Dag 22
Logischerwijs staan we nu ook iets later op, het komt wel goed met ons. Iets later naar bed, iets later op. 07:30 AM is een mooie tijd voor wakker worden op een zondag. Helemaal als het ontbijt al klaar staat en je alleen nog maar aan hoeft te schuiven, dit is luxe met een lekker zonnetje in het gezicht. Moussa en Ina zeggen nog even goedemorgen en de dag is begonnen.

Willem moet nog wat inkopen doen in Mopti en Gerard en Erik gaan ook mee om alvast de tickets te kopen voor de boottocht naar Djenné. Ik mag thuisblijven, lekker rustig. Even schrijven in mijn dagboek. Besef me opeens dat de kinderen op de Koran school wel heel stil zijn, waarschijnlijk zijn ze even aan het lunchen.

Vanmiddag gaan we een stukje rijden richting Tombouctou, Timbuktu of je kan ook Timboektoe zeggen. In ieder geval ligt het net iets te ver weg om er naar toe te gaan maar ik heb José, een vriendinnetje, belooft om dan eventueel het verkeersbord te fotograferen. We schatten dat het 55 kilometer rijden is naar dat bord, we zullen zien. We merken toch wel een beetje dat we het autorijden missen, dus deze opdracht wordt als zeer welkom ervaren.

De tijd vloog voorbij, beetje gelezen op het dak in mijn nieuwe Dalai Lama boek. Het leest niet echt lekker weg maar begrijp wel wat die man wil vertellen. Het boek heet ‘De kunst van het vergeven’. Prima titel, prima kunstvorm, zeker bruikbaar zou je zeggen. Komt erop neer dat wanneer je iemand sneller kan vergeven je eerder een betere gemoedstoestand bereikt. Sinds wraak niks oplost en in vele gevallen leidt tot meer fysiek en/of mentaal geweld kan men beter vergeven. Vergeven betekend natuurlijk niet vergeten. Om dit te testen heb je eigenlijk een praktijk voorbeeld nodig.

Jongens, de vijf zit in de klok, laten we een kratje bier kopen. Er is nog een biertje over die mag Gerard hebben bij een goed boek. Willem, Erik en ik stappen in de auto, op naar de Libanees en we moeten nog wat tomaat van de markt hebben. Lekker cruisend wordt er gefloten. Ok, zet die auto maar weer aan de kant, papieren alstublieft!! Hoppakee, dat meen je toch niet, drie keer aangehouden in vier dagen. Achteraf vertellen Bakary en Moussa dat de politie in Sévaré bekend staat om het aanhouden. Zwaar kut, over de zeik maar we houden ons allemaal rustig. We rijden weer terug, Erik had zijn paspoort vergeten en een kopie voldeed voor de eerste keer niet. Probleem, probleem, 2000 CFA, geen probleem en we rijden weer verder, bier nu wel verdiend. De kunst van het vergeven wordt wel gelijk op de proef gesteld.

We dingen voor de tomaten wat af op de markt en keren terug naar huis. Thuis aangekomen vertellen we het verhaal aan Gerard, Bakary en zijn drie jaar oude dochtertje Ami. Wij trekken wat biertjes open, Ami krijgt een lolly. Ze vertrekken en vijf minuten later drinkt Moussa een Fanta mee en praten we nog wat meer over wat is voorgevallen. Moussa wenst ons een fijne avond, wij gaan koken, een aardappelschotel met een tomatensalade. We zitten te eten, meer bezoek, dit keer Paul. We vertellen hem in geuren en kleuren wat er allemaal gebeurt is. Hij sympathiseert en trekt een fles black label whisky uit zijn tas. Hij begrijpt ons goed.

We drinken nog wat door en gaan naar bed. Morgen moeten we om 08:00 AM in Mopti zijn want de tickets zijn geboekt. Voor 55.000 CFA kunnen we stroomopwaarts mee naar Djenné, dat belooft dus wat. We vallen inslaap rond 23:00 PM, we gaan wat later naar bed de laatste tijd.

Dag 23
Jeetje, das wel weer even pittig. Op een werkdag zoals de maandag kan je natuurlijk niet uitslapen en we worden dan ook wakker voordat de wekker gaat om 06:15 AM. Eerst koffie en even babbelen. Natuurlijk wordt iedereen weer met Bonjour en een hand begroet, een gebruik wat er sinds volgens mij het begin er al is ingeslopen. Snel wat spullen inpakken, baguette smeren, tandenpoetsen, waar is mijn boek, waar is mijn trui? Uiteindelijk hebben we alles en kunnen we richting Mopti, Willem brengt ons en gaat niet mee naar Djenné. Hij heeft het modderdorp al een keer gezien.

De boot is behalve de bemanning van drie geheel voor ons. Kussens op de banken in de lengte en breedte in een uitvergrote uitgeholde boomstam met rietendak en buitenboordmotor. Gewoon top. Niks te klagen, heerlijk weer, zon schijnt met een lekker briesje over de Bani. Langs peul dorpjes, Bozo en Fula, snijden we het stille wateroppervlakte. Genietend voetjes omhoog val ik in die kussens in slaap. Kan het ook niet helpen dat ik af en toe in het zonnetje even een tukje doe, zo lekker.

We filmen en maken foto’s vanaf de boot en gaan niet aan land in de veronderstelling dat we dan vroeger aankomen in Djenné, op maandag is er namelijk een gigantische markt waar mensen van heinde en ver op af komen. Misschien kunnen we nog wat meemaken van de markt denken we terwijl we foto’s maken van vissers die met een mooie boog hun netten uitgooien, van een zwerm witte vogels die door een schik gezamenlijk wegvliegen. We zien grazende koeien en schapen, een roeiboot met ongeveer 30 roeiers op weg naar Mopti en een man die een jongen, waarschijnlijk zijn zoon, met zijn vuisten bewerkt, zwaar mishandeld en na een tijdje weer zijn riem in zijn broek steekt in een boot ver weg. We slikken even en beseffen weer dat we het toch wel erg goed hebben.

De hele tijd dachten we dat als we vroeg weggingen we ook wel vroeg zouden aankomen maar op een gegeven moment beginnen we ons toch wel af te vragen hoe de vork in de steel zit. Hoe lang duurt het nog vraag ik, krijg als antwoord ligt aan het water. Ik ga weer zitten en op dat moment lopen we op een zandbank, vandaar dat we al niet zo heel hard gingen. Met een lange stok worden we los geprikt en we kunnen weer verder. Even plassen, nee niks stuurboord of bakboord, achterop, achter de motor is een toiletje gemaakt, even klik een kodak moment, top locatie voor een plee.

Om 17:15 PM beseffen Erik en ik dat er nu wel te veel vijven in de klok zitten om deze kans te laten lopen en pakken de flacon whisky. In de avondschemer nemen we een teug. We stoppen hem terug en vijf minuten later landen we de boot op de zandbank van Djenné. Weer terug in de bedrijvigheid maar dit keer van allemaal mensen die weg proberen te komen van Djenné.

Links zien we veel te volle taxibusjes die door het water op een pont proberen te komen. De eerste lukt het niet en wordt door de passagiers de pont opgeduwd vanuit het water. De tweede lukt het wel maar leek in eerste instantie echt onmogelijk. Rechts zien we precies hetzelfde maar dan met trekpaarden. Een zeer imposante eerste indruk. Het huis van Ton van der Lee staat er prima bij zo op de wal. We geven morgen wel acte de présence.

We hebben even zin om de benen te strekken en lopen de 4 kilometer naar Djenné, waar we in het donker aankomen. Chez Baba wordt het, een prima hotel in het centrum, met op het dak nog plek. Er ligt nog niemand op het dak en slaan daar onze tent op voor 3000 CFA, 4,5 Euro de man. Ok, biertje? Lekker, de Castel vloeit lekker op de Afrikaanse beats van de twee trommelaars op het terras. Een groep dansende kinderen begeleid het geheel en wij smullen van de couscous. Nog een biertje, lekker, daarna een nachtwandeling. We merken tijdens de wandeling dat ons hotel 40 meter van de grootste moddermoskee ter wereld ligt. Fantastisch.

Djenné in het donker is net zo mooi als overdag. De contouren, de geuren, de modder en het stof. Vuurtjes omringt door herders en schapen, kinderen spelend of bedelend in de straten, samen met al haar schaduwen heeft deze stad een dromerige uitstraling. Het is 21:00 PM en we lopen een stukje doelloos rond, in T-shirt met lange mouwen weer. De sterren zijn ontzettend helder en met minaretjes van modder er net onder is het toch weer tijd geworden voor een smsje naar het thuisfront.

Weer terug op het modderdak waar we de tent hebben opgeslagen met uitzicht op de moddermoskee uit 1907 zijn we helemaal alleen. Mooi, kunnen we in stilte genieten van de rest van de whisky. Met die smaak op de lippen vallen we inslaap samen met de ongeveer 22 duizend andere mensen die in het modderdorp wonen. Vergeten om onze tanden te poetsen.

Dag 24
We worden om 07:00 AM wakker en kleden ons aan om met de opkomende zon Djenne te bewonderen. In alle rust kunnen we door alle straatjes lopen, een paar foto’s maken en wat Afrikaanse poffertjes en oliebollen eten, die zijn een aanrader. We lopen tegen een groep naar school gaande kinderen aan en we volgen hun een beetje naar school. Maken een praatje met de schooldirecteur en gaan vervolgens wat klassen langs.

Heel leuk om te zien hoe dat eraan toegaat. Ze zingen en klappen in klassen van meer dan dertig kinderen bij elkaar. De schooldirecteur verteld ons dat groep drie zelfs honderd kinderen heeft in één klas. Hij zou graag willen, verteld hij ons ook, dat zijn school het leuk zou vinden om te corresponderen met een school uit Nederland, inplaats van een pen-vriendin een pen-school. We zien in dat dit best een goed idee is voor een lagere school in Nederland om te schrijven met het modderschooltje in Djenné en vragen hem om zijn gegevens. Adres, super maar dan duurt het wel heel lang. Heeft u geen e-mailadres? Nee dat heeft hij niet.

Of eigenlijk, we lopen naar een klein gebouwtje welke naast de school staat en daar blijkt opeens internet te zijn. De kleine ruimte daar staat vol met stoelen, tafels en computers erop allemaal beplakt met stickers van USAID, from the American people. Mooi. Een aardige mevrouw maakt een e-mailadres aan en het modderschooltje heeft vanaf vandaag e-mail, yeehaa!! We nemen nogmaals afscheid en gaan richting ontbijt. We nemen vijf stappen en zien dan het volgende moddergebouwtje, een radiostation. Nieuwsgierig als Gerard trekt hij ons ook mee, naar binnen. Binnen zit een man die een microfoon heeft neergelegd voor het kleine speakertje van de wereldontvanger, ja zo kan het ook. Rechtsvoor staat een gigantische taperek met allemaal bandjes erin. Hij verteld ons hoe hij te werk gaat en ondertussen gaat hij verder met zijn radioprogramma, fascinerend. Echt leuk.

We ontbijten wat en bellen Willem die ons komt ophalen bij de pont. We nemen de paardenkar voor 30 eurocent per persoon en ontmoeten Willem, die ons al had verteld dat Ton in Brazilië zit, dus we hoefde niet meer bij hem langs te gaan. We vertellen Willem wat we allemaal hebben meegemaakt en allemaal hebben gezien en hij verteld ons dat we gisteren de President van Ghana en de President van Mali hebben gemist. Dat er een boten wedstrijd was van boten waar wel meer dan dertig roeiers in konden en dat aangezien Joop geridderd werd hij een hele mooie plek had samen met Paul en Kim en de rest van het gezelschap, we hadden erbij kunnen zitten. Joop en zijn vrouw zaten naast de President. Oeps, dit was een gemiste kans. Beetje dom, was natuurlijk wel leuk geweest.

Op de weg terug naar Sévaré stoppen we nog even in een heel mooi dorpje waar de kinderen weer toubab roepend om ons heen krioelen. Ik trok een paar vingerpoppetjes aan, een lief ezeltje en een aap, die ik een keer in Nederland gekocht had als gala corsage voor een meisje maar blijkbaar nooit gegeven heb. Daar gingen die kinderen behoorlijk goed van. Nieuwsgieriger en schuddebuikend van het lachen moesten we op een gegeven moment toch afscheid nemen. Zwaaien.

Onderweg nog een paar foto’s gemaakt van bougou dorpjes, er zijn nu trouwens ook dougou-dorp-naambord-foto’s gemaakt. De serie begint al iets groter te worden, kwartetten kan al niet meer. We stoppen even bij het vliegveld van Sévaré, moeten toch even kijken waar we de volgende keer gaan landen wanneer we Willem bezoeken. Het vliegtuig naar Bamako of Parijs is geen probleem om hier te pakken volgens het grondpersoneel. Aangezien Willem zijn Nederlandse broodbakmachine wil proberen stoppen we nog even bij de broodfabriek bij het vliegveld om de hoek voor meel en gist.

Thuisgekomen is het alweer tijd voor lunch. We worden dit keer trouwens niet aangehouden omdat de president in Mopti is en alle politie daar nodig is. Erik en ik gaan ’s avonds koken beloven we. We gaan pannenkoeken maken want de broodbakmachine is toch onvindbaar, we hebben daar allemaal erg veel zin in. Maar dat blijkt uiteindelijk niet nodig te zijn want Paul en Kim nodigen ons uit voor een etentje in het Mankante Hotel.

Erg gezellig, die Paul en Kim daar kan je wel mee lachen. De verhalen over wie, wat en waar vliegen over tafel. Over wat is het een kleine wereld en waarom heb je twintig Nederlandse zakken cement nodig in plaats van Afrikaanse. We drinken Pastis en bier en besluiten de avond weer bij Willem thuis met wodka, whisky en de soundtrack van Amélie. Die galmt namelijk heerlijk in Le Petit Palais. Een mooi avondje en met een glimlach vallen we als een blok in slaap.
dagen
de boot naar Djenné
potje toepen
Erik
de pont over de Bani bij Djenné
vol
de moskee van Djenné vanuit de tent
open riolering
peper
paard en wagen naar de pont
Willem staat reeds te wachten