Printversie

Willem Snapper's nieuwsbrief 44, 4 november 2007.


Waarin ik met de politie in aanraking kom
en
Waarin Dramane zijn visum krijgt

Zaterdag 3 november.

Ik ben donderdagavond teruggekomen uit Bamako, laat ik maar bij het begin beginnen.

Zondag. Ik rijd voor de tweede keer in korte tijd naar Bamako, de lange weg van een kleine 650 kilometer. Het is gas op de plank en het gezicht op oneindig bij wijze van spreken. Ik haal eerst Dramane op in het ziekenhuis en daarna rijd ik naar Mopti, waar Baba en Makan, zijn jongere broer, al op mij staan te wachten, dat is een meevaller, normaal gesproken ben ik het die moet wachten. Makan vergezelt ons omdat ik niet alleen met Dramane wil reizen op de onherbergzame route, je kunt niet weten. Om zeven uur vertrekken we en voorbij Sévaré zet ik er de vaart in. Om half drie komen we al aan in Bamako. Geen rariteiten onderweg. We hebben dit maal Dramane's rolstoel meegenomen en die komt goed van pas. We wandelen een beetje rond de missie en ik drink een pilsje bij de Libanees. Ik laat ook maar meteen mijn telefoon op de grond kletteren, hij doet het nog, maar het scherm is gebarsten en is daardoor onleesbaar. Ondanks dat het zondag is en bijna alles gesloten vinden we dichtbij een mannetje die hem kan repareren, het kost een uurtje, maar dan doet hij het gelukkig weer. Ik moet er niet aan denken dat ik niet zou kunnen bellen, het is een soort lifeline geworden. Maandag is de grote dag voor het visum van Dramane. Klokke negenen staan we voor de ambassade van Spanje, de eerste conseillé is nog niet geariveerd en we moeten nog een uur wachten. Een grote 4-wheeldrive verdwijnt heimelijk door een zware poort. Na een klein half uur schuif ik bij hem aan aan het bureau. Hij bekijkt de papieren, is tevreden en alle documenten worden door hem gewaarmerkt en geautoriseerd met veel stempels en handtekeningen. Ik ben hem dankbaar en met ook nog een aanbevelingsbrief vertrekken we voor de volgende etappe naar het Franse consulaat. De brief doet wonderen, de portier probeert ons nog naar morgen te verzetten, maar dat pik ik niet en dan plots worden we toch binnengeroepen. De procedure kan beginnen, Dramane moet afdrukken van zijn twee handen met al zijn vingers inleveren, we betalen de 40.000 Fcfa (60 Euro) bij de kas en worden dan al snel in een kamertje apart genomen waar een Fransman de nodige vragen stelt. De schrik slaat mij om het hart. Het is nog niet zo zeker en hij doet alsof hij roet in het eten gaat strooien. Zijn geboortebewijs is maar een paar weken oud, wie is Dramane, is hij het wel zelf, waar is zijn oorspronkelijke bewijs? We vertellen dat zijn ouders op een onbekend adres in Ivoorkust wonen, dat die waarschijnlijk het originele bewijs hebben. Ik vertel hem maar niet dat we Dramane van de Malinese nationaliteit hebben voorzien. Gelukkig is de man uiteindelijk meer geinteresseerd in het Nederlandse voetbal dan in Dramane en ik val hem maar al te graag bij als hij over Johan Cruyf en Patrick Kluivert begint. Waar het Nederlandse voetbal toch goed voor is. Hij is verder niet onaardig, maar hij stuurt ons met veel twijfels weg: voor de décision définitive moeten we woensdag om 4 uur terugkomen. We stappen in de auto en rijden terug naar de missie waar we slapen. We eten bij weer bij de Libanees. Werkelijk in de omgeving is bijna niks te vinden. En de Libanees heeft een veranda, waar het prettig toeven is. Het is vreemd dat we steeds de enige gasten zijn. Makan rijdt de hele tijd met de kar, ik krijg niet de kans om ook af en toe met Dramane rond te zeulen. Makan is een stille jongen, lang van postuur en niet zo tenger als Baba. Sterke kant in hem is dat hij goed kan afdingen. Na het eten lopen we terug naar de missie en zetten ons langs de kant van de weg om te kijken naar alles wat langs komt, het voetvolk, de vele autos en nog meer taxibusjes volgepropt met mensen, de "conducteur" aan de zijdeur hangend, luid roepende waar de bus naar toe op weg is.
Onder de passanten zijn veel verkopers van allerlei spullen en Makan doet goede zaken. Hij koopt een aantal prachtige splinternieuwe t-shirts voor 500 Fcfa per stuk (nog geen 60 cent!). Ik baal dat ik die niet heb gekocht, maar er komt nog wel meer langs later. Als ik voor Dramane op een gegeven moment een handdoek wil kopen is die opeens 12 euro. In het vervolg doet Kaman het kopen en het afdingen en hij is daar goed in, zoals ik eerder al opmerkte. Hij bedingt redelijke prijzen, waarbij hij niet tot de bodem gaat, zodat de verkoper er toch nog een kleinigheid aan verdient. Maar als de prijs niet redelijk is, haakt hij onverbiddelijk af.
We gaan naar bed en zoals gewoonlijk neem ik een douche. Dramane is redelijk selfsupporting en kan zich ondanks zijn handycap redden, zij het met moeite. De douches worden door de Malinezen niet alleen gebruikt voor de dagelijkse wasbeurt, maar ook om een plas kwijt te raken, echt fris ruiken doet het niet. Het is dan ook niet aan te bevelen om zonder slippers onder de douche te gaan staan.
En wat gaan we dinsdag doen? De hele dag vrij, wachten tot woensdag 4 uur. Ik had bedacht dat een servicebeurt voor de auto misschien wel een goed idee was, de auto is er aan toe, Bamako is de enige plek waar een echte Peugeotgarage is. Een modern gebouw, keurig geklede mensen in blauwe Peugeot-jassen en een ontvangst alsof je in Europa bent. Dus om zeven uur staan we al op de stoep om de eerste te zijn. Dat lukt, om drie uur kan ik hem weer ophalen. De BNDA-bank is schuin aan de overkant en ik haal er wat extra geld, ik heb geen flauw idee wat de beurt zal kosten en van te voren kunnen ze geen enkele schatting geven, ik ben weer aan de heidenen overgeleverd. Tijdens het wachten nuttigen we een ontbijt in een stalletje. Sandwich met hardgekookt ei en friten. Voor de verplichte reisverzekering voor Dramane lopen we naar een kantoortje niet veel verderop. Hup, weer 75.000 Fcfa (110 Euro). We willen terug naar de stad, maar er is geen taxi te bekennen. Shit, ze zijn in staking. Er zit niets anders op dan te gaan lopen, een kleine 5 kilometer schat ik. Het is in elk geval een goeie test voor mijn voeten. En we moeten ook weer terug. Vergeefs probeer ik nog een internetcafé te vinden en omdat we toevallig in de richting van de garage lopen keren we te vroeg terug bij de Peugeot-dealer om daar verder te wachten. Om half vier is de auto klaar en ik betaal de rekening voor de grote beurt, inclusief olie en twee filters 62.000 Fcfa (bijna 100 Euro). Ik kan mij herinneren dat ik daar in Nederland wel "iets" meer voor betaalde om het maar voorzichtig uit te drukken. Maar het is wel een beetje de vraag wat ze nu precies hebben gedaan. Maar goed, ik heb geen keus. Al het geloop begin ik nu wel behoorlijk te merken. Mijn voeten zijn moe en links doet pijn. Het gaat duidelijk niet goed. Ik vraag mij af of ik ooit nog een wandeling van een kleine 25 kilometer kan maken zoals een paar jaar geleden met Mar door de Dogon. Ik heb nog één hoop, normale schoenen en niet op sandalen. Dan heb ik meer steun. Ik sleep mijzelf voor het avondeten nog naar de Libanees, waar anders? Het bier smaakt weer goed in elk geval en het eten is ook niet slecht. Kaman is een beetje verontwaardigd omtrent de prijs, 16.000 Fcfa (22 Euro) voor drie maaltijden, bier, frisdrank en een toetje, voor hem een vermogen. En we rijden naar Kati, een kilometer of vijftien buiten Bamako, waar we afgesproken hebben met Bernadette en Arnold. Daar drinken we gezellig nog wat in een kroeg buiten het stadje.
Woensdag de dag van de waarheid. Ik begin mij steeds meer zorgen te maken en bange voorgevoelens maken zich van mij meester. Ik voel mij niet lekker, ik voel de spanning in mijn buik. En we moeten nog de hele dag wachten. We brengen een bezoek aan de Fourmi, een groot warenhuis, waarvan het op zich beter is dat zo'n winkel in Sévaré niet aanwezig is. Ik koop daar natuurlijk allerlei onnutte zaken, waterpistooltjes voor de Sanogo's, en een helicopter die echt kan vliegen. En toch ook nog een groot stuk kaas, dat ik ga invriezen. Op de terugweg naar de missie gaat het mis. Ik moet op een gegeven moment links afslaan en ik stel mij op tegen de as van de weg. Te laat, Makan wijst mij op de rotonde, die ik dreig rechts (links) te laten liggen. Ik wil nog achteruit, maar dan hoor ik al de felle fluitsignalen van de politieagent op de hoek. Ik word naar de kant van de weg geleid en de agent begint direct een bon te schrijven. Ik doe alle moeite om van de bekeuring af te komen, maar de agent is onverbiddelijk. Ik had hem zo 10 of 20.000 Fcfa willen geven, om van deze toestand verlost te raken. Maar hij lijkt niet omkoopbaar en overhandigt mij de bekeuring met de melding dat ik die moet gaan betalen en daarna moet ik terugkomen om mijn kentekenbewijs weer op te halen. Hij noemt een paar maal waar ik mij moet vervoegen maar werkelijk ik kan hem vanwege de opwinding niet volgen, hij verandert van plan en ik moet mij om vier uur op het bureau daar melden, want dan zou hij daar ook zijn om mijn kentekenbewijs terug te geven. Vier uur, verdomme, dan moet ik in het consulaat zijn. Ik bedenk dat ik iemand moet vinden, die ons daarheen kan brengen. De agent vind dat wel een redelijk plan en wijst een jonge agent aan die ons de weg gaat wijzen. We stappen in de auto en we rijden naar een buitenwijk van Bamako. Het is, als ik mij goed herinner de CCR waar we het terrein oprijden. Onze begeleider blijkt toevallig een jonge agent te zijn uit Mopti en dat schept onmiddellijk vertrouwen. We leggen hem uit waar we voor gekomen zijn en dat de bekeuring hartstikke onredelijk is, en dat slaat aan. Hij troont ons langs diverse deuren en loketten. Overal springt hij strak in de houding, hakken op de grond, hand aan de pet. We worden van het kastje naar de muur gestuurd, maar uiteindelijk betaal ik 2000 Fcfa aan een politieman achter een piepklein loketje, dat ook nog eens veel te hoog in de muur zit. Door op een richel te klimmen en mij aan de tralies vast te houden kan ik net naar binnen kijken. Ik kan het nog niet geloven, maar dat schijnt alles te zijn, waar ik een bekeuring had verwacht van 20.000 of 30.000 Fcfa. Dus ikke blij en ik geef de agent een biljet van 1000 Fcfa, die daarop bijna omvalt van dankbaarheid. We schudden elkaar wel zes maal de hand alvorens we vertrekken. Dat blijkt echter minder makkelijk dan gedacht, want bij de poort worden we door een buitengewoon geagiteerde agent teruggefloten. We moeten een reçu hebben om het terrein te kunnen verlaten en het betalingsbewijs van de bekeuring blijkt niet voldoende. Om een lang verhaal kort te maken, onze agent stapt weer in de auto en onder nog steeds geagiteerd gesputter van enkele agenten rijden we de poort uit. Honderd meter verderop droppen we de agent die terug loopt naar het bureau. En weer worden wel zesmaal handen geschut. Wat een gedoe.
We rijden weer terug naar de missie en ik doe een paar computer-aankopen. We eten ergens brood met brochettes en dan is het zo'n beetje tijd om naar het consulaat te gaan. Zuster Emilia gaat als eerste naar binnen en zij komt even later triomfantelijk naar buiten met haar visum voor Spanje, waar ze een cursus echoscopie gaat doen. Daarop ga ik naar binnen, Dramane en Makan wachten buiten. Ik word op een bank gezet. Eén voor één worden mensen bij het loket geroepen. De spanning staat te lezen op de gezichten van de aanvragers, "désolé, votre demande de visa est refusé", hoor ik meerdere keren, terwijl de mensen bedrukt de ruimte verlaten. Ik houd mijn hart vast, de spanning is onhoudbaar. Gelukkig zijn er ook mensen die wel een visum krijgen. Ik loop naar het loket als de naam van Dramane wordt omgeroepen. Een zucht van verlichting....., hij heeft een visum voor drie maanden!! En triomfantelijk laat ik Dramane het visum zien als ik buiten ben aangekomen. Iedereen blij. Ik bel meteen Alberto op in Spanje om het heugelijke nieuws te vertellen en ook om te vertellen dat het volgende probleem zich alweer aankondigt: tot de 8e november is het vliegveld gesloten vanwege onderhoud aan de startbaan! Hij kan dus de 5e niet weg. Ik loop naar Air France voor informatie en inderdaad de sluiting van het vliegveld wordt beaamd. En hoe zit het met de vlucht van Alberto, die vannacht om half drie aan zou moeten komen in Bamako om Dramane op te halen?? We begeven ons naar het kantoor van Royal Air Maroc, waar we in de hal op onze beurt moeten wachten om te vragen wat de mogelijkheden zijn voor Dramane en Alberto. Tegenover mij nestelt zich een man met een vervaarlijke kalashnikov. Ik houd me gedeisd, is dit een terrorist of een bewaker? Het zal de laatste wel geweest zijn, want er gebeurt helemaal niets. Het blijkt dat de dame achter de balie helemaal niets kan doen op het moment. We moeten morgen terugkomen of een speciaal nummer bellen.
We eten weer bij de Libanees. Dramane stopt de lege yoghurt-bakjes in zijn tas, die wil hij aan grootmoeder geven. Hij heeft het echt niet van mij geleerd, maar hij vindt tussen de vuilnis de restanten van een mobieltje en neemt opgetogen alles mee. We lopen terug naar onze plek langs de straatkant, we doen onze inkopen bij de langslopende warenhuizen. T-shirts voor de Sanogo's, slippers, handdoeken en meer. Het wordt weer een nacht vol muskieten, die zijn in de kamers van de missie een ware plaag. De gaatjes in de klamboes maak ik dicht met toiletpapier, de vorige nacht werd ik 's-nachts gestoord door een muskiet die naar binnen was gedrongen. De toilet is nog erger, van alle kanten vinden de aanvallen plaats, niet in het minst vanuit de pot zelf. We vallen gelukkig als twee blokken in slaap. Makan heeft zijn eigen kamer.
Donderdag, de dag van de terugweg. Inmiddels is Alberto midden in de nacht met het vliegtuig aangekomen, de laatste vlucht voor de luchthaven voor een week dicht gaat. Hij houdt niet op mij te bedanken voor alles wat ik heb gedaan, als ze het in Barcelona over mij hadden spraken ze over "Saint Willem", die alles wel zou regelen. Wat Alberto daarentegen gaat doen staat in geen enkele verhouding tot mijn geringe bijdrage! Na de warme begroeting vertrekken we meteen naar het kantoor van Air Maroc. Er is een alternatief door het vliegtuig te nemen vanaf Ouagadougou in Burkina Faso, maar dan moeten ze met de bus daarheen. Uiteindelijk rijden Makan en ik in sneltreinvaart terug naar Sévaré. Onderweg worden de plannen bijgesteld. Alberto en Dramane rijden met Emilia mee naar Sévaré om zondag met een auto van de Éveque naar Ouagadougou te rijden, dat bespaart ze een busreis van 18 uur!! Het gaat allemaal in elk geval niet van een leien dakje. En het valt voor Dramane zeker niet mee, hij is 12 jaar, met vreemden in een vreemde omgeving, is duidelijk een kind en is is natuurlijk ernstig gehandicapt met zijn zieke voet. Bij ons afscheid in Bamako hield hij de ogen niet droog. Het was een emotioneel moment, we waren 4 dagen intensief met elkaar opgetrokken, we waren al behoorlijk vertrouwd met elkaar.
In elk geval kwamen wij rond half zes aan in Sévaré, waar Yvonne klaar stond met een voortreffelijke maaltijd. Het is heerlijk zo thuiskomen. Ik had gehoopt op een dansje van de kinderen, zoals bij de vorige thuiskomst, maar dat is bij hoop gebleven. Ze waren echter weer oh zo blij dat ik terug was, elke dag hadden ze Yvonne gevraagd wanneer ik terugkwam, en ze hadden zich vanmiddag gedouched, gewassen en schone kleren aangetrokken. Twee grote watermeloenen, maiskolven, uien en tomaten, waren voorlopig hun deel, allemaal onderweg gekocht waar de groete en fruit een fractie goedkoper zijn dan hier in Sévaré. Maar 100 Fcfa (15 cent) is voor hier al de moeite waard.
Vrijdag de waterpistooltjes, de helicopter, de kleren voor Sékou en de kinderen en een prachtige gewaxte pagne voor Founé. Iedereen blij. Eind van de ochtend vertrekt Yvonne met Baba naar Tombouctou in een 4wheeldrive, om zondag op de boot terug te stappen. Ik werd nu net, zaterdagmorgen, door haar gebeld dat ze pas vanmorgen waren aangekomen, na veel pech met de auto en allerlei oponthoud. Slapen op de pont en genieten van alles wat er gebeurt, je overgeven. Dat is de juiste instelling, dat is Mali, dat is het echte Afrika.
En nu zaterdag zit ik op mijn dak te tikken, ik ben al twee uur bezig. Ik houd het verder kort wat de vrijdag betreft. Met de inmiddels gearriveerde Alberto en de blije Dramane bezoeken we grand-mère, ook voor haar een watermeloen en een pagne. 's-Avonds vieren we in het hospitaal de eerste verjaardag met drankjes en brochettes. Iedereen doet het woord en ook ik moet er aan geloven. De dankbetuigingen aan mijn adres voor alles wat ik in het afgelopen jaar heb gedaan hielden niet op (de climatiseurs en Dramane). Ik ben nog net op tijd thuis om de film te starten, Ratatouille. Jammer dat de kwaliteit erg slecht was, veel kinderen hielden het voor gezien, dat doe ik niet nog een keer. Vooraf een film met Charlie Chaplin, ook reuze populair hier, Charlie als politieman.
Vandaag zaterdag dus. Ik word vanmiddag verwacht om de maaltijd te gebruiken bij de bisschop van Mopti, l'éveque, die niet ver bij mij vandaan woont. Het is daar vooral een kwestie van bier drinken, veel te veel en ik voel me er helemaal niet meer lekker bij, al ben ik niet dronken. Elke keer wordt mijn glas tegen mijn zin weer bijgevuld. De maaltijd bestaat uit kip met frites. De bisschop zet ons ook nog een schaaltje met sprinkhanen voor, maar scheiterd als ik ben, ik heb ze niet gegeten, ondanks dat Albert er wel een paar naar binnen werkte en mij de beesten aanbeval. Ik blijf veel te lang zitten ook, al is het ook wel gezellig. Laat ik het maar zien als een beetje netwerken. In eten heb ik vanavond geen trek, ik houd het bij een broodje.