Printversie

Willem Snapper's nieuwsbrief 59, 17 februari 2008.


Waarin een schitterende wandeling
en
Waarin ons bezoek aan de Dogon wordt verstoord

Vrijdag 15 febuari 2008
Ik moet de hele week inhalen, ik heb geen aantekeningen, ik houd het kort.
Maandag in elk geval zijn we naar Sarédera gereden om samen met Ablo de definitieve tuin af te meten. JanJoost mee om te helpen, Anetty mee. Ablo had het laten afweten en we moesten het met Tyson doen, u weet misschien nog wel, degene met wie ik een jaar geleden flink wat problemen kende. De relatie is wat mij betreft dan ook enigszins bekoeld. Steeds als we in Sarédera aankomen is de eerste gang naar de put, om te zien of er vorderingen zijn gemaakt. Tot mijn spijt zijn ze maar ongeveer 20 centimeter dieper gekomen, er waren problemen met de compressor, die moest eerst worden gerepareerd. Toen wij er waren was ook de accu nog leeg zodat we helaas ook geen getuige konden zijn van een volgende explosie. Het afmeten van de tuin verliep redelijk voorspoedig. We waren bijna klaar toen de chef van Sarédera op de proppen kwam en ons meldde dat de afmetingen niet over een bepaalde grens mocht gaan, vreemd, want we hadden de tuin in eerste instantie met alle bewoners afgepaald. Een beetje balen, maar we hebben in elk geval iets dat op een rechthoek lijkt, voor verplaatsing kunnen we daar in elk geval wel van uit gaan. Er kon niet op dàt moment worden besloten hoe groot en waar de tuin dan wel zou moeten komen.
Baba had inmiddels een PC-tractor gearrangeerd voor vier dagen Dogon. Ik had gehoopt de auto van Bakary weer te kunnen gebruiken, maar die vertelde dat hij die juist voor tien dagen had verhuurd.
Dinsdagochtend vroeg reden we al richting Sangha, trouwens ook wel lekker om mij eens te laten rijden. De verschrikkelijk slechte weg was veranderd in een biljardlaken, binnen een uur en twintig minuten reden we van Bandiagara naar Sangha, met Rob en Patricia deden we er geloof ik bijna drie uur over. We dronken koffie in Hotel Femme Dogon en ik belde Sérou om ons door de twee Ogol-dorpen te leiden. Het weerzien met onze vroegere gids Assekrama, die Anetty, JanJoost en mij in 1979 langs de falaise had geloodst. De inmiddels zestigjarige man herinnerde zich alles nog als de dag van gisteren en wist na die 28 jaar nog precies waar we allemaal geweest waren. Hij is al lang geen gids meer, hij was handelaar in uien en nu apotheker. Bijzonder om met Sérou Dolo door de twee Ogols te lopen, twee wijken met misschien wel de mooiste architectuur uit de Dogon. En met Sérou was het bovendien makkelijk foto's maken. Na de lunch in het Campement Hotel zijn we naar beneden gereden, nu wel over een abominabel slechte weg met keien en scherpe stenen randen. Beneden kom je terecht in de toeristische val van Banani en proberen ze je elke winkel binnen te slepen als je niet uitkijkt. Het weerzien met Meni in het dorpje Ibi was als vanouds. Helaas voelde Anetty zich helemaal niet lekker en dacht dat ze hoge koorts had. Ze zocht snel haar bed op. 's-Avonds kregen we de voorstelling van Meni en zijn gezelschap voorgeschoteld: de vier liederen met dans en muziek en de film contre l'excision (besnijdenis). Anetty hoorde het aan vanuit haar bed. De volgende morgen was het niet veel beter met haar en we besloten terug te rijden naar Bandiagara om Anetty te laten onderzoeken in het ziekenhuis. Om toch nog iets te kunnen zien van de falaise hebben we een andere weg terug genomen, over Dourou. Halverwege werd het ons duidelijk dat we op de verkeerde weg zaten, we raakten vast in mul woestijnzand. We waren nog niet eens uitgestapt of er stonden al drommen sterke mensen om de auto om ons er uit te duwen. Volgens hun was het verstandiger om terug te rijden en een andere weg te nemen. Dat betekende een zeer zandige weg door de duinen omhoog, maar zonder problemen bereikten we de opgang naar de falaise en reden door een smalle kloof naar boven. In Bandiagara aangekomen werd Anetty bloed afgenomen en moesten we anderhalf uur wachten op de uitslag. We brachten onze tijd door met de lunch en om half twee bleek bij terugkeer de arts juist vertokken voor zijn siesta. Balen was dat, we zouden moeten wachten tot zijn terugkomst tussen vier uur en half vijf. Anetty vleidde zich op een matje, en JanJoost en ik doodden de tijd met diepzinnige gsprekken over Mali en het leven. Totdat een bromfiets stopte met een schone Malinese, die aarzelend op ons af kwam. Ik schaamde me diep, ik herkende haar niet direkt, het was Isabelle, die in Bandiagara woont en die drie weken terug met Christian was getrouwd en waar ik ook bij was! In elk geval kon ze regelen dat de dokter binnen tien minuten terug kwam en ons kon vertellen dat het géén malaria was, maar mogelijk iets van tyfus, hoewel ook dat bijna onmogelijk was omdat Anetty daartegen is ingeënt.
We besloten terug te rijden naar huis, ook voor een tweede opinie van Christian. Die stond ons al bij de poort op te wachten en hij kwam min of meer tot eenzelfde diagnose, maar stelde voor om de oplossing te zoeken met de injectiespuit.
Donderdag voelde Anetty zich gelukkig wel weer wat beter, maar het was niet voorbij. Christian kwam onophoudelijk langs om te vragen hoe het ging, zoals een huisarts in Nederland in de jaren vijftig.
Donderdag ben ik bijna de hele dag bijna op school bezig geweest met virussen en versleten hard disks.
En dan nu vrijdag. Ik ben vroeg opgestaan om een computer te installeren voor de school. En ik heb Bakary geholpen om zijn nieuwe internetverbinding aan de praat te krijgen. Daarna bezchten JanJoost en ik de kleurige opening van de DiamWare, het Festival van Mopti. Ik kijk mijn ogen uit naar alle prachtig uitgedoste mensen, we lopen wat rond en keren terug naar Sévaré. Zonder foto's helaas, ik was vergeten mijn batterijen in de camera te stoppen.
En vanavond film: Au Nom du Roi, ik heb geen idee wat dat is, we zullen zien.
Zaterdag 16 februari
De drukste avond ooit denk ik en het gejuich als de slechterik bij een wilde scene een pak slaag kreeg, was oorverdovend. In de filmdatabase op internet werd de film beschreven als: "Never buy, rent, download this film or even think of borrowing it from a friend. Its a waste, and a huge one too!" Ikzelf heb gedurende de twee uur durende film zitten knikkebollen van de slaap.
Vandaag voorlopig een dag om te vergeten. Boodschappen, naar de bank, huis schoon maken voor Saskia en Peter, frustraties met de computer die ik gisteren heb geïnstalleerd en die het nu alweer niet meer doet vanwege een defekt met de hard disk, testen van mijn elektrische kip. S&P nemen twaalf Barnevelders mee om uit te broeden. Vanavond geen film, ik hoop dat het duidelijk is voor mijn publiek, vanavond gaan we naar een concert in Mopti in het kader van het Diamwari festival met onder andere Amadou en Mariam.
Zondag 17 februari
Kort geslapen vannacht, ze hebben de vervelende gewoonte in Mali om laat te beginnen en het lekkerste voor het laatst te bewaren, dat betekent dat Abdoulaye Diabaté rond twee uur nog niet eens was afgelopen, ook jammer dat Amadou en Mariam zondagavond zullen optreden, dan wordt de nacht van zondag op maandag heel erg kort als ik om zes uur moet opstaan om S&P van het vliegtuig te halen. We will see.
Het was evenwel een leuke avond. Om negen uur reed ik met een auto vol naar Mopti: JanJoost, Coumba (dochter van Moussa), Christian en Isabelle. Anetty bleef thuis, ze is slapjes, ze is herstellende van wat tropenarts en vriend Gerrit uit Maasticht mogelijk een longontsteking noemde. Het festival wordt gehouden langs de oever van de Niger, op het "strand", recht tegenover het luxueuze hotel Les Kanagas. Er werd nauwelijks gecontroleerd op kaartjes, onze hele groep glipte naar binnen, zonder kaartjes. We gingen boven zitten, waar uiterst behulpzame meisjes ons van stoelen voorzagen. Op de rand van de oever was een podium gebouwd voor de optredens. Het licht was goed, het geluid was goed. Diverse Malinese bands zetten hun best beentje voor. Klein minpuntje was het optreden van het schoolorkest uit de zustergemeente van Mopti: Maurepas in Frankrijk. Eindeloos duurde hun ongeïnspireerde en treurige muziek. En dan tot slot het optreden van Abdoulaye Diabaté, wervelend en enthousiast.
Ik voelde me zonder kaartjes toch niet echt lekker, dus al kort nadat we op het terrein waren dacht ik er goed aan te doen voor allemaal alsnog een kaartje te gaan kopen, 1000 francs, dat is niet teveel. Dus ik loop weer terug via de ingang naar buiten, waar een man stond die kaartjes verkocht. "Wacht even", zei hij, "voor blanken hebben we andere kaartjes." En werd er iemand anders bijgehaald, die mij een kaartje wilde aansmeren voor 10 euro. Ik werd daarop behoorlijk boos en zei dat ik dat niet pikte, dat ik in Sévaré woonde en geen toerist was. Geloven deed hij mij pas in een later stadium, nadat ik mijn telefoon had gepakt om Baba te bellen, mijn eeuwige hulp in nood. Hij haalde dus bakzeil en kon ik gelukkig 5 kaartjes kopen van 1000 cfa (1,50 €). Mijn eerlijkheid werd gelukkig niet bestraft met een onredelijke toegangsprijs. Later in de avond ben ik nogmaals naar buiten gegaan om een flesje te drinken, op het terrein zelf werd stom genoeg, niets verkocht. Tijdens het wachten werd mij door een jonge Malinees nog een meisje aangeboden, dat had ik tot nu toe niet eerder meegemaakt. Bij de ingang was het een gedrang van jewelste, zo erg zelfs dat de politie met de wapenstok ingreep. Het was even een angstig moment toen de hele meute opdringerige jongelui hardhandig achteruit gedreven werd. Al met al een mooie avond en een latertje.
Al met al, met Anetty gaat het beter, het is geen malaria, het is zeer waarschijnlijk geen tyfus, maar zoals ik al aangaf lijkt het een longontstekng. In elk geval slikt ze de juiste medicijnen en is de koorts gelukkig verdwenen. Ze heeft vanmorgen ook minder hoofdpijn. Misschien dat ze van de week weer een beetje mee kan doen. De drang om vervroegd naar Nederland terug te gaan is na de gerustelende woorden iets minder.