Printversie

Willem Snapper's nieuwsbrief 130, 27 september 2009.

Waarin 25 computers voor de schroothoop
en
Waarin Les Kanagas de Sévaré

Zondag 20 september.
Het is zondagmorgen, half zeven en ik zit er verbijsterd en ontgoogeld bij.
Zal ik weer naar bed gaan, wat doe ik zo vroeg? Het is vandaag suikerfeest, het einde van de ramadan, ik ben totaal uit het lood. Het zou een mooie dag moeten zijn. Ik zal het uitleggen.
Ik verheugde mij al een paar weken op de computers die Alberto uit Spanje zou opsturen. Hij praatte daar al over sinds mei. Ik heb veel energie gestoken in papieren en organisatie hier, degene die ze heeft vervoerd in zijn vrachtwagentje vast nog veel meer. Kuma heeft er 10 dagen mee door Spanje, Marokko, de Westelijke Sahara en door Mauretanie gereden om ze uiteindelijk in Bamako te krijgen, waar de hele partij is overgeladen in een vrachtwagen om ze naar Sévaré te sturen. Hier had ik een aantal beloofd voor de École Sécundaire de Santé, waar men ontzettend graag een lokaal wil inrichten om ook onderwijs per computer te kunnen geven. Ze hebben het lokaal al ingericht.
Vanmorgen om vijf uur werd ik uit mijn bed gebeld. Of ik maar naar de Bavaria-supermarkt wilde komen, de vrachtauto was gearriveerd. Ik sta op, maak Sékou wakker en samen rijden we in het stikdonker naar de supermarkt. Daar staat inderdaad de grote vrachtwagen te wachten. De schrik slaat mij al om het hart als de deuren opengaan. Ik zie in het halfduister een gigantische berg computers en monitoren die schots en scheef door elkaar liggen, alsof ze met een kraan ze op een hoop zijn gegooid. We beginnen met het overladen van de computers in mijn bus. De teleurstelling wordt gaande het werk groter. Voor zover ik kan zien in het half donker, is het meeste te oud, onbruikbaar, niet compleet of defect. Oude Pentium II's, oude monitoren, oude versleten muizen met van die onmogelijke balletjes. Dit soort apparatuur had ik er drie jaar geleden bij de Technische School ook al uitgeselecteerd, dat ligt nu allemaal te verstoffen in een ongebruikt magazijn, waar het alleen maar ruimte inneemt. Gelukkig hebben ze daar nu wel betere apparatuur vanwege een zending van de Rabobank. Maar dit spul is vermoed ik rijp voor de schroothoop. Jammer van alle moeite, jammer, jammer. Ik had anders gehoopt.
En nu zit ik hier achter mijn computer, niet wetende wat ik met die troep moet doen. Zelfs bruikbare onderdelen zitten er nauwelijks bij. En wat vertel ik Alberto? Hij had beslist alleen goede bedoelingen, wat kan ik hem kwalijk nemen? Heeft hij zijn huiswerk niet gedaan? Hij had mij verzekerd dat de computers geschilt zouden zijn voor Windows XP, iets dat ik hem ook van te voren had gevraagd.

Mijn humeur is beneden alle peil, ik duik maar niet terug mijn bed in. De moskee maakt landurig lawaai, meer lawaai dan ooit en het gaat maar door. Het doet mijn slechte humeur geen goed. Na het ontbijt met Emily verstomt de moskee eindelijk en ik ga samen met Sékou de buurt door om de mensen sambé sambé (goed feest) te wensen. Bij N'Diaye aan de overkant, die voor de honderste keer zijn excuses aanbiedt voor wat een paar jaar geleden is gebeurd. Bij Hamidou, bij Sampana, die trouwens in Bamako zit, we begroeten de directeur van de Assemblé Régionale, andere buren, van wie ik de namen niet ken, we gaan bij Niangaly langs en uiteindelijk bezoeken we het huis van Ina en Moussa. Daar kom ik niet snel weg. Ina zegt dat ze thee aan het maken zijn, daar moet ik op wachten. Het duurt lang, ik vermoed dat zelfs het vuur nog moet worden aangemaakt. Ina klaagt steen en been over haar ziekte, waaraan ze al negen jaar lijdt. Hoofdpijn, pijn in achterhoofd en nek, een pijn die regelmatig doorstraalt door haar hele lichaam. Niemand weet wat het is. Ik raad haar aan voor de zoveelste keer naar de dokter te gaan en ook vitamines te eten, vers fruit en verse groenten. Het kan mijn insziens nooit kwaad. In de tussentijd wordt ik even naar mijn huis geroepen, de varkensman is er met enorme stukken vlees. Ik koop een grote ham, snijd er later een paar stukken af, die ik invries en de rest bewaar ik in de koelkast voor de Sanogo's. Voor het middageten zijn Emily en ik uitgenodigd bij buurman Hamidou, het worden friten met kip. Ze hebben behoorlijk uitgepakt. Ongetwijfeld zijn de beste stukken voor ons.
's-Middags komt Bakary op bezoek en daarna besluit ik een uurtje te gaan slapen. Het lukt niet erg, het is erg vochtig-warm en mijn hoofd zit vol met onbruikbare computers en met het bijkomende probleem: "hoe vertel ik het Alberto"?
Dan 's-avonds brengt Coumba voor het eerst in een jaar (?) een pannetje eten voor Emily en voor mij, kip met doperwten. We drinken er een fles witte wijn bij, die ik nog in Spanje had gekocht en we hebben een gezellige avond.

Maandag, 21 september.
Ik ben nog steeds op zoek naar de chorizo-worst die Alberto tussen de computers had gestopt. Dus haal ik nogmaals gedeeltelijk de bus overhoop. Geen worst. Wel vind ik twee apparaten, die ik niet helemaal kan thuisbrengen. Nader onderzoek leert dat de ene voor het printen van etiketten op VHS-cassettes is en de ander voor het bedrukken van CD's. Geen idee wat we daarmee moeten, om nog maar niet te spreken over het ontbreken van de printcassettes. Ik breng daarna alle monitoren naar het huis van Alfousseni, de secretaris van de school, waar een kamer meteen helemaal vol staat met onbruikbaar spul. De rest neem ik mee naar huis, ik zal kijken wat ik er toch mee kan doen.
Ik ben nu een computer aan het installeren, hij is er nu al drie uur mee bezig en het is nog lang niet klaar. Het is zo goed als zeker, dat het niks wordt. Het is half een en het koelt een beetje af. Het begint zelfs lichtjes te regenen!

Woensdag 23 september.
Mijn huiskamer staat vol met een flink aantal oude lelijke computerkasten, het is een grote rotsooi.
Het is net acht uur. Dibata komt een pannetje met twee gebraden duiven brengen, ik bewaar ze tot vanavond. Komt wel goed uit, Emily is er ook nog steeds. Ze had plannen om vandaag naar Timbouktou te vertrekken, maar zo te zien heeft ze dat niet gedaan. We zullen zien.
Ik schreef al dat het maandag zachtjes was begonnen te regenen. Later is dat verworden tot een behoorlijke hoosbui. Op de binnenplaats stond in no time een laag van 5 cm water. Maar het is lekker, het koelt even af, al komt de vochtige warmte ook wel snel weer terug.

Dinsdag de 22e is het Onafhankelijkheidsdag, en ook de laatste dag van het suikerfeest. Sékou heeft de balafoon gerepareerd en zo kunnen we toch nog een rondje doen met het orkest "Les Kanagas de Sévaré". Deze morgen hoorde ik plotseling dat ze op de trombone probeerden te spelen. Zowaar er kwam geluid uit! Vooral Adama blijkt het leuk te vinden, zijn wangen bollen rond bij het blazen. Om te beginnen verzorgden we een concert bij Baba in Mopti, waar voor het eerst ook de trombone tevoorschijn werd gehaald. Daarna naar Gogo, die ik al maanden niet meer had gezien. Adama weerde zich dapper, een enkele keer kreeg hij even het ritme van de tamtams te pakken. In Sévaré gingen we langs het huis van Mouktar, een grand-frère van Sékou en verzorgden we een optredentje bij de grand-mère van Dramane. Thuis gekomen werd nog een voorstelling gegeven voor Yvonne en Monique. Al met al met groot succes, ze hebben meer dan 5000 cfa opgehaald (7,50 euro).

Zaterdag 26 september 2009
Afgelopen zondag had ik twee lampen vervangen in de eetkamer buiten. Ze hebben nog geen drie uur gebrand, ze zijn nu al stuk. Het is deze week verder allemaal niet zo spannend. Ik wacht op Ablo om met de nieuwe palen voor het hek naar Sarédera te gaan, maar hij meldt dat hij nog niet klaar is met zijn huidige klus, dat wordt waarschijnlijk as maandag. Gisteren heb ik de nieuwe palen opgehaald bij de smid Cissé, hier vlak bij. Hij was nog niet toegekomen aan het maken van gaten en wilde daar direct aan beginnen, ondanks dat hij zich heel ziek voelde. Cissé is een man die midden in het leven staat, een jaar of veertig misschien. Daar ligt het niet aan. Het is de zoveelste die geveld is door malaria. Overgeven, koorts, pijn, ziek gevoel, dat zijn zo'n beetje de kenmerken. Desondanks ging het werk gewoon door. Terwijl hij met de gaten bezig was, geholpen door een knecht, kwam er alweer een ander met een enorme deur, waar iets mee was. Het was aan hem af te zien dat hij beter zijn bed kon opzoeken. Het blijft opmerkelijk dat ik zelf malaria buiten de deur heb kunnen houden, als ik mij goed herinner had de ziekte mij vorig voorjaar voor het laatst te pakken. Maar de palu kan elke dag toeslaan als ik pech heb.

Donderdag is dan eindelijk Emily vertrokken naar Timbouktou. Ik vermoed dat ze er eigenlijk niet zoveel zin in heeft, ze is misschien een beetje reismoe. Ze lijkt mij een enigszins kwetsbaar type, ik schat dat ze begin twintig is, maar ik vind het dapper om zo'n reis als vrouw alleen te ondernemen. Ze beklaagt zich regelmatig over hoe moeilijk het allemaal is in Senegal en in Mali. Ze is in elk geval blij dat ze ergens een tijdje onderdak heeft gevonden.
Donderdag hebben de Sanogo's muziek gemaakt bij Yvonne, waar op het moment ook Musbaba logeert, een jongen van onder in de twintig schat ik, die in Bamako professioneel met muziek bezig is. Het was een feest om te zien hoe er meer dan een uur werd enthousiast werd gemusiceerd onder de bezielende leiding van Musbaba. En het was niet alleen een feest om naar te kijken, het resultaat was buitengewoon.
Donderdag heb ik met de Sanogo's en met Djeneba van Modibo schoolboeken en benodigdheden gekocht voor het komende seizoen. Vooral Djeneba was de koning te rijk met haar nieuwe schooltas.
In de loop van de week krijg ik toch drie computers redelijk aan de praat. Eentje is zelfs redelijk bij de tijd. De rest is rijp voor de schroothoop. Maar het is een vreselijk gescharrel om bruikbare onderdelen te combineren. De monitoren kunnen misschien nog wel van pas komen, voor zover ze het doen, dat heb ik nog niet kunnen testen.

Gisteren is de filmavond verregend. Ik had niet de indruk dat het snel zou gaan regenen, maar de hoofdfilm Jurassic park was nog maar net bezig of het kwam met bakken uit de hemel. Binnen enkele ogenblikken was het publiek vertrokken. Gelukkig had ik een stuk plastic bij de hand en konden we de electronica droog houden. Met de hulp van Yvonne en Musbaba die waren komen kijken, konden we alles snel naar binnen werken. Zelf waren we in luttele ogenblikken geheel doorweekt.

Zondag. Het is rustig de laatste dagen, er is niet veel te vertellen. Geen couchsurfers over de vloer en het is niet zo héél heet.
Gisteravond heb ik Jurassic Park alsnog vertoond, een film die erg aansloeg. Er zitten een paar momenten in waar een schrikreactie door het publiek gaat. Op één zo'n moment stootte iemand zo heftig tegen de film-computer, dat hij er mee ophield en ik moest computer en film opnieuw opstarten.
Tot de volgende week.