Dag 16
De afgelopen twee weken zijn we midden in de nacht wakker geworden van het regen, het klapperen van de tent door de wind of een tent genoot die zonodig karakter moest tonen. Karakter tonen is een inside joke en staat voor plassen als je moet inplaats van inhouden tot de volgende ochtend. Deze discussie barste op een gegeven moment los omdat iemand zei dat het psychisch bewezen is dat je geen karakter toont als je het inhoudt tot de volgende ochtend. Anyway, wat ik wilde zeggen was dat elke nacht werden we altijd wel wakker van het een of het ander maar nooit, never nooit zijn wij ooit wakker geworden om 3:30 AM door twee ezelwagens en een man op een paard die keiharde Malinese blues speelde op hun stereotoren. Waar ze het stroom vandaan haalde is ons een raadsel want een powerunit zoals wij die hebben kan alleen in een sigarettenaansteker en niet in een ezel. Beide tenten klaar wakker, fantastisch, we genoten en spraken er uitbundig over in de ochtend bij de koffie. Was heel mooi. Iedereen was het erover eens dat dit tot dusver wel een van de beste kampeerplekken was, de eerste nacht in Mali.

Ingepakt en klaar gingen we op weg, eerste halte Diéma, we dompelen ons onder in Afrika. Echt heel cool, de zandwegen, de mensen op brommers de kleurrijke kleding. Mensen die groeten en kinderen die naar je toekomen. Echt super. Willem checkt nog even of zijn precair kaart werkt die hij gisteren heeft gekocht. Werkt niet, of eigenlijk hij werkt weer wel, we weten het niet. Anyway we gaan. Tanken nog even en gaan richting Kati. Daar woont Bernadette en die heeft ons uitgenodigd om haar warme douche te gebruiken en we kunnen er ook slapen. Super!! Niemand van ons kent haar, inclusief Willem, maar het komt goed uit want de laatste keer dat we ons hebben gedoucht was in Boujdour. We noemen het voor de grap daarom ook Doujbour. Als het goed is komen we uitgerust aan, het is niet zo ver naar Kati.

Mooi niet. We hebben nog nooit zo’n weg meegemaakt. Was het maar gatenkaas, nee dit heet wasbord, Willem leert me de Franse bewoording hiervoor, dit noem je tôle ondulée. Met andere woorden, neem een B-weg, verniel hem, verniel hem dan nog een keertje, vervolgens maak je hem heel stoffig, zo stoffig dat je in de auto het zand kan proeven. Je geeft het zand ook een kleurtje, ja rood is mooi en omdat je het lachen vindt leg je een C-weg, sorry een D-weg aan naast de B-weg en laat je het lijken alsof deze beter is. Neem dan plaats naast een voormalig Zandvoort coureur voor een parcours van ongeveer 140 kilometer en jammer voor je dat je je bitje niet bij je hebt, had je wel kunnen gebruiken. Oh, stop maar voor zo’n leuk truckers tentje, we nemen een broodje schaap. Erik en Gerard die durven dat niet aan, wij wel. We houden alles binnen en arriveren in Didiémi.

Weer een schattig dorpje. We zagen onderweg al de modderhutjes, hebben ok veel foto’s gemaakt en gefilmd. Even water kopen in Didiémi, het normale asfalt begint daar ook, we konden het wel zoenen. Praatje gemaakt met de lokale jeugd over wat ze leerde op school en toen reden we weer verder. Ongeveer 150 km prima asfalt, we genieten van de omgeving van de mensen aan de kant van de weg, van de overbeladen taxi’s en een colonne gigantische vrachtwagen die je alleen ziet op discovery channel, de wielen alleen al dik twee keer zo hoog als onze auto’s.

Rijden het plaatsje Kati binnen, steekt er een hond over. Erik kan hem makkelijk ontwijken en ik echt net, de taxi achter mij niet meer en rijdt er vol over heen. Snap opeens waarom de meeste auto’s hier geen zijspiegels gebruiken, zulke dingen wil je gewoon niet zien. Welkom in Kati. Vijftien minuten later ontmoeten we Bernadette en Arnold, haar man, aangereden in een knal oranje jeep. Ze zeggen dat we ze kunnen volgen naar hun huis... even krijgen we een flashback van eerder op de dag, dit was weer een stukje D-weg. Maar ervaren rotten die wij zijn geworden, we halen hun huis en de auto’s blijven in leven. Rust.

Rust en bier. Anderhalve week geen bier gehad, laatste blikje hebben we gedeeld op de plantage net voor Foum Zguid in het Atlas gebergte, hebben hier flesjes van halve liters. Het ziet er allemaal goed uit en we drinken gulzig. Ok, het had wat gulziger gekund maar doordat we redelijk moe zijn moeten we uitkijken dat we niet in slaap vallen of te dronken worden. We krijgen een heerlijke aardappelsalade voorgeschoteld en dan is het moment aangekomen. Doujbour. Een dikke laag stof en een haar vol troep wordt weggewassen. So fresh and so clean clean.

Dag 17
Natuurlijk weer wakker geworden voordat de wekker afging, maar wel heerlijk geslapen. Ik wordt de laatste tijd wel wakker ’s nachts, eventjes en dan val ik weer in slaap. Even sms’en dat ik nog leef, had ik niet meer gedaan sinds Boujdour. Douchen, aankleden en doe de deur open, zit iedereen aan het ontbijt. Ontbijt met meloen, gebakken ei en Afrikaanse poffertjes. Die poffertjes vinden gretig aftrek. Bernadette verteld over wat ze doet voor ontwikkelingswerk, ze zit op de voorlichtingsafdeling van het ontwikkelingsproject, ze bouwen een dam en slaan putten eromheen zodat meer water kan worden vastgehouden en dat er ook in het droog seizoen geteeld kan worden. Verteld in geuren en kleuren waar allemaal rekening mee moet worden gehouden, echt interessant. Leuk feitje; er staat in het contract met de aannemer dat de werkers van de vrouwen in het dorp moeten afblijven.

Ik wist helemaal niet dat Mali in de top 5 van armste landen stond. Weer wat geleerd, alhoewel het niet zo overkomt in vergelijking met onze tocht door Mauritanië, een land welke niet in de top 5 staat.

We nemen afscheid, geven wat pepernoten en een pak Venco drop en gaan naar de markt in Kati. Super, echt heel tof. Heel druk maar de geuren en kleuren zijn overweldigend. Kruiden, stoffen, vis en vlees voor je ogen wordt het gehakt of ingepakt. Olily heaven. Willem koopt een patatje van zoete aardappel, heerlijk.

Bamako is maar een half uurtje rijden en zijn we ook snel weer doorheen. We gaan op weg naar Ségou. Kopen bij de benzine pomp nog even wat bier en whisky en gaan dan echt op weg. Dit keer een weg die goed te berijden is. Door de slechte wegen de afgelopen dagen durven we niet al te hard te rijden maar na een tijdje is dat ook voorbij en in volle vaart rijden we door het land. Remmen, remmen, in Mali hebben ze ook de smaak te pakken van snelheiddrempels, deze in vergelijking met de Nederlandse zijn van zodanig goeie kwaliteit dat je je auto kan afschrijven als je er harder dan stapvoets overheen gaat. We rijden dan ook stapvoets en nog knalt soms de trekhaakophanging tegen de weg. Zolang het maar niet de carter is of de ophanging die schade oploopt.

Op weg naar Ségou komen we een hele rits van dorpjes tegen welke eindigen op bougou. Super. We besluiten dat we toch maar in Ségou overnachten in plaats van weer wild kamperen en zoeken een hotel. Veel meer toeristen in deze stad, opeens zijn wij niet meer de enige. L’Auberge is vol en rijden naar een volgende, ook vol. Willem wordt aangesproken door een buitenlander die vraagt of we verdwaalt zijn of dat we op doorreis zijn naar Dakar want er waren pas een grote groep Nederlanders op weg naar Dakar. De hufter, hij bedoelt de Amsterdam-Dakar rally, een rally voor auto’s onder de 500 Euro. Willem, sla hem in elkaar!! Willem is te lief en houdt zich in.

Erik en Gerard nemen het initiatief en rijden naar een missiepost. Natuurlijk, voor wat minder kan je ook bij de kerk aankloppen, het is immers pakjesavond. Het duurt even maar dan krijgen we twee lieve kamertjes met twee bedden elk met klamboe erboven. Oude kamertjes waar vroeger hoogstwaarschijnlijk nonnetjes inzaten te bidden en te slapen. We laden uit en gaan de stad in op zoek naar bier en eten. Gevonden. Het laat ons goed smaken en drinken er lustig op los tijdens een discussie over waarom er schapen op het dak van een taxi vervoerd moeten worden in plaatst van een koelwagen. Is het nu slimmer om die dieren levend of geslacht naar de markt te brengen? Omzet en winst marge, we komen er niet uit en gaan weer terug naar onze kapelletjes, bidden en slapen, morgen komen we aan in Mopti. Spannend.

Dag 18
Vandaag is de dag. In de nacht nog even onder mijn klamboe uitgekropen om karakter te tonen, voor de rest rustig geslapen behalve toch een keertje gestoken op mijn linker kleine teen. Wakker gemaakt door Erik en Gerard die weer staan te popelen om te beginnen, het is 6:10 AM, steeds vroeger wordt het. Geeft niet, snooze even verder maar dan om 6:30 AM een koude douche, wat koffie en we kunnen weer. Baguette omelet met koffie bij een piep klein wegrestaurantje waar de locals ook zitten tegenover de hotels waar de 4x4’s staan, de rijken.

Een prima omeletje met ui en een goed vol glas koffie, we kunnen. We rijden weg uit Ségou en moeten stoppen. Zag u  dat bord niet monsieur? Welk bord? Goeie vraag maar dat doet er niet toe, betalen, éénrichtingsverkeer. Maar ik weet het goed gemaakt zegt de politieagent u kunt kiezen of een bekeuring van 18.000 CFA per auto of 18.000 CFA voor twee auto’s als u geen bonnetje wilt. Het sommetje is snel gemaakt, 1 Euro is ongeveer 650 CFA, en praten hem naar 15.000 CFA voor alle twee de auto’s en rijden nu dan echt weg. Achteraf hadden we hem naar nog lager kunnen lullen. Zonde. Indicatie; het dagmenu van gisteravond was 3.500 CFA.

Op weg naar Mopti komen we weer bougou dorpjes tegen en de één na de andere meloenenverkoper passeren we. De partner moet even tanken en stopt bij een pomp. We hadden ook kunnen stoppen bij de benzineflessenverkoper. In elk dorpje heb je er een paar, benzine per fles, prima principe als je niet zoveel geld hebt 750 ml diesel of benzine gaat er altijd wel in. Volgetankt gaan we weer door, op weg naar Sévaré. Klamme handjes, nog 262 km. Bakary is al op de hoogte gesteld van onze komst vandaag. Spannend. Erik zit bij Willem in Le Petit Cadeau Express 1 zodat hij alles op film kan vastleggen. Ik zit in Le Petit Cadeau Express 2 met Gerard en de zon schijnt, brand. De spanning loopt op ook naar mate iedereen meer trek krijgt en dan gebeurt het, een politiepost en dan rijden we na 7.872 kilometer dan toch echt Willem’s dorp binnen.

Eerst naar Bakary, die 1 á 2 km van Willem’s huis woont op het lapje grond dat Willem een tijdje terug heeft gekocht. We krijgen daar een heerlijke El Capitain voorgeschoteld, een veelvoorkomende visgerecht in Mali.We laten het ons goed smaken en na twee thee gaan we dan toch echt naar Le Petit Palais. Het lijkt wel gebruikelijk weer een D-weg. Gerard denkt nog even aan zijn ophanging en aan de bijna doodervaring op weg naar Sévaré. Vol in de remmen en bijna op de gril van een UN vrachtwagen. Maar we bereiken Le Petit Palais en zagen dat het goed was.

Een juweeltje met een super dakterras, ideaal om op te slapen en de tenten worden dan ook uitgepakt en op het dak neergezet. Alle planten bewaterd en groen met vier gezonde bomen voor het huis. Om te toasten op het nieuwe huis trekken we een nieuwe fles whisky open, proost. De twee Peugeots zijn binnen een uur helemaal uitgeladen dus we kunnen even internetten in een café in de buurt. Even het thuisfront contacteren. Helaas ligt het internet eraf dus moeten we een normale kroeg in. Cinq demi litres dan maar, Flag wordt geschonken. We genieten.

Na het bier worden we uitgenodigd om bij Bakary te komen eten. Een heerlijke pasta wordt door zijn vrouw opgediend met nog twee koppen thee als toetje. We zijn kapot, al om 21:00 PM, we gaan naar huis, slapen. In Le Petit Palais aangekomen wordt er toch weer wat bier en whisky gedronken, een laatste toast. We hebben het heelhuids gehaald. Het was een fantastische reis en een spectaculaire verhuizing. Snurkend ligt iedereen om 23:00 PM op het dak te genieten van de afgelopen dagen en de dagen die nog komen gaan.

Le Petit Palais
Het is de 26ste dag en we hebben nu een week kennis kunnen maken met Le Petit Palais. Een groot huis 3km van de rotonde  van de Libanees, beetje het uitgangspunt aangezien je daar bier kan krijgen en van allerlei andere levensmiddelen. Het huis heeft aan de voorkant zes boompjes staan die fris en groen in de kruin zijn, een herkenningspunt want bijna alle andere huizen hebben niks aan groen, in ieder geval niet aan de buitenkant.

Het huis is ommuurd in pastel bruin geschilderde muren met aan de binnenkant altijd een heg soms met klimop met hele mooie rood roze bloemen. Om het gehele huis kan men lopen en aan de achterkant is er zelfs een Afrikaanse toilet, een gat in de grond waar je een behoefte kwijt kan. Als je niet van vliegjes houdt is het aan te raden daar niet je behoefte te verliezen.

Er zijn twee plekken waar je op de begane grond zou kunnen zitten. Bij de garage, plek voor één auto, zou eventueel kunnen met uitkijk op de mooie gebloemde heg. Deze kan je trouwens ook zien vanuit de eetkamer. Het andere terras is bij de hoofdingang van het huis. Op deze plek heb je ook uitzicht op een mooie muur voor Le Petit Cinema, welke na vijven geen zon meer vangt. Willem heeft immers hiervoor speciaal een beamer aangeschaft.

Binnen kan men genieten van drie slaapkamers waarvan één een riante master bedroom met toegang tot de master badkamer. Gasten kunnen gebruik maken van een extra badkamer met westerse toilet. Door de hoge plafonds en ruime gangen is er voldoende lichtinval. De eetkamer met het al eerder genoemde uitzicht naast de ruime doch eenvoudige keuken grenst aan een wijde gang welke eventueel dienst kan doen als computerkamer.

Na een aantal gesprekken met whisky, komen de eerste avond al plannen op tafel om de muur tussen de keuken en de eetkamer eruit te slopen, van de ramen van de eetkamer grote veranda deuren te maken en nog een stuk grond ernaast te kopen zodat de veranda uitzicht heeft op de moestuin. Gerard, Erik, Paul en ik bieden gelijk onze hulp aan maar Willem wil er nog wel even over nadenken. De muur hoeft er natuurlijk niet al op de tweede avond uit.

Slapen wordt gedaan op het extreem riante dakterras. Daar heb je pas echt door dat dit huis de naam Le Petit Palais waardig is. Door de verschillende vertrekken op de begane grond waaronder de garage, het huisje van de tuinman, waarover ik was vergeten te vertellen en de grote berging heb je op de eerste verdieping een terras naar eigen in te delen smaak. Verschillende plekken van verschillende groten met in het midden een soort tuinhuisje met gaten in de bruin met wit beschilderde muur, een prima plek om twee tenten neer te zetten wat we natuurlijk gelijk doen. Tijdens ons gehele verblijf bij Willem slapen we op het dak.

Rondom het hele huis staan potten met planten en groene heggen die worden verzorgt door Segou, de gardien. Hij krijgt een dik salaris van 28 Euro per maand inclusief verblijf om de planten water te geven en een beetje op te letten. De eerste ochtend dat we wakker worden in Le Petit Palais is Le Petit Cadeau Express 1 weer brandschoon, het stof verzamelt in Marokko, Mauritanië en in Mali is er vanaf gespoeld. Dezelfde dag is Le Petit Cadeau Express 2 ook schoon. Aardige man die Segou, hij doet dus veel meer. Van Paul horen we dat zijn vrouw ook de was kan doen. Dus we begrijpen dat Willem, Le Patron, gebakken zit in zijn paleisje.

Wat betreft de buurt zit het wel goed. Op 100 meter afstand zit een piep klein winkeltje waar je brood en eieren kan halen en klein huishoudelijke benodigdheden maar dat weten we niet zeker. Er grazen schapen rondom het huis maar blijven van de voorkant af en er ligt soms een verdwaalde hond op de weg. De wegen zijn slecht begaanbaar en mensen met rolstoelen zullen het moeilijk krijgen, die zie je dan ook niet. Le Petit Palais ligt op loop afstand van de technische school, natuurlijk wordt daar alleen maar heen gegaan met de auto.

In de nacht kan er worden meegenoten van het geblaf van de buurthonden. Dit soms van een zodanige volume dat ook de diepere slaper dit niet zal ontgaan, verwensingen roepen op de melodie of eventueel de volgende dag is dan ook zeer gebruikelijk in Le Petit Palais. Krekels zijn er niet maar in de ochtend tokkelen kippen en balken de ezels alsof hun leven ervan af hangt. De voornaamste diertjes die in Le Petit Palais wonen, een muis hebben we maar één keer gezien, zijn de piep kleine salamandertjes die wegschieten als je te dicht bij komt, ze maken geen enkel geluid en het enige wat ze doen is vliegjes vangen en een paar keer opdrukken in de zon. Zeer aandoenlijk.

Wie wel geluid maken zijn de kinderen van de buren, een Islamitische schooltje. Zij studeren er goed op los zo te horen maar overlast is er eigenlijk niet. Sterker nog, ik heb opgemerkt dat ik soms iets sneller type als zij losgaan in hun lofzang.

Willem’s nieuwe huis heeft zeker de goedkeuring gekregen van familie en vrienden. Er zal misschien nog wat knutsel en schilder werk moeten gebeuren maar is nu al een aanrader voor de Lonely Planet. Binnenkort kan men ook internet verwachten en zal de boiler opnieuw worden aangesloten zodat men ook van warm water kan genieten.

dagen
al de laatste keer wild
nog 180 kilometer slecht, maar leuk
stof, poussière
deze busjes gaan harder dan wij
geen controle bij Ségou
Jiek's bougous en dougous
finalement: Sévaré!
le rond point de Sévaré
Aangekomen bij Bakary: Ami en Yaiban
auto moet leeg
Erik, het is niet zwaar
le petit palais, op het dak