Printversie
Willem Snapper's nieuwsbrief 141, 13 december 2009.
Waarin het Saskia wordt en Saskia alleen
en
Waarin een wonder gebeurt al kost het geld
Zondag 6 december
Drie jaar Sévaré, een gedenkwaardige dag, niet in het minst omdat vandaag ook de naam wordt gegeven aan de dochter van Founé en Sékou. Het wordt echt Saskia. Het is om zes uur opstaan, douchen en om half zeven betreed ik de cour. Er zijn nog niet veel mensen. Maman is er natuurlijk, de grand-frère van Sékou, hij is er altijd. Advokaat Sampana, is er ook al, een buurtbewoner van het eerste uur. En anderen die ik niet allemaal ken. Het zijn de mannen die vroeg in de ochtend komen. De rest van de dag is voor de vrouwen. Ik heb mijzelf in mijn Dogon-pak gestoken, dat ik ook aan had op mijn afscheidsfeest in juni 2006.
De doop-plechtigheid is geheel volgens de islamitische traditie, ondanks het feit dat mijn Sanogo's zich Christenen noemen. Zo constateer ik maar weer, hoe los de religieuze verhoudingen zijn, ze realiseren zich niet eens dat deze gewoontes helemaal niet bij andere religies passen. Wat is er mooier dan dat, iedereen is gelijk, wat ras, wat geloof??
Ik sta met mijn filmcamera in de aanslag, maar ik ben toch te laat om te registreren dat de naam Taskia is, na een korte rectifikatie Saskia. De plechtigheid duurt kort en zodra die is beëindigd, weten de meesten niet hoe snel ze zich uit de voeten moeten maken. De cour is al snel bijna leeg. Een paar mensen blijven voor een ontbijt van bruine bonen met uien, helemaal niet onsmakelijk trouwens.
Samen met Sékou en een paar vrouwen, die zich over het eten voor de rest van de dag zullen ontfermen, rijden we met de auto naar de markt, waar de vrouwen de ingrediënten kopen voor de hoofdmaaltijd en Sékou en ik 10 kilo vlees inslaan.
Het duurt flink lang allemaal en na een uur, rijden we terug naar huis. Tegen een uur of één schat ik, loopt het vol. Gratis en veel eten, dat trekt. Grote schalen met rijst en saus staan op het vuur, ik word bedeeld met een eigen pannetje met rijst, groente en vlees. Het smaakt uitstekend en ik werk een flink bord naar binnen. Heel anders dan wat Founé normaal klaarstoomt. Ik nestel mij met mijn bord, vork en mes tussen de anderen en dat geeft wel wat hilariteit. Ik denk dat ze niet vaak iemand met mes en vork hebben zien eten. Ik haat persoonlijk het eten met mijn handen, ik doe het wel, maar alleen als het niet anders kan. Ik ben er ook niet echt goed in.
Gedurende de middag installeren Douti en anderen het orkest. De sanogo's komen er niet echt meer aan te pas. Douti heeft de leiding, hij is de ster, maar ook de anderen weten heel wat geweld uit de instrumenten te toveren. De hele middag wordt er met onuitputtelijke overgave gespeeld en vooral de vrouwen en kinderen zetten er de sokken in: er wordt heel wat afgedanst. Tegen het eind van de dag loopt de binnenplaats voller en voller, vrouwen in de prachtigste kleren, nestelen zich rond Founé. Het is vreemd, ik heb geen last van de griots, ik ben gisteren voor niets naar de bank geweest om munten van 500 cfa te wisselen. Des te beter. Het is echt een geweldig feest, zo heb ik het niet eerder meegemaakt.
Ik maak later in de middag nog contact met mijn grande soeur Saskia en Founé laat trots de kleine Saskia zien voor de camera. Iedereen is blij, ik niet in het minst. Ik film de hele middag en heb daardoor weinig foto's. Douti en de band, de prachtig geklede vrouwen en ook de kleine meisjes, die de prachtigste kapsels hebben overgehouden aan het Tabaski-feest. Ik blijf ervan genieten.
Het is nu half acht in de avond. De meeste mensen zijn naar huis, er klinkt nog Afrikaanse muziek uit de luidsprekers, de Sanogo's willen nog dansen, maar ik constateer later dat ze braaf met hun huiswerk voor morgen bezig zijn.
Maandag 7 december.
Om te beginnen haal ik 10 computers op bij Amatigue voor L'École de Santé, het is echt perfect spul en het moet maar even gezegd: van de Rabobank! De oudste computers in de École Technique zijn nu allemaal vervangen. Er is nog wel een groot muizen- en toetsenborden-probleem, ik hoop dat we daar een redelijke oplossing voor kunnen vinden, het draait altijd om geld.
Thuis begin ik met de installatie van de eerste computer. Veel tijd rest me niet, want we zouden naar Sarédera. Ik kan nog steeds niet geloven dat er zo weinig water is. Met Makan en Gouro rijden we naar het dorp en we constateren dat de put totaal leeg is. Tot overmaat van ramp zijn alle 15 veldjes al voorbereid voor de zaai. De vrouwen hebben hard gewerkt. Maar er is (v....) geen water. Ik raad de mensen aan te stoppen met het werk, het heeft geen zin. We moeten iets anders verzinnen. Ik sta wel voor een heftig dilemma. Doorgaan en meer investeren of ophouden. Een oplossing zou kunnen zijn om met een grote machine een forage te slaan. Dat is een buis de grond in van inwendig 13 cm diameter. Als we op water stuiten moet er onderin door Niangaly een verbinding worden gemaakt tussen de forage en de put. Een dure klus en geen zekerheid. De mensen in Sarédera kijken mij zo doordringend aan. Ze hebben al hun hoop op mij gevestigd.
Ik zelf ben steeds in de overtuiging geweest dat de put tegen de 45 meter diep zou zijn, maar na meting lijkt het erop dat we zelfs niet op 35 meter zitten. Niangaly is opgehouden omdat de rotsen zo hard waren, dat het werk niet meer vorderde, ondanks dozen vol dynamiet en de hulp van de compressor. Iedere boor is binnen een dag versleten. Maar zelfs als we op 45 meter hadden gezeten was er geen water geweest.
Ook de lampen die ik in Sarédera heb geïnstalleerd ter beveiliging van de zonnepanelen, doen het niet meer. Het ligt aan de kwaliteit, binnen een week zijn ze doorgebrand. In de winkel van Monsieur Confiance zijn ze nu uitverkocht, het zal wel, de omzet is onmogelijk groot als ze zo kort meegaan.
Dinsdag 8 december. Ik ga na de Cyber van Bakary. Hij heeft een probleem met een printer, ik constateer dat er tegen de stekker is gestoken en ik vermoed dat de aansluiting intern is afgebroken. Zijn prachtige nieuwe copiëermachine is ook al een maand buiten dienst, er waren al diverse mensen langs geweest om te kijken of ze hem konden repareren, steeds zonder resultaat. Ik heb totaal geen ervaring met dat soort gecompliceerde machines, maar ik weet dat soms combinaties van knoppen iets kunnen uitrichten. Dus ik druk een willekeurige knop in en stel het apparaat in werking. Het wonder geschiedt, Bakary begint te stralen en kan zijn ogen niet geloven. Ik ook! Een van zijn computers heeft het tijdens een stroomstoring begeven en ik besluit hem mee te nemen om te repareren. Thuisgekomen werk ik nog een uurtje, maar voel me daarna niet lekker meer. Ik ga naar de wc en verdwijn in mijn bed. Ik voel me opgeblazen en misselijk. Net of mijn maag niet leegstroomt naar de darmen. Ik kom niet meer uit bed tot woensdagochtend.
Woensdag 9 december.
Ik heb geweldig geslapen tot half acht en ik voel me als herboren. Ik vermoed dat het een lichte voedselvergiftiging is geweest. Ik heb evenwel geen rare dingen gegeten, dus het blijft raar. Ik vermoed dat het aan de Nescafé ligt. Ik heb er gisteren eentje weggegooid, de korrels zagen er niet goed uit, mogelijk dat het volgende zakje ook niet elemaal goed was, ondanks dat erop staat dat de koffie goed is tot tenminste november 2011. Maar korrels waren een beetje wit uitgeslagen. Ik heb de rest weggegooid. Ik moet een beslissing nemen. Wat doen we in Sarédera? Hoe gaan we verder? Ik wil nu eerst weten wat een forage gaat kosten. Baba heeft het over 250.000 cfa, dat is niets, ik denk aan een veelvoud. Ik bel Adama en ik bel Niangaly. Ik bel ook Edy Blom, de Nederlandse die hier niet ver vandaan woont en die ook dingen met water doet. Al snel gaat het balletje rollen. Niangaly heeft contact gelegd met een equipe die in Sévaré is neergestreken en die wacht op andere opdrachten. Tegen twaalven word ik gebeld, of ik wil komen praten. Het is een equipe van zes auto's, een grote boormachine met hulpvoertuigen. De groep wordt geleid door twee Chinezen. Kleine mannen met kromme beentjes, ze spreken geen Frans of een andere taal, maar ze hebben een tolk die Chinees spreekt. Het is een Malinees, die lezen noch schrijven kan, hij is nooit op school geweest, maar ik hoor hem een taaltje brabbelen dat erg op Chinees lijkt. De Chinezen lijken mij erg raadselachtig. Ze zien er niet uit, zijn slecht gekleed, grijs jasje en een korte cakybroek, knokige beentjes. Ze hebben de leiding, dat wel. Er staan in het centrum van Sévaré vijf vrachtwagens geparkeerd met ook een 4-wheeldrive. Rond de auto's staan diverse kampeerbedden, twee ervan met een houten plank, die zijn van de Chinezen, de andere en iets betere zijn voor een zevental Malinezen. Ze slapen als armoedzaaiers langs de kant van de weg temidden van vuil en stof, klamboes kennen ze niet. Een geïmproviseerd keukentje verraadt dat de Chinezen voor hun eigen eten zorgen. Het is mij een raadsel wat hen beweegt om in Mali te werken. Is het 't avontuur, is het een uitzichtloze situatie in China zelf? Kiezen ze zelf of worden ze uitgestuurd? Ik begrijp ondertussen wel dat hun patron onderweg is naar Bamako, zij hebben het dus niet voor het zeggen. De firma is in Bamako gevestigd. De onderhandelingen gaan per telefoon. Ze vragen mij 3,5 miljoen cfa (5335 euro), ik bel Baba om advies, hij blijkt in de buurt te zijn en wil graag helpen met onderhandelen. Een half uurtje later komt hij aanzetten en we vervolgen het gesprek. Hij weet er een half miljoen af te krijgen, zodat de klus uiteindelijk 4573 euro gaat kosten. Ik ga akkoord, schoorvoetend natuurlijk, maar de nood in het dorp doet mij positief beslissen. Het is bizar hoe het in Mali soms gaat. Een heel bedrijf komt ogenblikkelijk in werking op het moment dat er met biljetten wordt gewapperd, anders is het een dooie boel en blijven de handen in de zakken. Aansluitend ga ik naar de bank, waar ik tweederde van het geld van mijn rekening haal. Het andere deel wordt tot het einde van de week door de Stichting Vive van Franca voorgeschoten, ik moet eerst geld overboeken uit Nederland. Franca, je weet er niet eens van, bedankt voor je medewerking. Zodra het geld is overgeboekt geef ik het terug aan Baba. Je weet, je kunt mij vertrouwen.
Om drie uur rijd ik met Niangaly terug naar de plek van de boorequipe. Ik vraag om een reçu, of een bewijs van betaling, maar dat is een probleem. Ze hebben geen papier, geen pen en iets opstellen in het Frans is al helemaal uitgesloten. Er rest mij niets anders dan zelf iets in elkaar te knutselen, een papier dat daarna door de Chinees wordt ondertekend. Controleren kan hij het niet, hij telt wel een voor een de zes nullen van de 3 miljoen. Na een flinke vertraging komt de stoet in beweging. Het is een goed gevoel om een hele kolonne auto's achter mij aan te hebben. Het gaat langzaam en kort voor het donker draaien we de asfaltweg af voor het laatste stukje naar Sarédera. De aankomst daar was een bijzondere ervaring. De vrouwen die buiten het dorp bezig waren klapten, zwaaiden en dansten, ze begrepen dat er spijkers met koppen werden geslagen. De kinderen van Sarédera juichten en zwaaiden al vanaf grote afstand. Ze hadden de stoet van verre zien aankomen en wisten dat iets iets bijzonders gaande was. Nog voordat de auto's bij de tuin waren aangekomen was het feest al losgebarsten. De poort van de tuin bleek voldoende om de vrachtwagens door te laten en niet veel later hadden ze de apparatuur opgesteld. Er wordt naast de put een gat geboord van maximaal 80 meter diep, als er eerder voldoende water wordt gevonden wordt er gestopt. Morgenochtend om half acht beginnen ze te boren!
Donderdag 10 december.
Acht uur weg, Sékou wil ook mee. Als we aankomen is de reuzenboor al een eind op dreef. Het is een behoorlijke stofboel. Ik ben een beetje bang dat de rotsen zo hard zijn dat ze om extra geld zullen vragen, maar voorlopig is daar nog geen sprake van, want de boor zakt langzaam maar gestaag naar beneden en de werklui zeggen dat het goed gaat. De dorpelingen laten het een beetje afweten, maar vermoedelijk is iedereen naar de markt in Konna. Slechts een handjevol ouderen en een groep kinderen houden de boel in de gaten. Ik probeer er verder achter te komen waarom de verlichting het de hele tijd begeeft, als ik het voltage meet is die aan de hoge kant, dat zou de oorzaak kunnen zijn. Er is iets mis met de regelaar. Misschien moet ik mijn eerdere verwijten over de kwaliteit bij Monsieur Confiance terugnemen. De reglaar kwam uit Nederland! Als we weggaan hebben ze er al 11 meter opzitten en zitten ze bijna op de eerste nappe met water. Ik schat dat ze een meter of vijf à zes per uur halen.
Tegen twaalven zijn we weer terug in Sévaré. Ik vervolg mijn weg naar Mopti, waar ik de gerepareerde computer van Bakary terugbracht. Vanaf twee uur ben ik bezig met de notebook van Emile, mijn buurman. De politie komt langs met een printer die niet wil, ik geef al direkt te kennen, dat ik daar waarschijnlijk weinig aan kan doen en dat ik bovendien hartstikke vol zit met werk. Ik ben tot 's-avonds tien uur bezig met de notebook van Emile, ik kom er maar gedeeltelijk uit. Sékou komt zich beklagen over drie jonge jongens die uit zijn dorp Fangasso naar hier zijn gekomen in de hoop werk te vinden. Hij zit duidelijk met ze in zijn maag, want er is hoegenaamd geen werk voor jongens van dertien, veertien jaar oud. En drie monden extra om eten te geven. Hij probeert ze zo snel mogelijk terug te sturen naar Fangasso, consequentie is waarschijnlijk, dat ik de tickets moet betalen voor de bus.
Ondanks de aanwezige hoop maak ik mij zorgen of er wel echt water wordt gevonden. Je kunt er met je boor zomaar tien cm naast zitten, zonder dat je dat weet. Het water zou ook wel zo diep kunnen zitten dat het niet naar de grote put kan stromen. Doom-scenario's. Over enkele dagen zullen we het weten.
Vanavond boerenkool met worst, genieten!
Vrijdag 11 december. Een dag zoals er meer mogen zijn. Half negen op weg naar Sarédera. Met Niangaly, Ségou en Austin. Leuk om naar de apparatuur te kijken.
Als we in Sarédara aankomen wordt ons meteen de vraag gesteld of ze moeten doorgaan of niet. De equipe heeft op 52 meter diepte een nappe gevonden en die geeft 4,5 m³ water per uur. Dat zou net genoeg zijn voor de tuin! Maar als wij willen, kunnen ze ook dieper boren. Als we dieper gaan loop je de kans dat het "debit" iets minder wordt. We nemen het risico en na amper drie kwartier zijn ze 12 meter verder en wordt nog een volgende nappe gevonden!! Ze meten 5,8 m³ per uur (15 liter in 8 seconden). Het is mij niet helemaal duidelijk hoe ze dat meten. Ze pompen lucht naar beneden en boven spuit het water eruit. Maar is de hoeveelheid dan niet afhankelijk van de hoeveelheid lucht die je naar beneden perst?
Een ding is wel duidelijk, er is water en volgens de voorman is het niet "un peu"! We houden het erop, de forage is 68 meter diep. Hopelijk kan de forage de put vullen via de nog aan te leggen verbinding. Komende week zal Niangaly moeten afreizen met zijn equipe, de compressor en flinke doos dynamiet.
Ik besteed de hele middag aan de hopeloze notebook, het ene probleem na het andere. Ik kom er niet goed achter wat er aan de hand is, maar het kost frustrerend veel tijd. Daar komt een nukkige printer van de politie bij, waarvan ik van te voren weet dat die niet meer zal gaan werken. Het is een inktjet-printer en de inkt-koppen drogen hier zodanig uit, dat het einde verhaal is. Zonde, want eerst worden nog een paar peperdure cartridges opgeofferd. Ik zal er zaterdag naar kijken, maar ik heb weinig hoop. Het is eigenlijk zonde van de tijd en ik heb het druk genoeg.
Vanavond draai ik de film King Rising, niet aanbevolen in Europa schat ik, maar hier zal wel smullen zijn, net trouwens als de tweede dag boerenkool.
Zaterdag, om half acht ben ik bij de rond-point van Sévaré, waar ik met de Chinese equipe moet afronden. Symbolisch krijg ik van voorman Yaya Diallo een fles water uit Sarédera aangeboden, van de Chinees krijg ik een technische werktekening en teken ik zijn werk af. Ik vertrek nadat ik alle zeven, nee negen inclusief de twee Chinezen, per persoon een extra 10.000 cfa (15 euro) heb gegeven. Niet nodig waarschijnlijk, maar ik kreeg de indruk dat het welkom was.
Het is lastig, ik mòet vandaag de jaarlijkse bedelbrief voor de Stichting Mopti de deur uit zien te krijgen, maar er is sinds gisteravond geen internet. Het laatste nieuwsbericht dat ik kan openen gaat over het Ministerie van Gezondheid dat thermische camera's heeft besteld voor alle vliegvelden in Mali om reizigers met griep te kunnen detecteren. Ook Mali gaat met zijn tijd mee.
Het is al over vieren en er is nog steeds geen internet. Waarschijnlijk kan de jaarlijkse mailing van de Stichting Mopti pas morgen worden verstuurd, het is kort dag, de decembermaand loopt tegen het eind. Waarom gebeurt dit nu net vandaag?
De kinderen maken al de hele middag veel kabaal, ze hebben plezier. Op dit moment zijn ze al bezig met het neerzetten van de banken bezig voor de bioscoop. Ze zullen vanavond wel weer genieten van de film Far Cry met veel schieten geloof ik, een genre dat ik niet zo vaak vertoon.
|