Printversie

Willem Snapper's nieuwsbrief 120, 17 mei 2009.

Waarin het nacht wordt
en
Waarin Yahebin terug komt uit de brousse

Maandag 11 mei. Wat gaat de tijd snel, voor ik het weet, zit ik in het vliegtuig.

Zondag was een dag om niet snel te vergeten. Net nadat ik nieuwsbrief 119 op de bus had gedaan, belde Sylvain dat ik hem kon ophalen in Sévaré. Sylvain is afgestudeerd aan de Hogeschool de Beaux Arts in Mulhouse en is onder in de twintig denk ik. Hij heeft er een hele nacht reizen opzitten, hij had mijn adviezen in de wind geslagen en een obscure busmaatschappij gekozen. En dan duurt de tocht van Bamako naar hier al snel drie of vier uur langer. Ik voorzie hem van een lunch, hij neemt een frisse douche en ik vertrek met Douba naar Kouona om Founé op te halen. De 130 kilometer gaan zonder problemen. Founé verwelkomt mij met een schaal spagetti en na niet meer dan een half uur zitten we alweer in de auto voor de terugweg. Op dertig kilometer van Sévaré zie ik de lucht vrij plotseling donkerder worden. Ik kan mij niet goed voorstellen dat het echt slecht weer zou kunnen worden, de maand mei staat daar niet om bekend. Voordat we het dorp Somadougou binnenrijden verslechtert het weer dermate dat ik besluit de auto langs de kant van de weg te zetten. Ik maak snel een aantal foto's van de spektaculaire stofstorm die in sneltreinvaart op ons afkomt. Een aantal ezelkarren en paard-en-wagens proberen een goed heenkomen te zoeken, de karren beladen met koopwaar en mensen. De zweep knalt in de hoop het geweld te ontlopen. Ze hebben natuurlijk geen schijn van kans. Het duurt niet lang of de wolk van stof en zand laten de karren in het niets verdwijnen en doet de hemel verduisteren. Binnen een minuut is het volledig nacht. De storm giert om de auto. Wij zitten opgesloten, maar we hebben geen last. Ik weet dat het niet zo lang zal duren. Een minuutje of vijf later wordt het al wat lichter, de lucht is bloedrood van het stof, ik zie nog steeds karren langs komen met mensen die zich proberen te beschermen met doeken, de ezels en paarden ploeteren voort, voor hen geen pardon. Even later zie ik schimmen van mensen, die zich verschuilen achter een huisje, buiten is het schier onmogelijk toeven. De wind is niet gaan liggen, het stof maakt plaats voor striemende zandvlagen, die het allemaal op de auto gemunt lijken te hebben. Ik heb hem langs de weg geparkeerd, veilig op een paar meter van de weg. Er passeren stapvoets nog diverse auto's, die ondanks de omstandigheden doorrijden, het is levensgevaarlijk. Ik zie een bromfiets die ternauwernood een auto kan ontwijken. Het zicht is geen vijf meter. Er gebeuren gelukkig geen ongelukken.
Na een kwartier begint het echt lichter te worden. Ik bel Sékou om te vragen of hij de ramen wil sluiten, het blijkt te laat.
We rijden langzaam door het dorp Somadougou, waar de zondagse markt bruut is beëindigd. Her en der is schade aan de bebouwing, sommige daken zijn eraf gevlogen. De weg ligt bezaaid met rommel. De laaste marklieden pakken hun spullen bij elkaar en laden ze op de karren. We vervolgen de laatste 30 kilometer, nog steeds zwiept de wind zandvlagen over de weg. Onderweg begint het een beetje te regenen en daardoor is opeens ook het stof uit de lucht. Aangekomen in Sévaré blijkt het daar behoorlijk te hebben geregend, als ik thuis kom is mijn huis één grote zandbak. Voor mijn telefoontje was niemand op het idee gekomen de ramen dicht te doen. De temperatuur is nu aan het eind van de dag aangenaam gezakt. Ik had al eerder op de dag afgesproken om met Bakary een pilsje te gaan drinken bij de Libanees aan de rond-point, dus ik haal hem samen met Sylvain op en we hebben een prettige avond. Rond achten breng ik Bakary weer thuis. Ik stelde Sylvain voor om ergens te gaan eten, ik had niet zoveel zin om nog te gaan koken. De gewone restaurants vond hij te duur. We aten tenslotte in een nieuw restaurant au bord de la route, waar het eten van buitengewone kwaliteit was en de prijzen niet in verhouding. Het zal niet de laatste keer zijn wat mij betreft.

De maandag stelt niet veel voor. Het is nu avond en ik weet nauwelijks wat ik vanmorgen heb gedaan. Ik heb vandaag in elk geval een afspraak gemaakt met mijn tandarts in Amsterdam.

Dinsdag
De dag begint warm en vochtig, de minder prettige warmte. Vandaag tuinendag, Sylvain en ik brengen een bezoek aan de tuin in Sangubaka, vervolgens rijden we door naar de markt in Fatoma en natuurlijk nemen we een hele lading vrouwen mee, die de gelegenheid van een gemakkelijke ritje maar al te graag aangrijpen. Het scheelt ze al snel een uur lopen. Ik koop twee zakken mango's voor de werklieden in Sarédera. Tegen een uur of één komen we daar aan en we zijn net op tijd voor de doffe knal van een explosie. De put is zo diep dat er niet veel materiaal meer naar buiten wordt geslingerd. Het blijkt dat alle diesel en alle olie voor de compressor op is, dus rijd ik een tweede keer met nog een keer 80 liter diesel en twee blikken olie, het scheelt me een tweede kaartje voor de tolheffing en ik kan mij woensdag met andere dingen bezighouden. Onderweg kom ik alweer in een zandstorm terecht, ook gevolgd door enige regen. Het lijkt wel of de regentijd al is begonnen. De slierten zand scheren weer over het wegdek, de bomen in het landschap toornen uit boven een diffuse laag mist en stof.

Woensdag 13 mei
Het weer is duidelijk van slag. Vanmorgen heel vroeg heeft Sékou terwijl ik lag te slapen de ramen dicht gedaan en ik hoorde ook een paar donderslagen. De regen is voorlopig uitgebleven, het is wel aangenaam koel.
Sylvain brengt op mijn aandringen de dag door in Mopti. Ikzelf breng een bezoek aan Baba. We hebben het over Oumar, die Baba's rol voor mij en de Stichting Mopti zou kunnen overnemen. Ik geloof dat Samba geen succes gaat worden, ik denk dat ik hem laat schieten. Ik zie Niaga, de vrouw van Baba, weer eens, haar had ik al weken niet meer ontmoet. We hebben het ook over het Centre Culturel, ik zou heel graag wat meer duidelijkheid hebben over de juridische status van de grond, die is nog niet goed geregeld. We hebben het over mijn terugreis, waar ik bang ben bij terugkomst een gepeperde rekening te krijgen voor de mee te nemen zonnepanelen. Ik heb nu een list bedacht. Ik ken Nioro van de eerste reis, de douane bevindt zich midden in het plaatsje. Het is niet moeilijk om voor de passage van het douanekantoor voor de zekerheid alle zonnepanelen ergens te dumpen, langs de douane te gaan en daarna de spullen weer op te halen. Tijdens mijn vorige reis hadden ze nauwelijks interesse voor de inhoud van de auto's, maar je weet maar nooit.
Sylvain heeft geregeld dat hij donderdag met een gids vijf dagen naar het land van de Bobo gaat. Ik heb het wel een beetje gehad met hem en met de couchsurfers in het bijzonder. Het kost me teveel tijd. Waar ik normaal snel een sandwich klaar maak, moet ik nu voor drie maaltijden per dag zorgen. En als er dan ook te weinig uit hun vingers komt dan gaat mij dat tegenstaan. Le petit Palais begint teveel op een gratis hotel te lijken.

Vrijdag 15 mei 2009.
Gisteravond kreeg ik de melding dat Sylvain alweer terug komt. Hij had problemen met zijn gids, ze hadden behoorlijke ruzie en de gids had hem zelfs bedreigd. Er is aangifte gedaan bij de politie, de gids is dronken en wel opgesloten. De helft van het betaalde geld had hij al verbrast. Jammer voor Sylvain, jammer voor mij ook. Hij is dus weer terug en ik ben bang dat hij nu ook niet onmiddellijk verder gaat. Hij heeft een vliegticket voor 25 mei..... Er zit nog één surfster aan te komen, ik denk dat zij dit jaar de laatste zal zijn.
Gisteren heeft Bakary Yahebin eindelijk opgehaald van de traditionele genezer. Ik had daar meerdere keren om gevraagd. Het heeft allemaal veel te lang geduurd. Eind november 2008 had hij haar daar naartoe gebracht om haar hand en haar vingers te reanimeren. Het heeft bitter weinig uitgehaald. Haar hand staat haaks op haar arm, er zit geen beweging in, ik schrok toen ik het zag. Normaal verbergt ze haar hand onder een doek, ze heeft er moeite mee om zo te worden gezien. Gelukkig kan ze haar vingers minimaal bewegen, dat geeft nog een beetje moed. Al met al ziet het er verschrikkelijk uit. We hebben vanmorgen dokter Diallo bezocht, ook hij schrok van de situatie. Ze hebben volgens hem in het ziekenhuis in Mopti duidelijk steken laten vallen. Zo hebben ze verzuimd om gips aan te brengen om haar hand gestrekt te houden, dat was ook moeilijk vanwege het bijna volledig ontbreken van de huid over haar arm en hand. Maar volgens Diallo had dat toch gemoeten en gekund. Nu zijn de pezen in haar pols aangetrokken en verstijfd. Er zal een chirurg in Bamako aan te pas moeten komen. Het is een trieste geschiedenis. Het is ook jammer dat ik nu naar Nederland moet, ik zou haar beter willen volgen. Bakary heeft de kwestie al te lang laten verslonzen. Na een verblijf van bijna zes maanden bij de tradiotionele genezer moet het elfjarige meisje nu weer naar Bamako voor een verblijf van wie weet hoe lang.
En een prachtige film: Robin des Bois (Robin Hood), lang maar iedereen was erg tevreden. De film heeft alles in zich wat hier wordt gewaardeerd. Het geweld is acceptabel, er wordt niet al te veel in gesproken en er zitten veel komische scenes in.

Zaterdag 16 mei
Ik moet nog vaak aan mijn moeder denken, zij zou vandaag 102 jaar zijn geworden. Zij was voor mij gedurende mijn hele leven iemand op wie ik terug kon vallen. Ik kon altijd alles aan haar kwijt, ze had altijd een luisterend oor en ik had altijd gelijk, niet goed, maar wel prettig. Als er iemand is die ik mis is zij het wel. Ze zou het geweldig hebben gevonden wat ik hier in Mali doe, hoewel ze mij voor geen goud had laten gaan.
Sylvain is vandaag niet de deur uit geweest. Hij heeft wel vanmorgen op de fiets snel een paar boodschappen gedaan. Voor mij zat er ook niet veel in het vat. Ik heb Bakary er van overtuigd dat het beter is dat hij niet met Yahebin naar Bamako gaat. Hij is niet de juiste persoon om haar bij te staan, hoewel hij dat wel willde doen, ook omdat hijzelf geen vertrouwd persoon kon vinden om bij het meisje te blijven. En dan is daar toch Baba weer, die uit zijn onmetelijke arsenaal van mensen kan putten. Mamou is een jonge vrouw, schatten is niet mijn sterkste punt, maar laten we zeggen 22 jaar met een zeer vertouwd en gemoedelijk voorkomen. Bakary is meteen door de bocht als we haar bij haar thuis ontmoeten. Hij is tevreden en hoeft zijn internetcafé niet zo lang onbemand achter te laten. Ik moet er alleen nog op toezien dat hij het meisje een beetje behoorlijk gaat belonen, daar heb ik tot nu toe nog een hard hoofd in. Als hij het niet doet, doe ik het wel. Het vertrek naar Bamako zou volgende week zondag zijn. En Bakary zal meereizen om de behandeling in gang te zetten. Ik ben erg blij dat ik dit met de hulp van Baba heb kunnen regelen.
Ik kreeg ook het prettige bercht uit Nederland dat de Piet Heinschool in Amsterdam 438 Euro heeft opgehaald voor mijn projecten. Hartelijk dank,

Zondag 17 mei.
Ik heb geen zin om weer meteen een ontbijt te gaan maken, ik wil aan mijn nieuwsbrief werken. Het is lastig.
Gisteravond was ook weer een goede filmavond en er waren weer veel mensen: Scoobidoo 2.