Printversie
Willem Snapper's nieuwsbrief 66, 6 april 2008.
Waarin de eerste planten water krijgen
en
Waarin ik voor de verandering eens NEE zeg
Maandag 31 maart.
Baba vliegt vannacht terug van Amsterdam naar Bamako en Paul vliegt van Mopti naar Amsterdam, dus waarschijnlijk komen ze elkaar tegen en kunnen ze naar elkaar zwaaien. Het internet is pet vandaag, het doet het wel, maar uiterst traag. Zelfs skype doet het met horten en stoten. Mijn telefoon heeft ook geen bereik, beiden Orange.
Zondag ben ik met Paul naar de tuin in Sangubaka wezen kijken, het was er een drukte van belang. Ze waren stenen aan het maken voor een huis in het dorp en daarvoor konden ze goed water gebruiken. U raadt het al. Met elke emmer die ze konden vinden werd water uit het bassin gehaald om die honderd meter verder richting het dorp te slepen. Zeer bemoedigend ook, dat twee vrouwen snel al wat schamele planten in de grond hebben gestopt! Het ziet er nog zeer karig uit, maar het doet mij zeer goed. Daarna hebben we een heerlijke avond gehad in Mopti waar onze stamtafel aan de straat al klaar stond voor een voortreffelijk diner met capitaine fumé.
Rond twaalven hebben we Paul met het nodige bier uitgewuift voor zijn vliegreis terug. Sékou was de eesrte die een pils bestelde. Trouwens de Sanogo's beginnen nu mij nu ook al te bestoken met "donne moi un bonbon", daarnet werd er nog aan toegevoegd "j'ai faim"! Ze lopen nu (dinsdag) ook al de hele dag te zeuren dat ze film willen kijken, ik heb nu bedacht dat dat ik daarin vanaf vier uur toestem, dat geeft wat meer duidelijkheid. Ze vervelen zich dood als er geen school is, het is Paasvakantie en die duurt hier erg lang. Pas volgende week dinsdag beginnen de lessen weer. Ze maken wel vorderingen, Isac is weer met de lessen begonnen en geeft ze sommetjes op, Douba en Daco doen het nu redelijk. Adama zegt maar wat, maar die is een jaar jonger.
Dinsdag 1 april.
Geen rare grappen in Sévaré. Ik had alweer een drukke ochtend. Alberto uit Spanje wil een echoscopie-apparaat sturen naar het ziekenhuisje in Sévaré, omdat het bestaande apparaat kuren vertoont (splinternieuw, investering van ik doe maar een gooi 60.000 euro? En de reparateur moet uit Dakar komen, maar heeft daar geen zin in). Dus heb ik als een soort tussenpersoon eerst snel een gesprek met soeur Emilia en daarna vertrek ik naar Sangubaka, waar de elektricien Adama Dao een laatste controle wil doen. Ik wijs hem erop dat het nieveau van het water te laag is en dat de wateruitlaat zodanig moet veranderen, dat de mensen ook schoon drinkwater kunnen tappen, zonder dat ze het water uit het bassin hoeven te nemen, water, dat niet vies is, maar wat toch enigszins troebel is vanwege het open karakter van de bassins. Nou dat komt allemaal in orde. De dames hadden in een onopgemerkt ogenblik op andere plaatsen ook al ingezaaid, ze willen snel beginnen om net voor de regentijd al te kunnen oogsten.
Daarna naar het ziekenhuis in Mopti om de stage te regelen voor Chiel de tweedejaars student medicijnen. Helaas, helaas, daar zit hem nu net de kneep. Hij heeft volgens de direkteur niet voldoende achtergrond en moet nog een paar jaartjes wachten. Een beetje flauw, ik vermoed dat hij deze perikelen op dit moment niet aan zijn hoofd wil hebben, omdat donderdag de Ministre de Santé op werkbezoek komt en in het ziekenhuis alles tot in de puntjes moet zijn geregeld, hoewel dat natuurlijk een schier hopeloze opgave is. Dus ik druip ongeslaagd af.
Terug in Sévaré bezoek ik nog even de ruïne voor Dramane. Het complex wordt geheel gerenoveerd, nieuw dak, nieuw pleisterwerk, nieuwe balken, kortom het is een behoorlijke klus en ze zijn nu met zes man bezig. Ik moet af en toe mijn gezicht laten zien.
Vrijdag 4 april
Ik werd donderdagochtend gebeld door soeur Emilia van het ziekenhuisje, dat de minister van gezondheid een werkbezoek kwam brengen. Ik hees mij dus snel in een nettere broek. Op het terrein aangekomen was het een feestelijke bedoening. Uitgedost in kleurige pakken met wollen knotjes vertoonde een groep mannen hun kunsten, begeleid door twee drums en een fluit. Af en toe klonken de luide knallen van de geweren van de jagers. Het is altijd een heel gedoe om de geweren te vullen met buskruit. Het ziet er gevaarlijk uit hoe uiteindelijk een lont wordt aangestoken met een sigaret, hetgeen resulteert in een enorme knal en heel veel rook. Je moet er niet te dicht bij staan. Kinderen hebben meestal de vingers in de oren. Niet zo heel veel te laat verscheen een grote groep 4x4's en de minister deed zijn opwachting. Bij de binnenkomst in de Salle de Réunion heb ik de stoute schoenen aangetrokken en de minister een hand gegeven. Daar volgde een aantal van de bekende toespraken van niks nieuws onder de zon. Een rondleiding door het ziekenhuis sloot het bezoek af, waarna de hele stoet zich in beweging zette richting Mopti.
Ik had de Sanogo's gezegd dat er leuke dingen gebeurden, dus die waren ook van de partij. Tegen het eind kwam Adama mij vragen een plastic zakje limonade voor hem te kopen en dat vond ik geen slecht idee. Op de muur had een meisje een koelbox neergezet waarin de heerlijkheden zaten. Maar één Sanogo maak t nog geen zomer, dus ik had voor 4 van hen een zakje gekocht, dat ging nog goed. Maar er waren ook nog twee vriendjes, die vaak over de vloer komen, voor hun wilde ik ook wel een zakje kopen, maar ik werd daarop zodanig door kinderen belaagd, dat het onmogelijk werd mijn portemonnee te trekken. Ik trachtte een paar muntjes in de juiste handjes te stoppen, hetgeen uiteindelijk ook wel lukte, maar ik werd echt bedolven door een grote meute kinderen. Moet ik in het vervolg maar niet meer zo doen.
's-Middags kwam de Frans-Belgische Chantal langs, die is gekomen voor het spiruline-project (zeewier) even verderop. Baba had haar in de bus ontmoet op weg naar Mopti en had haar gezegd dat ze wel een maand bij mij zou kunnen logeren. Mensen, u gelooft uw oren niet, ik heb NEE gezegd, hoe aardig en vriendelijk ze ook was. Na alle drukte van de laatste tijd leek het mij echt beter. Het was voor haar ook geen probleem, ze had nog meer pijlen op haar boog. Ik krijg half april ook al een Spaanse over de vloer en maandag komt er een couchsurfer. Het is mooi. Ik heb haar een fiets geleend en daar was ze heel blij mee.
Er is vandaag weer erg veel wind en dat betekent veel stof en zand. Na al heel veel dagen wind is het bij mij binnen nu een gigantische zandbak. Er is bijna geen beginnen aan om het schoon te maken. Vorig jaar deed ik steeds alle ramen dicht, nu probeer ik het met alleen de deuren dicht, houden we het toch nog een beetje koel. Het is sowieso minder warm, geen 40 maar opeens 32 graden maximaal en dat scheelt echt. Vannacht was het zelfs een beetje koud.
Film van vanavond de beetje bizarre film Delikatessen, ik weet niet of het publiek er veel van begreep, maar er was geen gemor of zo, er werd af en toe behoorlijk gelachen. Helaas voor hen, zaterdag geen film, ik ben naar de Dogon.
Zondag 6 april 2008 Het is half drie, half vijf in Nederland. Ik kom net thuis van één van de meest wonderbaarlijkste dingen die in mijn leven heb gezien. "Antogo" in het dorpje Bamba onderaan de Falaise van Bandiagara. Ik ga het nu niet beschrijven, dat duurt nu te lang, ik ga er een aparte pagina aan wijden op de website, maar ik wil alvast melden dat ik zelden iets indrukwekkenders heb gezien. En het duurt al met al misschien een goed half uurtje. Een paar duizend mannen en jongens, van jong tot oud, die met hun viskorven op een bepaald moment allemaal tegelijk het water in rennen om eruit te halen wat er in zit. Een zee bruine ruggen op een kluitje, ruggen die even later onder de modder zitten in een meertje van denk ik honderd meter in de rondte. Spektakel van een zeer uitzonderlijke soort.
|