 21 oktober 2007.


Waarin Denis aan de bel trekt
en
Waarin ik we in Bamako een blauwtje lopen

Maandag 15 oktober
Het was vooral gisteren een hectische dag. In eerste instantie had ik problemen met de electriciteit. Dus voordat ik mijn website kon updaten moest ik eerst op zondagochtend naar Sévaré om een nieuwe regulateur te kopen, veel winkels zijn gesloten, maar er was tenminste één slimmerik die open was en daardoor een goede prijs kon bedingen. Eigenlijk ging het daarna redelijk goed. Het updaten via de ADSL is werkelijk een genot. Yvonne, die eind van de week komt brengt mij een webcam mee, dan kunnen jullie mij ook echt zien zitten. Rond vieren belt de van oorsprong Bergense Wendela, dat ze is aangekomen met de bus. Ik had net met Christian afgesproken samen Dramane op te halen, die gedurende de feestdagen bij zijn grootmoeder was, dus dat trof. Allereerst dus naar de gare, waar Wendela mij opwachtte en gezamenlijk hebben wij Dramane opgehaald, die met lichte tegenzin meeging.
Eenmaal thuisgekomen hebben we gezellig zitten praten. Wendela is een bijzondere vrouw denk ik. Ze woont ten zuiden van Toulouse en is boerin. Met haar echtgenoot beheert ze een boerderij van liefst 60 hectare, ze hebben koeien en varkens en ze produceren melk en "Hollandse" kaas. Wendela had de grote wens om naast het leven als boerin onafhankelijk nog eens iets anders te doen en na een reis met Baobab Travel in februari besloot ze voor drie of vier maanden naar Mali te gaan. Na een weekje Bamako gaat ze nu in Ende in de Dogon assisteren bij een medisch team. Daarna gaat ze in elk geval ook nog een maand werken met straatkinderen in Bamako.
Terwijl ik mij bezighield met de soep van de gebarsten pompoen hoorde ik een ratelend geluid, wat afkomstig bleek te zijn van een tl-buis. Toen ik die uitschakelde begonnen de metertjes in mijn spanningsregelaars alle kanten uit te slaan en begon alles vervaarlijk te knipperen. Wat er aan de hand was begreep ik niet, er moest iets van een kortsluiting zijn. Als ik de ijskast uitdeed gingen alle lichten subiet uit, maar kon ik wel in het aardedonker mijn mixer gebruiken. In de stoppenkast heb ik geprobeerd te lokaliseren waar de fout zat, maar de schakelaars reageerden volstrekt onlogisch. Ablo was er niet en ik heb Ali (Tyson) gebeld of hij een electricien wist. Een half uurtje later stond hij op de stoep met een jonge vent. Onder het schijnsel van zaklantaarns begon hij alles op te meten. Zijn handen toonden tekenen van verbrandingen, het zwarte pigment had vleksgewijs plaatsgemaakt voor witte huid. Na een half uurtje vond hij uit dat een hoofdschakelaar defect was en nadat hij provisorisch een verbinding had gemaakt keerde alle licht terug. Het was godzijdank niet de koelkast die zou zijn gesneuveld en waarvan ik dacht dat die de oorzaak was. De soep was uiteindelijk erg lekker, al werd het later en later vooraleer gegeten kon worden.
Terug naar vandaag. Ik breng Wendela naar Mopti en rijd zelf door om Baba op te halen om de benodigde handtekeningen te verzamelen voor onze ONG. Dat lukt allemaal, maar mijn hele ochtend ben ik er wel mee kwijt. Ik ben nog niet koud thuis of daar komt couchsurfer Joe terug uit Tombouktou, hij blijft nog één nachtje en gaat morgen naar Bamako, waar hij na een twee-enhalfjarig verblijf in Afrika terugkeert naar de VS.
Het opnieuw richten van de televisieantenne geef ik op, ik bel om hulp. De hele middag en een deel van de volgende dag heeft de specialist nodig om weer een beeld op de tv te toveren. En straks moet ik voor de laatste keer met Modibo naar het ziekenhuis voor het verbinden van zijn voet.

Dinsdag 16 oktober.
Vanmorgen om zes uur opgestaan om Joe naar de bus te brengen. Wat is het op dit vroege uur buiten heerlijk. Het is de beste tijd van de dag. Het belooft vandaag een rustige dag te worden, maar het pakt voor een deel anders uit. Ik wordt gebeld door Caritas met de mededeling dat Dramane zich vrijdag om negen uur in Bamako bij de Franse ambassade dient te melden voor zijn visum voor Spanje. In principe gaat het nu te snel. Het lijkt erop dat Caritas-Bamako mijn bijgevoegde brief niet heeft gelezen, waardoor nu deze toestand is ontstaan. Jammer. Het was niet de afspraak, er moet worden gewacht op de invitatiebrief uit Spanje en bovendien is de aanvraag van Soeur Emilia om hem te begeleiden nog niet rond. Die visum-aanvrage is dus prematuur. We zouden de aanvraag kunnen cancelen, maar de ambassade accepteert een volgend verzoek niet binnen een maand, dat zou dus een zeker uitstel betekenen. Christian is bereid om met Dramane in de bus te stappen voor de tien uur durende rit. Het lijkt me geen goed plan. Maar dat betekent wel dat ik naar Bamako moet, donderdag vertrekken, vrijdag daar en zaterdag weer terug. Dan kan ik meteen ook Yvonne meenemen, die vrijdagavond met het vliegtuig in Bamako aankomt.
Vanmorgen kwam Coumba langs, de nieuwe school voor de verpleegkundigen is nog niet klaar en de lessen beginnen pas in november. Maar Coumba kwam niet alleen om dat te vertellen. Het is en blijft het oude liedje. Ze moet straks regelmatig voor stages voor haar opleiding op pad en heeft geen vervoer. Een bromfiets zou haar uit de problemen helpen. Hup, weer 350.000 Fcfa (500 Euro), nog afgezien van de benzine. Ik geeft het toe, het transport zal niet makkelijk zijn, een taxi-brousse kost weliswaar slechts 250 Fcfa om naar Mopti te gaan, maar het kost véél tijd en je bent minder flexibel. Ik weet het niet, ik kan niet de hele wereld van geld voorzien, ik heb gezegd dat ze daar wat mij betreft niet op moet rekenen. Ik betaal haar studie en ik heb bij haar ouders Moussa en Ina samen al 1,4 miljoen Fcfa uitstaan (2000 Euro). Het houd een keer op.
Het probleem Denis. Een van de belangrijkste redenen dat ik mij in Nederland niet meer zo thuis voelde is de ongerechtigheid, die ik meer en meer rond mij ervaarde en waar ik nu toch weer mee te maken krijg naar aanleiding van de noodkreet van Denis, die jarenlang bij mij in de Gerard Doustraat heeft gewoond, samen met Janet. Helaas is hun verhouding nu ernstig verstoord, maar dat terzijde. Denis zou het schoolvoorbeeld voor de pardonregeling moeten zijn. In het jaar 2000 gevlucht uit Soudan, uitgeprocedeerd en afgewezen op zeer onduidelijke gronden en al die tijd ondergedoken, bang te worden aangehouden en het land te worden uitgezet voor een zeer onzekere toekomst. Justitie weigert te geloven dat hij in 2006 in Nederland was, terwijl hij hij nooit Nederland heeft verlaten, maar dat tot nu toe niet kan bewijzen!! Denis heeft mij in het voorjaar geholpen met het ophalen van spullen voor de container van de Stichting Dogon onderwijs, hij heeft mij vaak geholpen met takelen, we gingen wekenlang bijna elke dag naar de psychiatrische kliniek, waar Janet was opgenomen, hij liep zich voor haar de poten uit zijn lijf. En hij kan niets bewijzen. Een eerdere brief van mij bleek niet voldoende. Ik moet proberen achter de naam van zijn advokaat te komen en zien uit te vinden wat we kunnen doen. De pardonregeling is een stukje gerechtigheid, dat is tenminste iets, nu nog gerechtigheid voor de mensen waar het om gaat!

Woensdag 17 oktober.
Ik was gisteravond echt helemaal van de kaart door het gedoe met Denis, ik kook inwendig. Ik heb vanmorgen nog wat emails gestuurd, ik ga straks de was doen en mij voorbereiden voor de dag van morgen.

Zaterdag 20 oktober.
Terug van twee dagen in de auto en Bamako. Donderdag zijn we vroeg vertrokken, Dramane achterin en met hoop op een goede afloop. Ik heb er flink de vaart ingezet, we hebben nog een heel programma als we aankomen. Bij het eerste dorp waar we onderweg doorheen reden vroeg Dramane al of dat Bamako was, nee het zou nog zeven uur rijden zijn. De reis verloopt voorspoedig. In het begin is de weg bezaaid met zwart-witte kraaien en vooral ook arenden, die zich tegoed doen aan sprinkhanen en doodgereden kikkers. De kraaien vliegen op tijd weg, voor de arenden moet ik soms stevig in de remmen. Om drie uur doemen de eerste huizen van Bamako op, Dramane kijkt zijn ogen uit als we de Niger oversteken. Dramane gaf aan dat het wat hem betreft een beetje tè druk was. We slapen bij de katholieke missie in het midden van de stad, een ideale plek eigenlijk. Het eerste misverstand is een feit, Zuster Augustine had ons niet verwacht en dacht dat de afspraak bij de Franse ambassade voor het visum van Dramane niet door zou gaan, maar ze kon regelen dat we toch terecht konden. Dus hadden we een klein beetje tijd om een boormachine te kopen, de mijne was immers vorig jaar uit de container gestolen. Het is een waarachtige "Sparky"-boormachine, nooit van gehoord natuurlijk, maar het is een Duits merk en ik meen me te herinneren dat dit (inferieure?) merk bij de Praxis wordt verkocht. Het is in elk geval een Duits merken niet iets Chinees, dat geeft nog een klein beetje vertrouwen. Hij hoeft niet veel te kunnen, voornamelijk hier en daar eens een gat in in een broze muur. We keren terug naar de missie en we drinken een heerlijke koele grote bier. Dat hebben we verdiend. We kunnen niet echt de stad in, we kunnen Dramane niet echt alleen laten, hij kan niet lopen. Christian draagt hem steeds van hot naar haar. Het zou fijn zijn als hij ooit weer zou kunnen lopen, daar gaat het immers om. Christian en ik eten bij de Sénégalais, een wat beter restaurant voor de Malinezen zal ik maar zeggen. Het restaurant is op de eerste verdieping, de entree loopt via een donkere ingang en een nog donkerder trap. Boven in een kale zaal zitten een paar vrouwen naar de televisie te kijken. Alles is donker, maar als we gaan zitten flitst er een tl-lamp aan en schakelt een ventilator in. We hebben niets te kiezen: kip met frites en sla, maar het smaakt goed. Voor Dramane bestellen we ook een portie, toen ik hem eerder vroeg of hij van kip hield begon hij te glunderen. We gaan terug naar de missie en nadat Dramane heeft gegeten kruipen we snel onder de muskietennetten, iedereen is behoorlijk moe.
Vrijdag is de dag waar het om gaat. Om zes uur staan we op en om zeven uur staan we al voor de ambassade om maar vooral niet de laatsten te zijn. Het is buiten een drukte van belang, we zijn er vroeg bij, maar we zijn niet de eersten. Rond half negen worden we naar binnen geroepen en een vriendelijke Franse dame staat ons te woord. Het is al heel snel duidelijk. Voorlopig hebben we geen schijn van kans. We missen een verklaring van een ziekenhuis dat hij daar kan worden opgenomen en dat de financiering is geregeld. De brief van Alberto is niet genoeg. Ze verwijzen ons naar de Spaanse ambassade. Teleurgesteld druipen we af. Voorniks de 1300 kilometer heen en weer en rest vooral de vraag hoe het nu verder met Dramane moet. Ik had overigens van het begin af aan onduidelijke voorgevoelens. Maar goed, ze geven ons het adres van de ambassade en we begeven ons in de drukte van het Bamakaanse verkeer, de ene file in, de andere uit. Zo belanden we opeens voor het kantoor van de SNV. Ik loop daar even naar binnen om te vragen waar we de Spaanse ambassade kunnen vinden, maar ze weten niet eens dat er zich een ambassade in Bamako bevindt. Goed we rijden door de wijk over onwaarschijnlijk slechte wegen met gaten en kuilen, en vinden uiteindelijk iemand die ons uitlegt waar we moeten zijn. We komen bij een gebouw zonder een enkel opschrift, dat de ambassade moet zijn, we doen ons verhaal bij de portier en tweemaal bij een secrtaresse om uiteindelijk bij de 1e Conseillé terecht te komen, die inmiddels op de hoogte was omdat Alberto hem vanuit Spanje had gebeld. Conseillé Manuel is positief maar ook negatief. Gelukkig heeft Alberto wel de juiste toon gevonden, want normaal gesproken worden alle visa bij de Franse ambasade geregeld en het was duidelijk een gunst dat we bij hem konden aankloppen. Ik heb overigens maar geen commentaar gegeven op zijn uitspraak dat Europa niet het ziekenhuis is voor de Afrikanen. Volgens hem is het onvermijdelijk dat we de toestemming krijgen van de ouders van Dramane in Côte d'Ivoire. In mijn ogen een onmogelijke missie, maar bij navraag later blijkt er toch een telefoonnummer te zijn. En verder hebben we dus een verklaring van een ziekenhuis nodig, financiële zekerheid en een verklaring van Alberto dat het niet een verkapte adoptie betreft. Er vindt gedurende de ochtend telefonisch veel verkeer plaats tussen Alberto, de ambassade en mij. We verlaten met onzekere gevoelens de ambassade. Hoe groot is de kans dat we die toestemming van zijn ouders krijgen? We keren terug tot de orde van de dag, we hebben veel tijd verloen en willen vandaag nog terug naar Sévaré, omdat Christian in het ziekenhuis wordt verwacht. Christian leidt ons tenslotte naar een waarachtige Franse supermarkt. Zelf was hij daar nooit binnen geweest dus hij keek zijn ogen uit. Ik ook trouwens. Een dergelijke winkel had ik in een jaar niet gezien, alles hebben ze, zuivelprodukten, alle soorten kaas, vlees, koek, drank en veel wat je in de Franse supermarkten vindt. De prijzen van de kaas zijn niet eens veel hoger dan in Europa, wat zeg ik, misschien zijn ze wel lager. Ik doe snel mijn inkopen, een groot stuk gruyère en een stuk parmesan, een stuk chorizo en een harde worst, wat koek en een zak Lays-chips voor onderweg, alles voor 65 Euro.
We kachelen daarna snel richting huis. Onderweg stoppen we om nog flink in te slaan, een enorme zak tomaten, 5 reuzachtige watermeloenen, gewone meloenen, een hele lading maïskolven en een zak cake. Onderweg komen we een tiental vrachtwagens tegen beladen met vracht en vooral veel mensen bovenop, die op en aan de auto's hangen. Christian weet ook niet waar ze vandaan komen, het lijken vluchtelingen, maar ik vermoed dat het min of meer "normaal" transport is. In elk geval levensgevaarlijk. De auto's zijn meters hoog en ik heb de indruk dat de mensen zich nauwelijks kunnen vasthouden. Als we nog 100 km te rijden hebben valt de duisternis in en moet de voet van het gas af. Het is aardedonker en vele verpletterde insecten op de voorruit doen het zicht geen goed. Het is extra uitkijken voor de gendarmes-couchés, de verraderlijke snelheidsbrekers in en om de dorpen. Bij elke tegenligger zakt mijn snelheid tot 40 tot 50 km/u, omdat de tegenlichten bijna alle zicht ontnemen. Er is gevaar om achterop een onverlichte fiets te rijden of een paard-en-wagen. Maar het gaat goed. En rond half acht zetten we ons aan een grote pils in het restaurant Le Térango in Sévaré.
De tuiskomst is een feest, de garagedeuren gaan automatisch open, de Sanogo's dansen van enthousiasme. Het is goed thuiskomen! En ik ben maar twee dagen weggeweest. Ze zijn blij met de waterpistolen die ik had gekocht, helaas was er maar eentje die een beetje werkte, de andere waren onmiddellijk defect. Ik moet vandaag iets anders regelen.

Zondag 21 oktober.
Laten we zeggen, het seizoen is begonnen, gisteravond rond de klok van twaalven kwam de bus uit Bamako eindelijk aan, nadat Baba en ik nog een klein uur hadden gewacht op de gare routière. Het is een vreemd nachtelijk gebeuren, maar niet onbekend. Her en der scharrelen op dit verlate uur nog wat mensen rond, kraampjes worden afgebroken, sommigen liggen te slapen op hun hard-houten banken van bamboeloten. Dan verschijnt opeens een bus en komt het station tot leven. Iedereen verzamelt zich rond de bus, de mensen stappen uit, bagage wordt van het dak gehaald. En ook Yvonne is daar met drie loodzware koffers, na een vermoeiende busreis van twaalf uur. Ze had duidelijk niet de goede bus gevonden, maar eentje die èn drie uur te laat vertrok èn daarbij onderweg op elke hoek van de straat nog eens stopte om mensen in- en uit te laden. Een bana-bana bus, volgens Baba, scharrelaars, die het van de restjes moet hebben van wat de grotere maatschappijen laten liggen.
Gisteren was verder een rommelige dag. Voor de kinderen heb ik van die kleine computerspelletjes gekocht, die deden het tenminste, kleine apparaatjes met een schermpje waarop je tetris kunt spelen, of tennis en voor Austin een blinkende speelgoedauto. En ik haal Dramane op bij zijn grootmoeder en breng hem terug naar het ziekenhuis. Ik haal een beetje de bezem door het huis en bereid de filmavond voor. Fatou la Malienne, een film over een Malinees meisje in Parijs, die wordt uitgehuwelijkt aan een Malinees die het helemaal gemaakt heeft en strooit met dure cadeaus. Fatou wil echter niets van hem weten, ze vindt zichzelf te jong en is nog niet aan een huwelijk toe. Ze wordt echter door haar familie ontvoerd en wordt gedwongen te trouwen. Uiteindelijk vlucht ze en ervaart dan dat de familierelaties daarmee ook zijn verstoord. Een aanklacht derhalve tegen het gedwongen huwelijk. Op het moment dat Fatou kans ziet te vluchten klinkt luid applaus, het is duidelijk dat het publiek met haar meeleeft!

Ik heb niet veel foto's deze keer, de tijd ontbrak, ik had graag her en der wat geschoten.
De komende week krijg ik het waarschijnlijk nog flink drukker. Ik moet weer met Dramane verder en ik heb beloofd de Ecole Technique aan te sluiten op het internet. Dat gaat me minstens twee of drie dagen kosten. Misschien moet ik zelfs nogmaals naar Bamako. Ik weet nog niet of dat ten koste zal gaan van nieuwsbrief 43. On verra.